Wesseling, Hendrike Louise (1914-1995)

 
English | Nederlands

WESSELING, Hendrike Louise (geb. Banjoe Biroe, Nederlands-Indië 25-11-1914 gest. Laren 26-5-1995), tekenares, grafisch kunstenares. Dochter van Jan Hendrik Wesseling (1883-1942), generaal-majoor KNIL, en Cornelie Louise Wijnmalen (1886-1914). Riekje Wesseling had een langdurige relatie met Dijck Koster (1923-2004), celliste.

Hendrike (Riekje) Wesseling kwam in 1914 ter wereld in het garnizoensplaatsje Banjoe Biroe (Banyubiru), onder Semarang in Midden-Java. Haar vader was daar gelegerd als KNIL-officier. Een maand na Riekjes geboorte overleed haar moeder aan de gevolgen van tyfus. Het jonge kind werd in diverse pleeggezinnen ondergebracht. Pas toen vader Wesseling in 1920 hertrouwde met Jkvr. Joke Everts, brak voor Riekje een aantal gelukkige jaren in gezinsverband aan, met een jonger halfzusje en -broertje. Haar tweede moeder had een conservatoriumopleiding genoten en speelde uitstekend piano. Riekje betoonde zich een goede en gretige leerling en wilde later pianiste worden.

Rebelse dochter

In 1927 was het gezin Wesseling met verlof in Nederland, waar Riekje bleef om naar de hbs te gaan. Ze kwam in te wonen bij haar grootvader Wesseling in Amersfoort. Daar hoorde zij in 1930 tot haar verdriet dat haar geliefde stiefmoeder in Bandoeng was overleden. Als opgroeiend meisje trad ze al naar buiten met haar lesbische geaardheid: vanaf haar zeventiende droeg ze overwegend een broek, overhemd en das en had ze kortgeknipt haar. Tegelijk verscheen ze nooit zonder make-up. Omdat haar schoolresultaten achteruitgingen, mocht Riekje niet meer pianospelen. Haar frustratie en verdriet hierover schreef ze van zich af in een dagboek, dat ze vervolgens vernietigde.

Riek besloot zich toe te leggen op het tekenen en wilde niet meer naar school. Vanuit Indië gebood haar vader zijn rebelse dochter naar de huishoudschool te gaan en dan terug te keren naar Indië. Een huwelijk, liefst met een KNIL-officier, zou haar wel in het gareel brengen, meende hij. Opzettelijk verbruide Riek haar opleiding aan de huishoudschool. Ondanks weerstand van haar vader werd zij vervolgens toegelaten tot de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Haar leermeesters waren J.H. Jurres en S. Jessurun de Mesquita.

In 1935 ging Riek Wesseling naar Wenen, waar zij lessen volgde aan de grafische school. Drogenaaldtechniek en meer nog de lithografie trokken haar aan. Later combineerde zij deze lessen met een opleiding aan de cosmetiekschool. Eind 1937 bezocht haar inmiddels gepensioneerde vader haar in Wenen. Haar onvrouwelijke kleding bevreemdde hem. Toen een kennis van Riekje hem uitlegde dat dat met haar geaardheid te maken had, beschouwde vader Wesseling deze geaardheid als een te genezen ziekte. Hij stond erop dat zij zich door een psychiater zou laten behandelen. Om haar vader een genoegen te doen, lag Riekje in Wenen een aantal maanden lang wekelijks op de bank bij een leerling van Freud.

In 1938 keerde zij terug naar Amsterdam, waar ze de oorlogsjaren woonde en werkte. Haar vader zat in het verzet en stierf in 1942 in kamp Amersfoort. Toen een Duitse vriendin in september 1944 terug wilde naar Duitsland, zou Riek Wesseling tot aan de grens met haar meereizen om daarna familie in Drenthe op te zoeken, maar vanwege Dolle Dinsdag kon ze de trein niet meer uit. Zo belandde ze in Bamberg, waar ze tijdelijk tekenles gaf aan Amerikaanse soldaten.

