Helena Liefferts aan Constantijn Huygens
onbekend
3169a
Bron: Universiteitsbibliotheek Leiden, Hug 37, Halling-Liefferts, brieven, 9

Transcriptie

Mijnheer,

Mijnheer, ick hope dat U.Edele noch in gode disposicij zijt. Ick hadde verstaen voor dese dat U.Edele syeckelijk wart, Godt wetet hoe bedroeft ick was. Ick hadde het an verschije persone gevracht, mar niemant en cost mij daer bericht af, soodat ick selver van mining was om selver gecomme te hebbe. Soo quam minheer Van Dorp ut het legher, die seyde dat mijnheer wel was, soo was min hert geruest. Nu als ich hoor van vertreck, heb ick mijn meyt eens over moete sijnde, U.Edele doer min plomp schrivens eens te begroeten ende eens sekerhijt te verneme ofte mijnheer noch is in goede disposijcij, sal Godt Almachtych bidde soo ick leef om goede continuwasij. Ick hadde ale gewinst dat het leeger noch een drey weeke ofte een mant styl hadde gelegen, maer nu het soo nyet en is winsche ick mijnheer gelueckige rijs. Hoppe dat Godt Almachtych U.Edele met lijefs gesonthijt sal bringe bij U.E. alderlijfte cindere, blijve in modeles U.E. otmoedege dinners, mij ende mijne man in U.E. goede grasij rekomanderende, en vegeet toch U.E. dinner en dinerese niet. Ick winse U.Edele veel geluck met het copen van het Muenikelant, dinckt nu eens op de veeren wat U.Edele het verberse dunckt te wese, stelle dat in U.E. hande. Hyermede cuse ick U.Edele hande, blijve mijnheer, U.E. dinners, Helena Liefferts.

[Adressering:] Mijnheer, mijnheer van Suylecom, ridder, raet, secretarys van Sijn Hochijt in t leger bij Berck.

Ga terug naar de briefdetails