© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Raymond Fagel, Johanna van Castilie, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/johannavancastilie [13/01/2014]
JOHANNA van CASTILIË, ook bekend als Johanna de Waanzinnige (geb. Toledo, Spanje 6-11-1479 – gest. Tordesillas 12-4-1555), vrouw van Filips de Schone en moeder van Karel V. Dochter van Ferdinand van Aragon (1452-1516) en Isabella van Castilië (1451-1504). Op 20-10-1496 trouwde Johanna van Castilië in Lier met Filips de Schone (1478-1506), hertog van Bourgondië en heer der Nederlanden. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 4 dochters geboren.
Als dochter van de Katholieke Koningen was Johanna voorbestemd om via een politiek huwelijk de dynastieke belangen van haar familie, het huis Trastámara, te dienen. Zij werd opgevoed in de christelijke waarden, maar kreeg ook een klassieke scholing. Op veertienjarige leeftijd beheerste Johanna reeds het Latijn en zij zou zelfs gedichten in die taal hebben geschreven. Zij leerde rijden op een muildier, zoals in Spanje gebruikelijk was, en verder kreeg zij les in muziek en dans. Aangezien zij slechts het derde kind was in de lijn van opvolging, werd er weinig aandacht besteed aan de voorbereiding op een politieke rol.
Haar leven veranderde toen Spaanse en Habsburgse diplomaten op 5 november 1495 een huwelijksverdrag sloten voor Johanna en Filips de Schone, de jonge hertog van Bourgondië en heer van de Nederlanden. Als zoon van keizer Maximiliaan van Oostenrijk was Filips bovendien voorbestemd om eens tot keizer van het Roomse Rijk te worden verkozen. Op 20 oktober 1496 trouwden Johanna en Filips in de kerk van Lier en in de Lage Landen werden tussen 1498 en 1501 hun eerste drie kinderen geboren.
Een aantal snel opeenvolgende sterfgevallen in de familie, waaronder die van haar broer Don Juan en haar oudste zus Isabella, maakten van Johanna plotseling de rechtmatige opvolgster van haar beide ouders. Filips de Schone zou zo via zijn vrouw als koning van Castilië en Aragon aan de macht kunnen komen. Als toekomstige erfgenamen maakte het paar tussen 1501 en 1502 een inhuldigingsreis door Spanje, waar Johanna beviel van haar tweede zoon. Filips was echter al voor diens geboorte uit Spanje vertrokken en Johanna zou ruim een jaar bij haar ouders in Spanje achterblijven. Na terugkeer in de Nederlanden kreeg Johanna het bericht te horen dat haar moeder op 26 november 1504 was overleden. Vanaf dat moment was zij de wettige koningin van het machtige koninkrijk Castilië.
Zowel haar vader als haar echtgenoot probeerde via Johanna de uitvoerende macht in Castilië in handen te krijgen. De houding van Johanna in deze situatie valt moeilijk te bepalen. Er wordt vooral over haar geschreven, maar brieven van haar hand zijn nauwelijks bewaard gebleven. Toen al was er sprake van dat zij wellicht tot regeren niet in staat zou zijn. Op 27 april 1506 arriveerden Filips en Johanna met groot gevolg in Spanje en na enige tijd kwamen Filips en Ferdinand van Aragon tot een akkoord. Ferdinand zou zich in ruil voor financiële concessies terugtrekken uit Castilië. Binnen een maand na sluiting van het verdrag stierf Filips in Burgos, volkomen onverwacht. Ook nu nam Johanna het bestuur van Castilië echter niet zelf ter hand; haar vader keerde naar Castilië terug om het regentschap op zich te nemen.
Vanaf de dood van haar man trok Johanna rond met een kleine hofhouding en met het lijk van Filips, totdat zij in 1509 door haar vader werd geïnterneerd in het koninklijke paleis van Tordesillas. Zij zou er tot haar dood in 1555 blijven. Johanna werd eerst door haar vader en later door haar zoon Karel V geheel afgesloten van de buitenwereld. In naam regeerde Karel samen met zijn moeder over Castilië, maar zij speelde geen enkele actieve politieke rol. Alleen ten tijde van de opstand van de 'Comuneros' (1520-1521) probeerden de Castiliaanse opstandelingen tevergeefs om Johanna aan hun kant te krijgen. Pas na de dood van Johanna droeg Karel V zijn rechten op de Spaanse troon over aan zijn zoon Filips II.
Johanna van Castilië is dynastiek van grote betekenis geweest: zij was de moeder van twee keizers (Karel V en Ferdinand I) en vier koninginnen (Eleonora van Portugal en Frankrijk; Isabella van Denemarken; Maria van Hongarije en Catharina van Portugal). Toch is zij vooral de geschiedenis ingegaan als Johanna de Waanzinnige.
