Bouhuys, Maria Albertha (1927-2008)

 
English | Nederlands

BOUHUYS, Maria Albertha (geb. Weesp 10-1-1927 – gest. Amsterdam 30-6-2008), kinderboeken-, toneel- en scenarioschrijfster. Dochter van Arend Bouhuys (1891-1965), onderwijzer, en Frederika Bernardina Neher (1890-1958). Mies Bouhuys trouwde op 10-7-1957 in Amsterdam met Eduard Hoornik (1910-1970), dichter. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Maria (Mies) Bouhuys werd geboren als één na jongste in een gezin van zes kinderen. Ze groeide op in een calvinistische omgeving waarin veel werd gewandeld en voorgelezen. Zo ontwikkelde ze een liefde voor natuur en boeken. Haar vader was onderwijzer, maar raakte in de Tweede Wereldoorlog zijn baan kwijt omdat hij openlijk opkwam voor zijn joodse leerlingen. Mies wilde aanvankelijk ook het onderwijs in en ging naar de kweekschool, maar ze heeft nooit voor de klas gestaan. Ze vond een baan in een antiquariaat.

Carrière

Mies Bouhuys begon op haar negentiende te publiceren. In 1947 debuteerde ze met poëzie in het weekblad Vrij Nederland. Uit onzekerheid deed ze dat onder het pseudoniem Albertina Sabbe – een combinatie van haar tweede naam en de achternaam van de Vlaamse schrijver Maurits Sabbe. Voor haar eerste dichtbundel Ariadne op Naxos kreeg ze in 1948 meteen de Reina Prinsen Geerligsprijs. Na dit succes begon ze te schrijven voor kinderen, onder andere kinderversjes voor het Haarlems Dagblad.

Vanaf 1950 richtte Bouhuys zich volledig op kinderen: ze schreef versjes en kinderverhalen voor verschillende tijdschriften, een lees-taal-methode voor kleine kinderen en kindergedichten voor lagere-schoolkinderen. Ook schreef en regisseerde ze kinderseries voor de televisie zoals Morgen gebeurt het en Varen is fijner dan je denkt. In 1956 werd ze hoofd van AVRO’s kindertelevisie. Een jaar later trouwde ze met de dichter-schrijver Ed Hoornik, die voor haar zijn vrouw en drie dochters verliet. Het echtpaar betrok een woning aan een Amsterdamse gracht.

Rond 1960 werd Bouhuys een bekende kinderboekenschrijfster. Tussen 1957 en 1968 schreef ze versjes over de poezen Pim en Pom op de kinderpagina van Het Parool die door Fiep Westendorp werden geïllustreerd. Dit werd haar bekendste werk. Vanaf 1967 verschenen de versjes in een lange reeks Pim en Pom-boekjes. In de jaren 1960 kreeg Mies Bouhuys bovendien veel bekendheid met haar bijbelvertellingen voor het programma Woord voor woord van het Interkerkelijk Overleg inzake Radioaangelegenheden (IKOR). Voor haar Kinderverhalen ontving ze in 1966 de prijs voor het beste kinderboek van het jaar van de Commissie voor de Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB).

Bouhuys’ grote liefde was echter het schrijven en vertalen van toneelstukken, musicals en balletten. Opnieuw gebruikte ze een pseudoniem, ditmaal omdat haar naam te veel met kinderboeken werd verbonden. Zo publiceerde ze het toneelstuk Het Spaanse riet (1964) onder het pseudoniem Miguel de Casilla – casilla betekent huisje en in Miguel de Casilla zit de uitdrukking ‘uit de tent lokken’ verborgen –, waarvoor ze in 1975 de Koepelprijs kreeg. Intussen was ze in 1970 weduwe geworden. Mies Bouhuys begon een studie Latijn en Spaans aan de Universiteit van Amsterdam om de toneelliteratuur beter te leren kennen.

Tijdens haar studie Spaans specialiseerde ze zich in Latijns-Amerika. Zo kwam ze in aanraking met de Dwaze Moeders, een Argentijnse beweging van moeders van verdwenen personen. Samen met hen zette ze zich jarenlang in voor de opheldering van vermissingen ten tijde van de dictatuur van generaal Jorge Videla (1976-1981). Ze noemde de verloving van kroonprins Willem-Alexander met Máxima Zorreguieta dan ook een 'zwarte dag': als minister onder Videla had haar vader namelijk vuile handen gemaakt. In 2006 liet ze in de media nog nadrukkelijk van zich horen toen koningin Beatrix een staatsbezoek aan Argentinië bracht.

In 1982 publiceerde ze Anne Frank is niet van gisteren. Bouhuys vond het belangrijk kinderen bewust te maken van de wereld om hen heen. Bij haar 75ste verjaardag – in 2002 – verscheen een bloemlezing uit haar kinderboekenwerk Voetje van de vloer, vijftig verhalen en versjes van toen en nu.

