Helena Liefferts aan Constantijn Huygens
19 augustus, vermoedelijk 1641
2816a
Bron: Universiteitsbibliotheek Leiden, Hug 37, Halling-Liefferts, brieven, 6

Transcriptie

Mijnheer,

Mijnheer U.Edele mysive heb ick ontfange ende den ingeslote bryef. Maer als U.Edele schrijft souder winich trost voor Hille zijn, daer ick al voor hadde gevrest, toch wat rat, het sal eens beteren. Nu is mijn vrindelijcke bidde U.Edele gelyeve mij toch de eer te doen en commen toch teghen meregenmiddach op de porsij, te wete op boekende koeken, met U.E. bringende het geseleschap dat U.Edele angenaem is, het sal U.E. dinners altijt ten hoexste wilecom zijn. Soo ‘t U.Edele merge niet te pas comt, lat mij toch met bringerese deses eens weten wanner het U.Edele soude gelijeven, mij hyer ten hoexste op verlatende, sal zijn en blijven, Mijnheer, U.E. dinners Helena Liefferts, wedue van den Scholtus Halling.

Met hast, den 19 augustij.

[Kantlijn:] Ick heb met verwondering U.E. brief gelese, maer heb daer nog geen narder consultasij op gehoort, maer dat moet Hille efenwel weeten. Ondertusse sal ick Godt bidde U.Edele te nemen onder zijn hijllege protexcij, Godt geve U.E. goedemorge.

[Adressering:] Mijnheer, mijnheer van Suylecom, ryeder, raet en cyritaris van Sijn Hochijt tot Offelt.

Ga terug naar de briefdetails