Naaldwijk, Griete van (1398-1424)

 
English | Nederlands

NAALDWIJK, Griete van, ook bekend als Griete van Opstal (geb. 1398 – gest. Diepenveen 21-10-1424), conversin in het klooster Diepenveen. Dochter van Hendrik van Naaldwijk, maarschalk van de graaf van Holland, en Katharina van Heenvliet.

Griete van Naaldwijk werd geboren in een gezin van zes kinderen. Haar vader was een belangrijk hoveling, haar moeder was een dochter uit het hoogadellijke geslacht Van Heenvliet. Het levensverhaal van Griete is ingebed in de ‘vita’ van haar oudere zus Katharina, opgenomen in het zusterboek van Diepenveen.

Na de intrede in 1412 van zus Katharina in Diepenveen, het eerste vrouwenklooster van de Moderne Devotie (zie Salome Sticken), kreeg Griete van haar vader de vraag voorgelegd of zij niet óók kloosterlinge wilde worden. Haar ouders waren namelijk bang, aldus het zusterboek, dat hun dochter als rijke erfgename geschaakt zou worden. Tijdens de plechtigheid van de professie van Katharina raakte Griete zo onder de indruk van het kloosterleven, dat zij er wilde blijven. Vanwege haar slechte gezondheid werd ze niet geschikt geacht om de zware functie van koorzuster (met urenlange gebeden) te vervullen, en werd zij slechts toegelaten als conversin, lekenzuster. Haar moeder, de vrouwe van Naaldwijk, nam genoegen met deze nederige postie voor haar dochter, iets dat door de auteur van de ‘vita’ werd gezien als teken van grote godsvrucht. Op 24 juni 1414 deed Griete haar intrede in Diepenveen. Zij was toen zestien jaar.

Griete kwam onder de hoede van haar zus Katharina te staan. Beiden deden hun uiterste best om hun nederigheid te tonen. Zo liepen ze rond in armoedige en vuile habijten. Griete deed vooral huishoudelijk werk: zij werkte bijvoorbeeld als hulp in het bakhuis. Op het feest van Sint Jacob (25 juli) 1424 liep Griete een zware inwendige bloeding op toen zij zich vertilde aan een zware pan. Hierdoor werd zij bedlegerig. Op de dag van het feest van de Elfduizend Maagden (21 oktober) vroeg de zieke Griete wie toch al die vrouwen met witte gezichten waren, die zich om haar bed hadden verzameld. Er waren op dat moment echter nauwelijks zusters aanwezig; volgens de ‘vita’ moesten het wel de heilige maagden zijn, die Griete altijd speciaal had vereerd. Griete van Naaldwijk overleed tijdens de hoogmis op het feest van de Elfduizend Maagden in 1424.

Naslagwerken

Carasso-Kok; NNBW.

Handschriften

  • KB Brussel, Handschriften: 8849-8859, Handschrift B, fol. 225r-226v [Latijnse vertaling van de ‘vita’].
  • Stads- en Athenaeumbibliotheek, Deventer, Handschriften: Suppl. 198 (101 E 26), fol. 226r-266v.
  • Historisch Centrum Overijssel, Zwolle: Collectie van Rhemen, inv. nr. 1, handschrift D, fol. 45c-70a.

Literatuur

  • Van den doechden der vuriger ende stichti­ger susteren van Diepen Veen (‘Handschrift D’). Eerste gedeelte - De tekst van het handschrift, D.A. Brinkerink ed. (Leiden 1904) 87-133.
  • W.J. Kühler, Johannes Brinckerinck en zijn klooster te Diepenveen (Rotterdam 1908; 2de dr. 1914).
  • J.L. van der Gouw, De regulieren van Rugge (Alphen a/d Rijn 1986).
  • L. Jongen en W. Scheepsma, ‘Wachten op de hemelse Bruidegom. De Diepenveense nonnenviten in literairhistorisch perspectief’, in: Th. Mertens e.a., Boeken voor de eeuwigheid. Middelnederlands geestelijk proza (Amsterdam 1993) 295-317, 467-476.
  • Wybren Scheepsma, Hemels verlangen (Amsterdam 1993) 66-97.
  • Wybren Scheepsma, Deemoed en devotie. De koorvrouwen van Windesheim en hun geschriften (Amsterdam 1997) [bevat een uitgebreide literatuuropgave].
  • Anne Bollmann, Frauenleben und Frauenliteratur in der Devotio moderna. Volkssprachige Schwesternbücher in literarhistorischer Perspektive (z.p. 2004).

Auteur: Dimphéna Groffen

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 41

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.