Bisschop, Lysbeth de (1566-1652)

 
English | Nederlands

BISSCHOP, Lysbeth Philipsdr. de, vooral bekend als Lysbeth Philips (geb. Amsterdam 4-1-1566 – gest. Amsterdam 25-5-1652), remonstrantse koopmansvrouw die zich verzette tegen de geloofsvervolgingen. Dochter van Philips de Bisschop (ca. 1520-1567), notaris, en Baefje Olofs (1527-1573). Op 15-2-1598 trouwde Lysbeth Philips in Amsterdam met Rem Bisschop (1572-1625), koopman. Uit dit huwelijk werden 4 dochters en 2 zoons geboren, van wie 2 dochters de volwassen leeftijd bereikten.

Lysbeth Philips was de jongste dochter van Philips de Bisschop, een notaris uit Gent die sedert 1546 in Amsterdam woonde, en Baefje Olofs, een geboren Amsterdamse. Met haar man, de kleermakerszoon Rem Bisschop, vertrok zij in 1598 naar Koningsbergen (Kaliningrad), waar het echtpaar grote rijkdom vergaarde. Daar werden vier kinderen geboren, van wie er drie jong stierven. In 1605 keerde het echtpaar terug naar Amsterdam met hun dochter Geertruid, geboren in 1604. In 1609 werd dochter Baefje geboren. Een in 1611 geboren zoon is jong gestorven. De zwager van Lysbeth Philips was de bekende remonstrantse theoloog Simon Episcopius (1583-1643).

Kerkelijke conflicten

De naam van Lysbeth Philips is overgeleverd vanwege haar rol in de remonstrantse gemeenschap van Amsterdam. In zijn Historie der Reformatie (1660-1704) beschrijft de remonstrantse historicus Gerard Brandt (1626-1685) de terreur die Rem Bisschop en zijn gezin ondergingen tijdens en na de Bestandstwisten. Ook Philips van Limborch (kleinzoon van Rem Bisschop en Lysbeth Philips) maakt uitgebreid melding van deze verhalen in zijn Leven van Simon Episcopius (1693). Later neemt de staatsgezinde Jan Wagenaar deze verhalen over in zijn Amsterdam in zyne opkomst, aanwas, geschiedenissen (1760). Duidelijk wordt dat Lysbeth Philips zich niet de mond liet snoeren.

Op zondag 19 februari 1617 ontstond er een oploop voor het huis van Rem Bisschop aan de Koningsgracht (= Singel) omdat er geruchten waren dat er in zijn huis gepreekt zou worden. Jongens gooiden met stenen. Het huis werd opengebroken en geplunderd – de schade zou vijfduizend gulden bedragen. Toen Lysbeth Philips als laatste het huis verliet, werd zij door een menigte achtervolgd. Ze vluchtte over een schutting en viel flauw in de tuin van burgemeester Jacob Witsen. Toen ze bijkwam, vroeg hij haar wat er aan de hand was, waarop zij losbarstte: ‘Ja, mijnheer, dit zijn nou de vruchten van de preken van uw predikanten, die het volk op deze manier tegen ons ophitsen’ (geciteerd bij Kloek, ‘De gezeefde werkelijkheid’, 95). De dag erna werd het echtpaar aangezegd om zich van het avondmaal te onthouden.

In januari 1620 werd Rem Bisschop voor de schepenen ontboden omdat er bij de Leidse remonstrant Stochius verdachte brieven waren gevonden. Zowel Brandt als Van Limborch stellen dat Rem zich door zijn vrouw liet overhalen om te vluchten. Toen er een bode aan de deur kwam, zei Lysbeth Philips dat haar man niet zou komen. Daarop nam de bode haar zelf maar mee naar het stadhuis. Daar zei zij dat ze nog liever zelf de gevangenis in ging dan haar onschuldige man te sturen (‘Mijne heren, dat hij niet komt is niet zijn schuld maar de mijne. (...) Ik wil, sprak ze, eer dat ik mijn man, hoewel ik weet dat hij onschuldig is, zou bewegen om hier voor de Heren te komen, zonder verzekering van niet vastgehouden te worden, veel liever zelf de gevangenis ingaan, ja, al mijn goed, en zelfs, ware het nodig, mijn leven om zijnentwil verliezen’ (Brandt, Historie der Reformatie 4, 184).

Op 28 augustus 1621 was Lysbeth Philips aanwezig bij een verboden bijeenkomst van de remonstranten waarbij de Hoornse predikant Dominicus Sapma werd gearresteerd. Lysbeth Philips protesteerde tegen de wijze waarop hij werd behandeld. Zij verwees daarbij naar het verleden, toen protestanten door de ‘paapse vervolgingen’ soms netter werden behandeld dan de arme Sapma nu, die werd vastgebonden alsof hij een dief of moordenaar was. Ze eiste dat hij losgemaakt werd, en stelde zich ervoor garant dat hij niet zou vluchten. Hierop werden Sapma’s armen losgemaakt, en dat was maar goed ook, want nu had hij zijn handen vrij om een lijst met namen van voorname remonstranten onder het kussen te verstoppen. Sapma werd gevangen gezet, maar niet lang daarna door een list van zijn vrouw Grietje Ulbes bevrijd.

