Camper, Frederica Theodora Ernestine (1799-1834)

 
English | Nederlands

CAMPER, Frederica Theodora Ernestine (geb. Klein Lankum, bij Franeker 29-3-1799 – begr. Hillegom 15-4-1834), schreef een dagboek en maakte tekeningen van geologiereizen. Dochter van Adriaan Gilles Camper (1759-1820), natuuronderzoeker, en Theodora Aurelia gravin van Limburg Stirum (1776-1849). Op 9-5-1821 trouwde Frederica Camper te Klein Lankum met Jacob Gijsbert Samuel van Breda (1788-1867), botanicus en chemicus. De kinderen uit dit huwelijk werden allen dood geboren.

Frederica Camper was een kleindochter van de beroemde botanicus Petrus Camper (1722-1789). Van haar vader leerde zij – evenals haar broer en drie zussen – tekenen en schilderen. Volgens C.J. Matthes, de biograaf van haar man, had zij een zwakke gezondheid. Matthes schrijft dat zij zich ‘onderscheidde [...] niet enkel door een edel en bevallig uiterlijk, maar bovendien door een beminnelijk karakter en een gezond oordeel, gepaard aan veelzijdige kennis en talenten. Camper nam in de wetenschappelijke bemoeiingen van hare echtvriend een levendig aandeel, en was hem dikwijls met hare tekenpen ter hulpe, bij het opnemen van terreinen, versteningen of delfstoffen, waarvan hij afbeeldingen begeerde’. Tekeningen van haar hand zijn echter niet bekend; waarschijnlijk heeft zij nooit iets gesigneerd.

Camper leerde haar echtgenoot kennen in Franeker. Van Breda was daar van 1816 tot 1822 hoogleraar botanie, chemie en farmacie aan het Atheneum. Vervolgens werd hij hoogleraar te Gent (1822-1830) en Leiden (1831 adjunctus en sinds 1835 ordinarius). In 1826 werd hij belast met het vervaardigen van een geologische kaart van Zuid-Nederland. Daaruit resulteerden ook zijn zoektochten naar fossielen. Zij trok met hem mee en maakte daarbij haar eigen geologische aantekeningen en situatietekeningen. Ook vergezelde zij hem op zijn reizen naar Frankrijk, Duitsland en Engeland, waar zij mede door haar vaders en grootvaders naam toegang hadden tot geleerde kringen rond de Franse zoöloog Georges Cuvier en de Engelse chemicus Humphry Davy.

Bij de Belgische Opstand in 1830 moest het echtpaar hals over kop Gent verlaten, met achterlating van veel van hun eigendommen. Het jaar daarop waagden zij zich terug om papieren van Van Breda en diverse handschriften van de familie Camper te redden. Van Breda en zijn ‘femme frêle et délicate’ ontsnapten er ternauwernood aan arrestatie.

Na haar kinderloos overlijden in 1834 – het echtpaar kreeg drie doodgeboren kinderen – schreef Van Breda een liefdevolle necrologie in de Messager de Gand, die werd herdrukt in het Journal de la Haye. Hierin prees hij haar om het gemak waarmee zij zich in (internationaal) gezelschap bewoog, om haar geest en om haar schoonheid. Frederica Camper werd begraven in het familiegraf-Van Breda te Hillegom.

Archivalia

Teylers Museum, Haarlem: Archief-Van Breda, hierin bevinden zich dagboekachtige reisaantekeningen van Camper van geologiereizen naar de Zuidelijke Nederlanden, Groningen, Westfalen, Beieren en Würtemberg.

Literatuur

  • J.G.S. van Breda, Levens-schets van Adriaan Gilles Camper (Gent 1825).
  • [J.G.S. van Breda], ‘Nécrologie’, Journal de la Haye (13-5-1834).
  • C.J. Matthes, ‘Levensbericht van J.G.S. van Breda’, Jaarboek van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen (1867) 22-23.

Auteur: Leen Dorsman

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 660

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.