© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Redactie, Vrugt, Johanna Petronella, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Vrugt [05/09/2014]
VRUGT, Johanna Petronella, vooral bekend als Anna Blaman (geb. Rotterdam 31-1-1905 – gest. Rotterdam 13-7-1960), schrijfster. Dochter van Pieter Jacob Vrugt (1872-1917), rijwielhandelaar, en Johanna Karolina Wessels (1885-1965), pensionhoudster. Johanna Vrugt bleef ongehuwd.
Johanna Petronella (Anna) Vrugt werd geboren aan het Rotterdamse Vredenoordplein, als middelste in een gezin van drie. Haar vader, die eerder getrouwd was geweest, verhuurde en repareerde fietsen. Toen hij in 1917 – Anna was toen twaalf – overleed, liet hij zijn vrouw vier rijwielzaken na. ‘Aanvankelijk behoorden wij tot de kleine, later tot de min of meer gegoede middenstand’, zou Anna’s zuster later vertellen. Haar moeder verkocht de winkels en begon een pension. Anna ging naar de kweekschool. Ze had een zwakke gezondheid en was veel ziek. Nadat ze in 1924 de onderwijzersakte had gehaald, werkte ze als onderwijzeres op verschillende Rotterdamse scholen.
In 1928 verhuisde het gezin naar De Vliegerstraat, waar Anna Vrugt haar hele verdere leven heeft gewoond. Haar studie Nederlands aan de School voor Taal- en Letterkunde in Den Haag moest ze al na enkele maanden om gezondheidsredenen opgeven.
Schrijverschap
De eerste literaire producten die Vrugt in de jaren 1927-1929 naar een uitgever stuurde, waaronder haar roman Peter Minne, werden welwillend ontvangen, maar uiteindelijk niet uitgegeven omdat ze er zelf ontevreden over was. In 1935 nam ze ontslag als onderwijzeres en koos voor een administratieve baan bij het gemeentelijk gasbedrijf. Een jaar later belandde ze in 1936 in het ziekenhuis, waar een ongeneeslijke nieraandoening werd vastgesteld. De diagnose bleek onjuist, maar hierna heeft ze geen betaalde baan meer gezocht.
In 1939 stuurde Vrugt op aanraden van uitgever A.A.M. Stols gedichten naar enkele literaire tijdschriften, wat tot haar eerste publicaties leidde. Onder de naam Anna Blaman verscheen nog hetzelfde jaar haar novelle ‘Romance’ in Werk. Ter verklaring van haar schrijverspseudoniem doen diverse verhalen de ronde. Zo zou het een verhulde verwijzing zijn naar haar seksuele geaardheid: ‘Ben Liever Als MAN’. Ook wordt het wel in verband gebracht met Alie Bosch, de verpleegster die zij in 1936 in het ziekenhuis ontmoette en die haar vriendin voor het leven werd: Blaman zou gevormd zijn door omzetting van 'man (van) Al(ie) B(osch). Zekerheid is er niet; in 1970 zou haar zus in een interview verklaren dat ze Anna had moet beloven het verhaal achter het pseudoniem nooit aan iemand te vertellen (Struyker Boudier, 12).
In 1940 ging Vrugt/Blaman opnieuw studeren; dit keer Frans. Daarna schreef ze vooral proza. Haar roman Vrouw en vriend kwam in 1941 uit. Nadat ze in 1945 de akte Frans MO-B had gehaald, gaf ze af en toe in deeltijd les.
Blamans roman Eenzaam avontuur (1948) verwekte opschudding vanwege de (homo)erotische passages. Tijdens de Boekenweek van 1949 werd het boek bij wijze van grap ‘aangeklaagd’ voor een ‘tribunaal’ van journalisten en boekhandelaars in Rotterdam. De roman werd ‘vrijgesproken’, maar Blaman (die hierbij niet aanwezig was) voelde zich zeer gekrenkt. Toen de jury voor de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde het boek kort hierna met veel mitsen en maren bekroonde, weigerde ze de prijs.
Behalve dat ze – soms homo-erotisch getinte – romans schreef, was Anna Blaman ook actief in de journalistiek en voor het theater. Ze schreef voor De Groene Amsterdammer, Het Vrije Volk en het cabaret van Wim Sonneveld, stichtte de Rotterdamse Kring van Auteurs, en was eerst als medeoprichtster en later als dramaturge betrokken bij de Rotterdamse Comedie en bij theaterzaal De Lantaren. De verschijning van Op leven en dood (1954), een roman over een hartpatiënt, had een wrange nasmaak. Kort hierna werd ze namelijk zelf door een hartinfarct getroffen.
