Greve, Aleida (1670-1742)

 
English | Nederlands

GREVE, Aleida (ged. Zwolle 21-4-1670 – gest. Zwolle 4-2-1742), amateurschilderes en stichteres van het Vrouwenhuis in Zwolle. Dochter van Geurt Greve (1634-1680), bierbrouwer, en Lamberta Holt (gest. 1691). Aleida Greve bleef ongehuwd.

Aleida Greve werd geboren als tweede van zes kinderen (2 jongens en 4 meisjes) in een Zwols regentenmilieu. Haar vader verwierf bierbrouwerij De Gouden Kroon, gelegen in de Voorstraat, door zijn huwelijk in 1665 met Lamberta Holt, weduwe van bierbrouwer Herman van Marle. Volgens een accijnsregister produceerde de brouwerij in 1673 de meeste vaten bier van Zwolle. Geurt Greve bekleedde verder de bestuurlijke functies van controleur van de convooien en licenten, burgerhopman en kerkmeester. Haar moeder had uit haar eerste huwelijk reeds een dochter, Cornelia van Marle. Na de dood van haar ouders en haar oudste broer Herman, de beoogd opvolger, zette Aleida Greve met haar zusters nog elf jaar bierbrouwerij De Gouden Kroon in de Voorstraat voort. Om zelfstandig te kunnen handelen vroeg de net 21-jarige Aleida bij het stadsbestuur daarvoor een meerderjarigheidsverklaring aan. In 1702 verkochten de ongehuwd gebleven zusters Greve de brouwerij. 

De families Greve, Holt en Van Marle verkeerden via hun bestuurlijke posities in kunstminnende kringen, en kwamen zo in aanraking met de familie van onder anderen de schilderessen Gesina ter Borch en Aleijda Wolfsen.

Schilderles

Met haar halfzus Cornelia van Marle, haar nicht Anna Cornelia Holt en haar achternicht Sophia Holt ontving Aleida Greve vier jaar lang schilderles van de Dordtse schilder Wilhelmus Beurs (geb. 1656). Dit blijkt uit het instructieboek voor schilders en kunstliefhebbers dat Beurs onder de titel De groote waereld in ’t kleen geschildert… in 1692 publiceerde. Die schilderlessen moeten dus voor 1692 hebben plaatsgevonden. ‘Met aanwas van lust en ongemene voortgang voortgezet’: zo beschrijft Beurs de houding van de vier jonge vrouwen die in Zwolle zijn leerlingengroepje vormden. Hij draagt zijn boek op aan de vier jongedames en noemt hen zijn ‘zeer geachte en geliefde leerlingen, mijn vermaak en kroone’.

In 1686 schilderden de vier jongedames een werk van ongeveer 115 bij 100 centimeter, een voor amateurs opmerkelijk groot formaat. Een portret van een jonge vrouw in een heuvelachtig landschap, met een roodstaartpapegaai op de hand die van de druiven op de voorgrond snoept (1686), is waarschijnlijk een zelfportret van Aleida. Het werk vertoont veel overeenkomst met het (zelf)portret van haar vijftienjarige nicht Anna Cornelia Holt. Hun schilderijen vormen eigenlijk drie-werken-in-één: portret, landschap en stilleven. De meisjes hebben zich vooral op het portret en de soorten vruchten uitgeleefd.

Van de hand van Aleida Greve zijn nog vijf gesigneerde schilderijen bekend. In 1687 schilderde zij het portret van een vrouw in een parklandschap, en een jaar later een bijbehorend schilderij van een man. Beiden zijn – geheel volgens de mode – gesitueerd in een tuin met beelden, fonteinen, gebroken zuilen en tempels in een italianiserend landschap. Een bewaard gebleven tekening van Beurs laat een parklandschap zien dat veel overeenkomst vertoont.

Uit het jaar 1689 zijn drie werken bekend: een jachtstilleven van dode vogels en twee berglandschapjes, een met een beeld en de ander met een ruïne en een meer bij volle maan. Meesterwerken zijn de schilderijen van de vier jongedames zeker niet, maar het is een unicum in de Nederlandse kunstgeschiedenis dat tien schilderijen van een groepje schilderende dilettantes uit de zeventiende eeuw als een eenheid bewaard gebleven zijn. Met de stichting van een Vrouwenhuis zorgde Aleida Greve er bovendien voor dat de werken een permanente behuizing kregen.

Een Vrouwenhuis

In 1706 kochten de gezusters Greve het huis aan de Grote Aa van de erfgenamen van Pieter Soury en Aleijda Wolfsen. Een ongehuwde tante en oom kwamen bij hen wonen. Dertien jaar later maakte Aleida in een zwierig handschrift eigenhandig een uitgebreid testament op. Zij was toen 49 jaar oud. Net als enkele voorvaders, die ook aan liefdadigheid voor oudere mensen deden, bestemde Aleida Greve ‘met een christelijk mededogen bewogen en ingenomen zijnde’ haar woonhuis aan de Grote Aa na haar dood tot een onderkomen voor ‘oude vrouwen en vrijsters’: een (Oude) Vrouwenhuis. Zij stelde een uitgebreid huisreglement op voor veertien bewoonsters, die lid moesten zijn van de hervormde kerk. Om inkomsten voor het huis te garanderen liet zij haar Vrouwenhuis ook een aanzienlijke hoeveelheid onroerend goed en landerijen na. In 1736 voegde Aleida nog aan het testament toe dat de magistraat van Zwolle geen inzage in de administratie zou mogen hebben.