De mythe van Johanna de Waanzinnige
Johanna's moeder, Isabella van Castilië, had zelfstandig over Castilië geregeerd en er bestond dus geen formele belemmering voor Johanna als vrouw om te regeren. Zij heeft de macht echter nimmer in handen gekregen. Ter verklaring hiervan hebben historici sinds de negentiende eeuw gewezen op de erfelijke geestesziekte (schizofrenie) binnen de familie Trastámara, die later ook bij de Spaanse Habsburgers zou doorwerken. Ook is er een meer romantische verklaring: Johanna zou een enorme passie voor haar echtgenoot hebben gehad die eerst leidde tot uitbarstingen van jaloezie en na zijn dood tot waanzin. Het is dit beeld dat in veel oudere biografieën en literaire werken naar voren komt, zoals ook in het populaire boek van Johan Brouwer over Johanna. Deze visie vinden we ook in de opera 'Rage d'amours' van Robert Zuidam, die in 2005 veel succes had op het Holland Festival.
In de twintigste-eeuwse historiografie komt er nog een andere verklaring naar voren: Johanna zou het slachtoffer zijn geweest van de politieke ambities van haar echtgenoot en haar vader. In de strijd om de macht in Castilië misbruikten zij de wettige erfgename en hielden zij haar af van het zelfstandig vervullen van haar functies. Jan Brans heeft in zijn biografie voor deze optie gekozen. De meest recente biografie van Johanna, geschreven door Bethany Aram, trekt deze lijn verder door. Een belangrijke bouwsteen voor haar betoog is de ontdekking dat Johanna's afstandsverklaring ten gunste van Filips voorzien is van een vervalste handtekening. Aram legt de nadruk op de zwakke positie van vrouwelijke vorsten. Zij konden niet zonder de steun van mannen. Zo had Isabella van Castilië haar macht te danken gehad aan haar huwelijk met Ferdinand van Aragon. Johanna zou geprobeerd hebben om steun te vinden bij haar vader en haar echtgenoot, maar die wensten haar alleen maar te gebruiken voor hun eigen belangen. Johanna was machteloos en verloor zelfs de controle over haar eigen hofhouding. In een dergelijke situatie, waarin zij niemand meer kon vertrouwen, weigerde zij nog langer om haar medewerking te verlenen aan het bestuur. Zij zou zich in een soort zelfgekozen religieus isolement hebben gestort en ook haar mogelijke woedeuitbarstingen zouden het gevolg zijn geweest van deze machteloosheid.
De bronnen bieden zowel belastende als ontlastende gegevens betreffende haar zwakke geestelijke gesteldheid. Deze tweestrijdigheid heeft ongetwijfeld bijgedragen aan de diagnose van schizofrenie, maar kan natuurlijk ook het gevolg zijn van een complexe werkelijkheid. Dat zij niet in staat is geweest om de macht in eigen handen te nemen, staat echter vast. Ook op het moment dat Filips de Schone stierf en Ferdinand zich ver weg bevond, nam zij de regering niet op zich. Een mogelijk tweede huwelijk van Johanna had overigens de machtsverhoudingen in Europa geheel door de war kunnen gooien.
Johanna is door toeval in het centrum van de macht terechtgekomen, een positie waar zij in het geheel niet op voorbereid was geweest. Dit in tegenstelling tot haar moeder, die zich al jong met de politiek was gaan bezighouden. Of Johanna daadwerkelijk geprobeerd heeft om een politieke rol te vervullen maar daarin is tegengewerkt, of dat zij daartoe geen ambities heeft gehad en er mogelijk ook niet toe in staat was, blijft voorlopig open voor discussie. Geheel waanzinnig lijkt zij echter niet te zijn geweest, maar wellicht wel 'onbekwaam tot regeren' zoals in sommige Nederlandse kronieken uit de zestiende eeuw is te lezen. Dat is echter een kwalificatie van een geheel andere orde.
Naslagwerken
Nouvelle Biographie Nationale.
Literatuur
- Louis Prosper Gachard, ‘Jeanne la Folle’, Etudes et Notices Historiques concernant l'Histoire des Pays-Bas, deel 2 (Brussel 1890) 213-334.
- Johan Brouwer, Johanna de Waanzinnige. Een tragisch leven in een bewogen tijd (Amsterdam 1940).
- Jan V.L. Brans, De gevangene van Tordesillas (Leuven 1962).
- Lieve Reynebeau, ‘Een hofordonnantie en een état van Johanna van Castilië, 1500-1501’, Bulletin van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis 165 (1999) 243-270.
- Manuel Fernández Álvarez, Juana la Loca 1479-1555 (Madrid 2001).
- Jean-Marie Cauchies, Philippe le Beau, le dernier duc de Bourgogne (Turnhout 2003).
- Miguel Ángel Zalama, Vida cotidiana y arte en el palacio de la reina Juana I en Tordesillas (2de druk; Valladolid 2003).
- Bethany Aram, Juana the Mad. Sovereignty & dynasty in Renaissance Europe (Baltimore 2005).
- Raymond Fagel, ‘Juana de Castilla y los Países Bajos. La historiografía neerlandesa sobre la reina’, in: Miguel Ángel Zalama red., Juana I de Castilla (1504-1555). De su reclusión en Tordesillas al olvido de la historia (Valladolid 2006) 87-106.
Illustratie
Meester van het leven van de Heilige Jozef, Johanna van Castilië, met Brussel op de achtergrond. Linkerluik van de triptiek van Zierikzee met het laatste oordeel, ca. 1505 (Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van België, Brussel).
Auteur: Raymond Fagel
Biografienummer in 1001 Vrouwen: 70
laatst gewijzigd: 13/01/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.