Een laatste optreden van Lysbeth Philips wordt gemeld in hetzelfde jaar 1621. Vertegenwoordigers van de kerkenraad hielden Rem en Lysbeth voor dat zij zich aan de tucht dienden te onderwerpen, waarop Bisschop antwoordde dat hij toch al sinds 1617 van het avondmaal werd afgehouden en dat men al die tijd niet naar hem had omgekeken. Lysbeth viel hem bij: ‘Als u ons inderdaad zozeer liefhad als u zegt, hoe kan het dan dat u ons zo lang bent vergeten?’ De kerkenraadsleden bleven echter volhouden dat Rem Bisschop voor de kerkenraad moest verschijnen, waarop Lysbeth Philips zei: ‘Dat zal mijn man, hoop ik, niet doen. Hij zal daar niet verschijnen, dat bid ik hem dag en nacht. Ik weet, Broeders, hoe u in uw consistorie handelt. Uw (s)treken zijn ons meer bekend dan gij denkt. We weten hoe gij met uw medebroeders heeft gehandeld, die u met vrouw en kinderen op de dijk heeft gezet’ (geciteerd bij Kloek, ‘Gezeefde werkelijkheid’, 98). Op 31 december 1623 werden Rem Bisschop en Lysbeth Philips bij afkondiging in de Nieuwe Kerk geëxcommuniceerd.

De weduwe Philips

Na de dood van haar man in 1625 schreef Lysbeth Philips een brief aan Episcopius die bewaard is gebleven. In deze brief gaf zij uiting aan haar grote verdriet. Een aantal troostbrieven aan haar, onder andere van haar zwager, is uitgegeven in de bundel Troost der gelovigen (1695). Daarin wordt zij gemaand zich niet in haar verdriet te verliezen. Lysbeth Philips bleef nauw betrokken bij de zaak der remonstranten. Zij zette in 1628 samen met 240 andere remonstranten – onder wie twintig vrouwen – haar handtekening onder een rekest aan het Amsterdamse stadsbestuur om vrije godsdienstoefening. In 1630 leende zij de remonstrantse gemeente tweeduizend gulden ter financiering van de bouw van een eigen kerk.

In hoeverre Lysbeth zelf economisch actief is geweest, is onbekend. Wel zeker is dat zij en de haren ook na de dood van Rem Bisschop zeer bemiddeld bleven. In het kohier van de tweehonderdste penning van 1631 wordt zij aangeslagen voor een bezit van 45.000 gulden en haar schoonzoon Frans van Limborch, de man van Geertruid, voor 50.000 gulden. Uit de stukken wordt tevens duidelijk dat deze Frans van Limborch sedert de dood van Rem Bisschop optrad als haar zaakwaarnemer. In 1635 liet Lysbeth Philips twee pakhuizen bouwen naast de Westerkerk, achter het huis van haar schoonzoon, iets verderop aan de Keizersgracht. Het ene pakhuis noemde zij ‘Het slot van Koningsbergen’, het andere ‘De drie astonnen’. Deze naamgeving onderstreept dat zij haar rijkdom te danken had aan de handel op Koningsbergen, en met name aan de handel in as.

Op 25 mei 1652 stierf Lysbeth Philips in de leeftijd van 86 jaar. Zij werd op 31 mei naast haar man in de Nieuwe Kerk begraven.

Archivalia

UB Amsterdam (UvA), Handschriften: Genealogische aantekeningen betr. de familie Van Limborch en brieven onder de naam van de diverse betrokkenen [voor de inventarisnummers, zie de verwijzingen bij Kloek, ‘De gezeefde werkelijkheid’(2003)].

Literatuur

  • Gerard Brandt, Historie der Reformatie en andre kerkelijke geschiedenissen, 4 delen (Amsterdam/Rotterdam 1671-1704).
  • Philippus van Limborch, Leven van Simon Episcopius, eertijdts professor der H. Theologie tot Leyden (Amsterdam 1693).
  • Johannes Molinaeus, Troost der gelovigen in ’t afsterven hunner vrienden, begrepen in verscheide brieven van geleerde mannen (Amsterdam 1695).
  • Johan Wagenaar, Amsterdam in zyne opkomst, aanwas, geschiedenissen [...], 13 delen (Amsterdam 1760-1768).
  • Els Kloek, ‘De gezeefde werkelijkheid van Lysbeth Philips de Bisschop (1566-1652). Sporen van een remonstrantse koopmansvrouw uit Amsterdam’, De Zeventiende Eeuw 19 (2003) 90-115.

Illustratie

Historiserende prent van de aanval op het huis van Rem Bisschop en Lysbeth Philips, 19-2-1619. Gravure van R. Vinkeles naar J. Buys. Uit: [Jan Fokke], Amsterdam en zyne geschiedenissen 2 (Amsterdam 1788).

Auteur: Els Kloek

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 178

laatst gewijzigd: 11/01/2023

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.