Aleida Greve had de naam ‘de rijkste vrouw van Zwolle’ te zijn, en inderdaad groeide haar vermogen door erfenissen gestaag. Volgens de belastingregisters uit 1734 en 1738 behoorde zij tot de zes rijkste inwoners van Zwolle. De rijkste vrouw was zij volgens deze registers niet, maar een optelsom van de legaten in haar testament leert dat haar vermogen in 1734 en 1738 te laag was getaxeerd.

Op 4 februari 1742 stierf Aleida Greve, 71 jaar oud. Acht dagen later werd zij in de Grote Kerk van Zwolle begraven. Daarbij werd de klok een uur geluid. Met Aleida stierf haar tak van de familie uit. Haar aangetrouwde achterneef G.W. Golts liet als eerste directeur haar huis aan de huidige Melkmarkt 53 meteen verbouwen tot een Oude Vrouwenhuis en plaatste een gevelsteen die aan de stichteres herinnert. De eerste bewoonster was Aleida’s eigen trouwe dienstbode Sophia Jans, die zij met een pensioen van honderd carolusguldens per jaar had bedacht.

Bijna twee eeuwen zou de stichting door familie worden beheerd. Vanaf 1916 werd een bestuur van regenten aangesteld. Tot 1984 vervulde het huis de functie van hofje voor bejaarde vrouwen. Sindsdien wordt het nog maar gedeeltelijk door enkele jonge vrouwen bewoond. Het grootste deel van het monumentale pand met de schilderijencollectie heeft sinds die tijd een museale bestemming.

Naslagwerken

Elck zijn waerom; Overijsselse Biografieën; Vrouwen en kunst in de republiek; Zwols Biografisch Woordenboek.

Archivalia

Collectie Overijssel, locatie Zwolle : DTB-boeken Zwolle, toegang 0709, inv.nr. 700, p. 319; t. 0709, inv.nr. 741, p. 223. NH-gemeente Zwolle,  toeg. 1140, inv.nr. 140, p. 40. Stadsarchief Zwolle, t. 0700, inv.nr. 72, p. 329; Registers taxatie 1000 en 500 penning, t. 0700, inv.nr. 9442. Archief Vrouwenhuis, toeg. 1728, inv.nrs. 23 t/m 29.

    Werken

    Er zijn zes schilderijen van Aleida Greve bekend. Zij worden alle in het Vrouwenhuis te Zwolle bewaard.

    Literatuur

    • Wilhelmus Beurs, De groote waereld in ’t kleen geschildert, of schilderagtig tafereel van ’s weerelds schilderyen, kortelijk vervat in ses boeken. Verklarende de hooftverwen, haare verscheide mengelingen in oly, en der zelver gebruik… (Amsterdam 1692).
    • Catalogus van de Overijssels-geschiedkundige tentoonstelling van 1882 (Zwolle 1882) nrs. 1213, 1214.
    • E.W. Moes, Iconographia Batava. Beredeneerde lijst van geschilderde en gebeeldhouwde portretten van Noord-Nederlanders in vorige eeuwen 1 (Amsterdam 1897).
    • Catalogus van de Nationale Tentoonstelling van vrouwenarbeid. Historische afdeling (Den Haag 1898) nrs. 1085, 1086.
    • H. van Hall, Portretten van Nederlandse beeldende kunstenaars. Repertorium (Amsterdam 1963) 119.
    • Jan ten Hove, Het Vrouwenhuis te Zwolle (Zwolle 1994).
    • Pieter van der Heijden, ‘Zelfportret van een weldoenster’, Vitrine 10 (1997) maart/april, 40-41.
    • Jean Streng, ‘“Fraeye consten ende wetenschappen”. Zwols cultureel leven in de zeventiende eeuw’, in: J. Streng en L. van Dijk, Zwolle in de Gouden Eeuw. Cultuur en schilderkunst (Zwolle 1997) 15, 21, 32.
    • Wim Huijsmans, ‘Melkmarkt 39. Drie huizen aan de Grote Aa’, in: Stedelijk Museum Zwolle. Perspectieven. Tentoonstellingscatalogus (Zwolle 1997) 27-34.
    • E.A. Honig, ‘The gentle art of being “artistic.” Dutch women’s creative practices in the 17th century,’ Women’s Art Journal 2 (2001/2002) 31-39.
    • Saskia Zwiers, ‘De muiltjes van Aleida Greve’, in: H. Clevis red., Archeologie en bouwhistorie in Zwolle 5 (Zwolle 2005) 116-122.
    • Jan ten Hove, Saskia Zwiers, Hofjes in Zwolle. 700 jaar huisvesting voor ouderen (Zwolle 2017).
    • Saskia Zwiers, ‘Aleida Greve 1670-1742,’ in : Vrouwenwandeling Zwolle (Zwolle 2022).
    • Jan ten Hove en Saskia Zwiers, Bier in Zwolle. De Gouden Kroon van Greve (Zwolle 2022).

    Illustratie

    Portret van een jonge vrouw met vogel, vermoedelijk zelfportret, 1686 (Vrouwenhuis, Zwolle). Uit: Ten Hove, Het Vrouwenhuis te Zwolle.

    Auteur: Saskia Zwiers

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 394

laatst gewijzigd: 11/12/2022

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.