Woensel, Petronella van (1785-1840)

 
English | Nederlands

WOENSEL, Petronella van (geb. Raalte 14-5-1785 – gest. Den Haag 12-12-1840), stillevenschilderes. Dochter van Joan van Woensel (1740-1816), schout bij nacht, en Anna Helena Kaupe (1758-1791). Petronella van Woensel bleef ongehuwd.

Petronella van Woensel werd geboren als oudste van vier kinderen in een welgesteld gezin. Haar vader was een hoge militair, haar moeder kwam uit een gegoede familie – zij stierf toen Petronella zes jaar oud was. Haar vroegste jeugd bracht Petronella door in de omgeving van Raalte. Rond 1795 verhuisde het gezin vermoedelijk naar Den Haag, waar ze les kreeg van de bekende stillevenschilder Jan van Os.

In navolging van haar leermeester legde Petronella van Woensel zich toe op het schilderen, tekenen en lithograferen van stillevens met bloemen, vruchten, insecten en dood wild, vaak in de stijl van de achttiende-eeuwse schilder Jan van Huysum. Ook heeft zij enkele figuurstukken geschilderd en botanische tekeningen gemaakt. In 1822 werd Van Woensel benoemd tot lid van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Waarschijnlijk is zij daar begonnen als dilettante; in de volkstelling van 1830 staat zij als ‘kunstschilderes’ vermeld. Zij was hoofdzakelijk werkzaam in Den Haag, op enkele korte verblijven in Brussel (1822) en Antwerpen (1826) na.

Regelmatig exposeerde Van Woensel haar stillevens op tentoonstellingen van Levende Meesters. In 1828 exposeerde zij ook in Antwerpen. Een schilderij dat ze in 1835 in Utrecht exposeerde werd beoordeeld als ‘een uitmuntend fruitstuk; goed getekend en gepenseeld, de druiven sappig en transparant behandeld, het geheel is in een meesterachtige stijl bewerkt’ (tentoonstellingsdocumentatie Levende Meesters).

Van Woensel werkte hard aan een netwerk binnen de Nederlandse kunstwereld. In 1830 verkocht zij voor driehonderd gulden een stilleven aan prinses Marianne. Volgens Van der Aa was haar zelfs gevraagd om deze prinses schilderles te geven. In 1836 vroeg ze de letterkundige Jeronimo de Vries, die werk van haar bezat, of hij haar kon helpen haar werk in Amsterdam te exposeren: ‘indien ik gelegenheid had eens iets van mijn werk te laten zien, als ik eens weer iets af heb, zou mij dit veel plezier zijn, doch ben ik hier van verstoken daar ik omtrent de kunst te Amsterdam geen relaties heb’ (brief d.d. 26-10-1836).

Op 12 december 1840 stierf Petronella van Woensel aan ‘longtering’ in de armen van een van haar beste vriendinnen, Maria Margaretha van Os. Ze werd 55 jaar oud en was volgens haar overlijdensakte ‘zonder beroep’. In necrologieën in de Algemeene Konst- en Letterbode en De Beeldende Kunsten werd ze beschreven als een van de ‘gelukkigste beoefenaressen van het bloem- en fruitschilderen’ van haar tijd.

Naslagwerken

Van der Aa; Van Eynden en Van der Willigen; Immerzeel; Petteys; Scheen; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.

Archivalia

  • Haags Gemeentearchief: bnr. 354, volkstelling 1830 I 248. BS 1831-1839.
  • Koninklijke Bibliotheek, Den Haag: brief van Van Woensel aan Jeronimo de Vries, Den Haag 26-10-1836 (sign. 133 C121 B 9 III), en aan onbekende verzamelaar te Utrecht, d.d. 6-2-1833 (sign. 121 A 6, nr. 17).

Werk

Werk van Petronella van Woensel bevindt zich in het Rijksprentenkabinet (Amsterdam), het Fitzwilliam Museum (Cambridge, Engeland) en in privéverzamelingen in binnen- en buitenland. Ook wordt nog regelmatig werk van haar geveild.

Literatuur

  • Catalogi van tentoonstellingen van Levende Meesters, gehouden in Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht in de jaren 1814-1838 [zie ook Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Den Haag: tentoonstellingsdocumentatie Levende Meesters].
  • Algemeene Konst- en Letterbode, 17-1-1840, nr. 3, 34.
  • E.J. Eelkama, [necrologie van] ‘P. van Woensel’, De Beeldende Kunsten 1 (1840) 157-158.
  • A. Hoogenboom, De stad des kunstenaars. De positie van kunstschilders in Nederland in de eerste helft van de negentiende eeuw (Leiden 1993) 132, 171-172.
  • S. van Loo, ‘The forgotten accomplishments of the painter duet Maria Margaretha van Os (1779-1862) and Petronella van Woensel (1785-1839), or how two Dutch women artists in the first half of the nineteenth century befriended one another and decided to dedicate their lives to still-life painting’, Jaarboek Koninklijk Museum voor Schone Kunsten (2000) 231-263.

Illustratie

Stilleven met bloemen en vogelnestje, door Petronella van Woensel, 1820 (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Den Haag).

Auteur: Hanna Klarenbeek

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 633

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.