Tekenopdrachten

Na de oorlog woonde Riek Wesseling op verschillende adressen in Den Haag. In 1950 keerde ze terug naar Amsterdam en drie jaar later ging ze daar op een gehuurde zolderkamer samenwonen met de celliste Dijck Koster. Als beeldend kunstenaar kreeg ze tekenopdrachten van het gemeentearchief: ze moest nieuwbouw, zoals in Slotermeer, vastleggen voor de topografische atlas van Amsterdam. Daarnaast maakte ze portretten van particulieren en diverse zelfportretten. Wesseling tekende uitsluitend in zwart-wit en in tinten grijs, want zo kon ze álles suggereren, vond zij. Haar gedetailleerde en technisch vaardige tekeningen en grafisch werk vertonen vaak magisch-realistische en ook surrealistische of symbolistische kenmerken.

Riek Wesseling heeft veel bijgedragen aan de in 1947 opgerichte Nederlandse Kring van Tekenaars. Al vroeg maakte zij zich sterk voor de erkenning van de tekenkunst als zelfstandige discipline. Vanaf 1961 woonde ze met Koster in een atelierwoning aan de Rapenburgerstraat in Amsterdam. Bijna een kwart eeuw hebben zij hier samengewoond; ze gaven er huisconcerten en feesten. Wesseling genoot zichtbaar van het bezoek, zoals blijkt uit het versje in het poëziealbum van haar nichtje: ‘Hang de plicht soms aan de lus, hang de ernst soms aan de haak, zing en spring heus maar raak, heb plezier en fuif eens flink’ (bijdrage september 1966, album in bezit van auteur).

Haar laatste levensjaar bracht Riek Wesseling door in het Rosa Spierhuis in het Noord-Hollandse Laren, samen met haar vriendin. Op 26 mei 1995 stierf zij onverwacht, in de leeftijd van tachtig jaar. Ze werd begraven op de Algemene Begraafplaats te Blaricum.

Oeuvre

Tijdens haar leven hechtte Riek Wesseling weinig aan exposities van haar werk, al waren die er wel. Omdat figuratieve kunst weinig belangstelling genoot, is haar oeuvre nogal onbekend en onderbelicht gebleven. Toch zijn er in diverse musea in binnen- en buitenland tekeningen en gravures van haar hand te vinden. Ter gelegenheid van haar zeventigste verjaardag, in 1984, verscheen er een aan Riek Wesseling gewijde publicatie, tevens catalogus van haar werk. Tien jaar later was er ter gelegenheid van haar tachtigste verjaardag een overzichtstentoonstelling in het gebouw van de Iona Stichting in Amsterdam, en sindsdien zijn er nog regelmatig tentoonstellingen aan haar werk gewijd, zoals in 2015 bij Galerie Peter Leen in Breukelen.

Naslagwerken

Scheen.

Archivalia

Familiepapieren: deels in het bezit van auteur en van Ingrid H. van Delft.

Werken

Werk van Riek Wesseling is onder meer te vinden in:

  • Henriette Polak Museum Zutphen.
  • Joods Historisch Museum Amsterdam.
  • Prentenkabinet Stedelijk Museum Amsterdam.
  • Prentenkabinet Rijksmuseum Amsterdam.
  • Stadsarchief Gemeente Amsterdam.
  • Teylers Museum Haarlem.
  • Museum for Women in the Arts Washington DC.
  • AMC Brummelkamp Galerie en AMC-vitrines Amsterdam [bedrijfscollectie].

Literatuur

  • Interview met Riek Wesseling NOS radioprogramma ‘Een leven lang’, 28-10-1984.
  • Ingrid van Delft, Riek Wesseling. Een portret in zwart-wit (Amsterdam 1984).
  • Lies Netel, De kleur van zwart-wit. Riek Wesseling (1914-1995) (Zutphen 2008).
  • NRC Handelsblad, 7-2-2008 [column Frits Abrahams].

Website

Website over Riek Wesseling [URL www.riekwesseling.com; geraadpleegd 22/09/2015]

Illustraties

  • Riek Wesseling door onbekende fotograaf, ca. 1950 (particuliere collectie).
  • 'Obsessie', door Riek Wesseling, 1983 (Galerie Peter Leen, Breukelen).

Auteur: Joke C.M. Teding van Berkhout-Fabius

laatst gewijzigd: 11/01/2018

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.