Nasi, Gracia (ca. 1510-1569)

 
English | Nederlands

NASI, Gracia, ook bekend als Gracia Mendesia en als Beatrice de Luna (geb. Portugal ca. 1510 – gest. Constantinopel (Istanbul) 1569), zakenvrouw. In 1528 trouwde Gracia Nasi met Francisco Mendes (gest. 1536), bankier en koopman. Uit dit huwelijk werd 1 dochter geboren.

Gracia Nasi werd rond 1510 geboren in de welgestelde en invloedrijke Portugese familie Nasi. Haar christelijke naam Beatrice de Luna is wellicht terug te voeren op haar moeders familie. In 1528 trouwde zij met Francisco Mendes, een telg uit de Lissabonse bankiersfamilie Benveniste (Mendes was hun christelijke naam). In 1536 overleed Francisco Mendes. Zijn fortuin liet hij na aan dochter Reyna en aan zijn broer Diogo, die een vestiging van het handelshuis Mendes in Antwerpen leidde. Als moeder en voogd nam Gracia Nasi het beheer over Reyna’s erfenis op zich.

Antwerpen

Op 23 mei 1536 werd in Portugal de Inquisitie volgens Spaans model ingesteld. Op het heimelijk vasthouden aan het joodse geloof kwam de doodstraf door verbranding te staan. Er stonden ook zware straffen op het bieden van hulp aan ketters en schijnchristenen (maranen). Met die laatsten werden joden bedoeld die zich tot het christendom hadden bekeerd om aan vervolging te ontkomen. Lissabon werd daarmee een gevaarlijke plaats voor de familie Mendes. Gracia Nasi vertrok met haar dochtertje Reyna, haar ongehuwde zuster Brianda en twee neefjes (een van hen was João Miguez ofwel Joseph Nasi, de latere graaf van Naxos) naar Antwerpen, waar haar zwager Diogo Mendes een centrale rol speelde in de maranengemeenschap. Het dochtersdeel uit Francisco Mendes’ nalatenschap werd toegevoegd aan dat van Diogo Mendes en samen gaven Gracia en Diogo leiding aan het familiebedrijf. De banden tussen beide families werden nog hechter toen Gracia’s zuster Brianda trouwde met Diogo (tussen 1536 en 1542).

Eind 1542 of begin 1543 overleed Diogo Mendes. In zijn testament had hij Gracia Nasi aangewezen als zijn administratieve opvolger en beheerder van zijn vermogen. Zo kwam zij aan het hoofd te staan van één van de toentertijd grootste en rijkste ondernemingen van Europa. Haar neef João werd formeel partner in de onderneming en was verantwoordelijk voor de buitenlandse contacten en zakenrelaties. Hij bouwde een netwerk op dat reikte van Spanje tot Turkije. In Antwerpen werden de maranen eveneens met argwaan bejegend. Zo was al in 1532 een aanklacht ingediend tegen Diogo Mendes omdat er getwijfeld werd aan de oprechtheid van zijn bekering. Na zijn dood kwam Gracia Nasi zelf onder verdenking te staan. Zij moest aantonen dat de familie Mendes geen schijnchristenen waren, anders zou de overheid beslag leggen op het familiefortuin. Daarom vertrokken Gracia Nasi en haar zuster Brianda in 1544 met hun beider dochters naar Venetië.

Venetië

Over Gracia Nasi’s leven in Venetië is weinig meer bekend dan dat zij er haar christelijke naam Beatrice de Luna voerde. In 1549 werd zij gearresteerd op verdenking van het heimelijk uitoefenen van de joodse religie. Gesuggereerd wordt dat haar eigen zuster haar uit jaloezie bij de inquisitie aangaf (Roth, 54-56). De Venetiaanse overheid nam het familiekapitaal in beslag.

In de loop der jaren had Gracia Nasi echter delen van het kapitaal doorgesluisd naar Constantinopel, de stad waar joden toen hun geloof vrijelijk konden belijden. De familie beschikte ook over een netwerk van vrienden in Turkije. Een van die contacten was Moses Hamon, lijfarts van sultan Suleiman de Grote. Nadat hij Gracia Nasi’s situatie aan de sultan had voorgelegd, wendde deze zijn diplomatieke invloed aan om een vrijgeleide voor Gracia en haar familie naar Constantinopel te eisen. Dat lukte. De familie reisde via Ferrara, waar Gracia Nasi tussen 1550 en 1553 haar naam vestigde als ‘patrones van de joodse Schone Letteren’, onder meer door haar financiële bijdrage aan de vertaling van de Hebreeuwse Bijbel (de Ferrara Bijbel). Daar ook droeg Samuel Usque in 1553 zijn geschrift, Consolaçam às Tribulaçoens de Israël aan haar op, onder verwijzing naar haar prominente rol in de hulp aan maraanse en joodse vluchtelingen.

Constantinopel

In 1553 kwam Gracia Nasi aan in Constantinopel. Blijkens verslagen van ooggetuigen moet haar intocht indrukwekkend zijn geweest. Ze arriveerde in een triomfstoet en werd door de joodse gemeenschap als een heldin ontvangen. Hiervan is verslag gedaan door onder meer de Spaanse auteur Andrés Laguna en de Duitse zakenman Hans Dernschwam. Gracia Nasi verklaarde zich ‘officieel’ joods en heeft tot haar dood het judaïsme openlijk gesteund. Zij gold als één der groten van de stad en onderhield contacten met tal van geleerden en met het hof van de sultan. Deze contacten gebruikte zij om de joodse cultuur en godsdienst te stimuleren, bijvoorbeeld door de bouw van een synagoge ‘Livyat Hen’ en steun aan joodse scholen, en om elders in Europa vervolgde maranen en joden te helpen vluchten naar veiliger oorden. Uit deze ‘Turkse periode’, de laatste episode van haar leven, is veel materiaal bewaard gebleven.

Naslagwerken

Jewish Encyclopedia; New Jewish Encyclopedia; NNBW.

Literatuur

  • J. Zwarts, De vestiging der sephardiem in de Republiek der Vereenigde Nederlanden (Amsterdam 1922).
  • I. Prins, De vestiging der Marranen in Noord-Nederland in de zestiende eeuw (Amsterdam 1927).
  • A. Fernand-Halphen, Une grande dame juive de la Renaissance: Gracia Mendesia-Nasi (z.p. 1929).
  • L. Wolf, Essays in Jewish history (Londen 1934).
  • A. Brugmans en H. Frank, Geschiedenis van de joden in Nederland (Amsterdam 1940).
  • C. Roth, The House of Nasi. Doña Gracia (Philadelphia 1948).
  • M.H. Gans, Memorboek. Platenatlas van het leven der joden in Nederland van de middeleeuwen tot 1940 (Baarn 1971).
  • Andrée Aelion Brooks, The woman who defied kings. The life and times of Dona Gracia Nasi - a jewish leader during the Renaissance (Minnesota 2004).
  • N. Mayer-Hirsch, ‘Het dal der tranen, leven van Gracia Mendez’,op: http://www.geocities.com/athens/oracle/9784/dona.html.

Auteur: Monika Saelemaekers

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 105

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.