Anna Blaman overleed op 55-jarige leeftijd aan een hersenembolie, in oktober 1960, met nalating van een onvoltooide roman (De verliezers). Ze werd begraven op Hofwijk in Rotterdam-Overschie. Haar graf is in de jaren 1990 geruimd.
Reputatie
De laatste tien jaar van haar leven hield Anna Blaman zich met het Franse existentialisme bezig. Ze gaf lezingen over Sartre en De Beauvoir en haar werk vertoont zeker enige verwantschap met dat van hen. Ze is dan ook wel een ‘literaire existentialiste’ genoemd (BWN). Erkenning kreeg Blaman in de jaren 1950 in de vorm van prijzen, opdrachten en reisbeurzen. Haar eenakter In duizend vrezen werd in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag gespeeld (1950) voor het koninklijk paar. In 1957 kreeg ze de P.C. Hooftprijs voor haar gehele oeuvre. In 1987 werd de Stichting Lesbisch Archief Leeuwarden (LAL) naar haar vernoemd. Dit Anna Blaman Huis maakt nu deel uit van het Internationaal Homo en Lesbisch Informatiecentrum en Archief.
Literatuurwetenschappers als Ton Anbeek en Jaap Goedegebuure onderwierpen in de jaren 1980 het werk van Blaman aan strenge kritiek. Haar experimentele stijl en de vele ‘Droste-effecten’ werden chaotisch en overladen bevonden (Schrijvende vrouwen). Tegen de eeuwwisseling was ze vrijwel vergeten, maar daarna kwam een herwaardering. Haar honderdste geboortedag (2005) werd in Rotterdam gevierd met een Anna Blaman Festival, afgesloten met ‘De nacht van Blaman’. Het jaar daarop werd het ‘tribunaal’ heropgevoerd en maakte beeldhouwster Maria Roosen een monument voor haar: een grote zilveren motorfiets (Blaman was in de jaren 1940 een fervent motorrijdster en baarde daarmee veel opzien). Het beeld staat aan de Rotterdamse Heemraadssingel.
Blamans vijftigste sterfjaar (2010) werd uitgeroepen tot Anna Blaman Jaar. Ze werd gecanoniseerd door het Letterkundig Museum in Den Haag en van Eenzaam avontuur kwam een herdruk uit. Sindsdien houdt het Rotterdamse Anna Blaman Genootschap haar literaire erfgoed levend.
Naslagwerken
Van Bork/Verkruijsse [onder Blaman]; BWN; Ter Laan [onder Blaman]; Levensberichten; Schrijvende vrouwen.
Archivalia
- Letterkundig museum, Den Haag: archivalia Anna Blaman [niet gecatalogiseerd]. Archief Struyker Boudier, sign V 009469 (NG).
- Mededelingen van de Documentatiedienst. Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Den Haag / Archief en Museum voor het Vlaams Cultuurleven, Antwerpen 1954-1992. [In DBNL]
Publicaties
Voor bibliografieën zie: Digitale Bibliotheek voor Nederlandse Letterkunde.
- H. Zwart, in: Literama 13 (1978) 7-8.
- Anna Blaman, Fragmentarisch. Nagelaten proza. Bijeengebr., ingel. en van toelichting voorzien door H. Struyker Boudier (Amsterdam, 1978).
Literatuur
- H. Haase en A. Kossmann, Anna Blaman Twee lezingen (Amsterdam 1961).
- L.J. Bakker red., Anna Blaman = Schrijvers Prentenboek 8 (Den Haag 1966).
- H.M.A. Struyker Boudier, Speurtocht naar een onbekende. Anna Blaman en haar Eenzaam avontuur (Amsterdam 1973).
- C. Lührs, Mijn zuster Anna Blaman (Amsterdam 1976).
- L. Ross, ‘Anna Blaman’, in: A. Zuiderent, H. Brems en T. van Deel red., Kritisch lexicon van de Nederlandstalige literatuur na 1945 (Alphen a/d Rijn 1980).
- E. Zuiderent, ‘Anna Blaman en de moraal van het lezersdom’, Passionate 5 (1998).
- P. Calis, De vrienden van weleer. Schrijvers en tijdschriften tussen 1945 en 1948 (Amsterdam 1999).
- J. Goedegebuure, ‘Postmoderne modernisten en modernistische postmodernen. Nederlandstalige schrijvers van de twintigste eeuw herlezen’, Nederlandse Letterkunde 6 (2001) 13-31.
- Site ter gelegenheid van het Anna Blaman-jaar (met biografische informatie).
Illustratie
Portretfoto door Mieke H. Hille, 1959.
Auteur: RedactieBiografienummer in 1001 Vrouwen: 909
laatst gewijzigd: 05/09/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.