Mies Bouhuys overleed op 30 juni 2008 in Amsterdam. Bij haar begrafenis op 7 juli zei de schrijfster Nannie Kuiper: ‘Mies wilde de wereld beter maken. Daar kwam haar energie vandaan bij alles wat ze deed. Daardoor kon ze tot diep in de nacht werken en overdag naar scholen en bibliotheken gaan en later ook steeds meer als activiste naar buiten treden’. Ze werd begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam.

Reputatie

Mies Bouhuys schreef ruim honderd kinderboeken, verhalen en toneelstukken, die in meerdere talen zijn vertaald. Ze is vooral bekend vanwege haar kleuterverhaaltjes over Pim en Pom en haar kinderbijbel, maar haar werk was veel rijker geschakeerd. Opmerkelijk was haar niet aflatende maatschappelijke engagement. Met haar verhalen wilde ze kinderen aan het denken zetten. Marieke Verhoeven, coördinator kinder- en jeugdboek bij de CPNB, zei hierover: ‘Ze had een duidelijke mening over jeugdliteratuur, stelde dingen aan de kaak, maar was niet moraliserend’.

Bouhuys beschouwde jongeren als serieuze gesprekspartners: ‘Je mag een kind nooit vertellen hoe het moet denken. Je kunt ze veel beter zelf aan het denken zetten. Daar hebben ze hun hele leven wat aan'. Volgens Jan van Coillie is het leidmotief Bouhuys’ kinderversjes het dromen van een betere wereld. Ze creëert in haar werk een wereld met respect voor de ander, liefde voor dieren, verwondering en eerbied voor de natuur, vriendschap en gezelligheid binnen het gezin. Dit laatste motief komt terug in Achterop de brommer: ‘Dukduk, doet de brommer /dukkedukkedik, /voorop zit mijn vader /achterop zit ik’.

Naslagwerken

Van Bork/Verkruijsse; DBNL; Ter Laan.

Archivalia

Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag, familieadvertenties Bouhuys.

Werk

Behalve bovengenoemde titels schreef Mies Bouhuys de volgende boeken voor kinderen, vertalingen en scenario’s. Een selectie. Voor een compleet overzicht van het oeuvre van Mies bouhuys zie DBNL.

Kinderboeken

  • Kinderverhalen (Haarlem 1964).
  • Pim en Pom omnibus (Amsterdam 1969).
  • Rijmpjes uit grootmoeders tijd (Amsterdam 1978).
  • Het geheim van Toermalijn (Haarlem 1987).

Vertalingen

  • Valerientje op het carnaval in Rio (Becht 1966).
  • De zomer van de vingerhoed (Amsterdam 1969).
  • Winnie de Poeh (Amsterdam1992).

Televisie-series

  • Morgen gebeurt het (AVRO 1957).
  • Varen is fijner dan je denkt (AVRO 1958).
  • Woord voor woord (IKOR 1966).

Toneelstukken

  • De rode ponnie (Amsterdam 1956)

Literatuur

  • P. de Haan, Mies Bouhuys (Nijmegen 1970).
  • ‘Mies Bouhuys’, Avenue 12 (1971) 193.
  • N.L. Beets-Couzy, Mies Bouhuys (Den Haag 1971).
  • E. Vandevelde, ‘Mies Bouhuys’, Jeugdboekendgids 9 (1979).
  • Wim Hazeu, Het literair pseudoniemen boek (Antwerpen 1987).
  • Alex Verburg, Eindelijk volwassen? (Schiedam 1989).
  • Jan Coilie. ‘Mies Bouhuys’, Jeugdboekengids 2 (1990).
  • Trudy Kunz, ‘Mies Bouhuys. ‘Er zijn altijd kinderen in mijn wereld’’, Plus 10 (1999) 6-11.
  • Geke van der Wal, ‘Mies Bouhuys. Rechtlijnig’, Plus 5 (2005) nr. 15, 18-22.
  • ‘Mies Bouhuys 1927-2008. “Een kind moet je zelf leren denken”’, Eindhovens Dagblad, 1-7-2008, 8 [necrologie].
  • ‘Niet bang om ongemakkelijke dingen te zeggen. In memoriam Mies Bouhuys 1927-2008’, Trouw, 1-7-2008, 6-7.
  • ‘Schrijfster Mies Bouhuys overleden’, Algemeen Dagblad, 1-7-2008, 11.
  • ‘Van Pim. Mies Bouhuys overleden Schrijfster streed tegen onrecht’, De Telegraaf, 1-7-2008, 13.
  • Hanneke van den Berg, ‘Mies Bouhuys 1927-2008. Bouhuys: eeuwig strijden tegen onrecht’, Provinciaalse Zeeuwse Courant, 1-7-2008, 4 [necrologie].
  • Herman Verschuren, ‘Afscheid Mies Bouhuys’, Leesgoed 4 (2008) 160.
  • Marieke van Twillert, ‘Mies Bouhuys 1927-2008’, NRC Handelsblad, 1-7-2008 [necrologie].

Illustratie

Portretfoto, door onbekende fotograaf, 1949 (Literatuurmuseum, Den Haag).

Auteur: Vera Weterings

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 979

laatst gewijzigd: 21/07/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.