Veer, J. Adriana van der (1702-1738)

 
English | Nederlands

VEER, Johanna van der, vooral bekend als J. Adriana van der Veer (ged. Amsterdam 1-9-1702 – gest. Dordrecht 26-2-1738), piëtistisch dichteres. Dochter van Adriaen van der Veer (gest. 1702) en Elisabeth Trebellius (1667-1748). Adriana van der Veer bleef ongehuwd.

Johanna was de tweede dochter van Adriaen van der Veer en Elisabeth Trebellius. Zij en haar oudere zus Maria Elisabeth (1699-1759) werden beiden in Amsterdam gedoopt. Anderhalve maand na Johanna’s doop overleed de vader, wat waarschijnlijk de aanleiding was om Johanna de naam Adriana erbij te geven. Die naam zou ze haar hele leven voeren. Vermoedelijk zijn Adriana en Maria Elisabeth met hun moeder kort na hun vaders dood naar Dordrecht verhuisd.

Over het leven van Adriana van der Veer is zeer weinig bekend. Haar zuster trouwde in 1721 in Dordrecht met Albert van der Ulft, met wie zij twee dochters en twee zoons kreeg (de laatsten overleden jong). Adriana’s gelegenheidsgedichten, waarin ze de bezongen personen steevast alleen met initialen aanduidt, bieden een minieme blik op haar familie en vriendenkring. Voor haar twee nichtjes schreef ze verjaarsgedichten, een voor G.E.V.D.U. en een voor J.C.V.D.U., ofwel Geertruid Elisabeth (geb. 1725) en Johanna Cornelia (geb. 1727) van der Ulft. De gedichten voor haar oom J.V.D.V. en diens vrouw C.V.H. blijken bestemd voor Jan van der Veer (gest. ca. 1747) en Cornelia van Hensbergen (1676-?). Voor haar moeder, E.T. (Elisabeth Trebellius), schreef ze enkele verjaarsgedichten. Vooralsnog onbekend is de identiteit van M.V.G., een in 1673 geboren vrouw, en H.K., een man, kennelijk mensen uit haar vriendenkring. Haar grootmoeder, die geen initialen meekreeg maar die van vaders kant geweest moet zijn, werd in 1730 blijkens Adriana’s verjaarsgedicht 83. Al met al had ze waarschijnlijk weinig familie; zelf spreekt ze van ‘ons klein geslacht’ (Geestelyken nachtegaal, 301).

Adriana van der Veer heeft vanaf ongeveer 1730 nog maar zelden een pen op papier gezet, wellicht wegens een zwakke gezondheid. In het ongedateerde gedicht op de wijs van ‘Reveille vous’ over haar ‘Verlossing uyt groote krankheid’ schrijft zij dat God haar had gered ‘uit doods gevaar’ (Geestelyken nachtegaal, 181). In 1733 spreekt ze van ‘mijn zanglust, lang verdoofd’ en vier jaar later van ‘een afgemat gestel, de zanglust geheel ontwend’ (idem, resp. 300, 287). Nog geen jaar later overleed Adriana van der Veer in Dordrecht, aan de Nieuwe Haven.

In 1741 verschenen de nagelaten gedichten van J[ohanna] Adriana van der Veer onder de titel De geestelyken nachtegaal. De bundel, ingeleid met een ‘Toe-eigening aan Gods volk’, bestaat uit drie afdelingen: Bijbeldichten, Mengeldichten (de omvangrijkste) en Verjaardichten – ze getuigen zonder uitzondering van vroomheid en diep geloof. De meeste zijn geschreven op een of andere melodie, steeds aangegeven aan het begin van elk vers, en dus bedoeld om gezongen te worden. Inhoudelijk plaatsen haar verzen Adriana in piëtistische kringen – die in Dordrecht inderdaad zeer aanwezig waren. Daarop wijzen typisch piëtistische dichtonderwerpen als ‘Zelfsstryd’ en ‘Zelfs onderzoek’. Adriana was naar eigen zeggen ‘geen gestudeerd persoon’ en ‘Apollo of zijn zonen’ – deftige dichters – lagen haar niet (gecit. Lauwerkrans, 512). Haar poëzie is dan ook allerminst hoogdravend en was misschien juist daarom populair. Er zijn althans vier heruitgaven bekend van De geestelyken nachtegaal.

Naslagwerken

Van der Aa; Encyclopedie Nadere Reformatie; Lauwerkrans.

Archivalia

  • Stadsarchief Amsterdam: DTB, Ondertrouw 530, p. 40 [Adriaen van der Veer en Elisabeth Trebellius]. DTB, Dopen 108, p. 457 [Maria Elisabeth van der Veer]; 108, p. 543 [Johanna van der Veer]. Boetes begraven buiten de stad d.d. 13-10-1702 [Adriaen van der Veer].
  • DiEP Erfgoedcentrum Dordrecht: Dodenboek, toegangsnr. 11, inv. nr. 49, d.d. 18-10-1701 [lees: 1702; Adriaen van der Veer]; inv. nr. 69, d.d. 26-2-1738 [Johanna Adriana van der Veer]; d.d. 12-2-1748 [Elisabeth Trebellius].

Publicaties

De geestelyken nachtegaal, zingende alle de nagelate gedichten van jufvrouw J. Adriana van der Véér (Dordrecht 1741, herdr. 1752, 1759; vermeerderde uitg.: 1761, herdr. 1765) [geraadpleegd is de uitgave van 1765].

Literatuur

Annelies de Jeu, ‘’t Spoor der dichteressen’. Netwerken en publicatiemogelijkheden van schrijvende vrouwen in de Republiek (1600-1750) (Hilversum 2000) 61-66, 86, 87.

Illustratie

Titelpagina van De geestelyken nachtegaal, herdruk 1752 (Universiteit van Amsterdam, Bijzondere Collecties).

Auteur: Anna de Haas (met dank aan Bertus van Wijk)

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 460

laatst gewijzigd: 24/05/2016

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.