app

 
English | Nederlands

vorige pagina inhoudsopgave terug

Opmerkingen

De in dit veld geplaatste opmerkingen zijn in principe niet van inhoudelijke aard. Zij hebben wel betrekking op:

a. De materiƫle staat van het document, als die van invloed is op de leesbaarheid of op de (on)mogelijkheid het te reproduceren.

b. De (onbekende) verblijfplaats van het document, als het bij vroeger onderzoek is aangetroffen en beschreven, maar bij meer recent onderzoek niet getraceerd kon worden.

c. De context van het document: heeft het een apostille, is er een postscriptum (Post date of Zettel, doorgaans met dezelfde datum als het document: Datum ut in litteris), is het stuk een bijlage of heeft het bijlagen. Dit wordt standaard vermeld. Als er bijlagen zijn, zijn die ook afgebeeld.

d. Medeondertekening door secretarissen en klerken. Als dit alleen blijkt uit de tekst van een afschrift, dan wordt dit als volgt verwoord: 'Het origineel was medeondertekend door ...' Van de kopie authentique of geauthentiseerde kopie wordt vermeld, als het leesbaar is, welke secretaris of notaris het afschrift heeft gewaarmerkt en zo mogelijk wanneer.

e. De bezegeling. Hierover worden alleen incidenteel opmerkingen gemaakt. Of aan (op perkament geschreven) oorkonden nog een zegel hangt, en in welke staat zich dat bevindt, wordt niet vermeld.

f. Het gebruik van cijferschrift of vergelijkbare coderingen. Als er een ontcijfering bij de gecodeerde brief aanwezig is, wordt dat vermeld.

g. De datum. De opmerkingen verduidelijken op grond waarvan voor een specifieke datering is gekozen als de datum van het origineel verschilt van die van de minuut of het afschrift, of als afschriften verschillende dateringen hebben.

h. De bepaalde datum. De opmerkingen verduidelijken op grond waarvan onvolledige dateringen zo goed mogelijk zijn aangevuld of geheel ontbrekende dateringen zijn gereconstrueerd en bepaald.

i. De herleide datum naar aanleiding van het gebruik van een specifieke jaarstijl of wegens de kalenderhervorming. De opmerkingen verduidelijken de herleiding naar de Nieuwjaarstijl en naar de Gregoriaanse kalender.

j. De correspondent, als de prins niet de enige is die een document ontvangen of verzonden heeft. De formulering is als volgt gestandaardiseerd: 'Mede gericht aan ...', 'Mede van ...' of 'Door het Hof van Holland [Utrecht] mede op naam van de prins uitgevaardigd/verzonden'. In de opmerkingen wordt ook verduidelijkt waarom voor de naam van een bepaalde correspondent is gekozen als het document geen geadresseerde of afzender vermeld. Als minuten de aantekening hebben, dat gelijkluidende documenten ook aan andere personen of instanties zijn verzonden (mutatis mutandis), is dit bij de opmerkingen vermeld. Als andere correspondenten een gelijkluidende of bijna identieke brief hebben ontvangen, dan wordt daarnaar verwezen.

k. De identificatie van de verzendplaats. De opmerkingen plaatsen ook vraagtekens bij de juistheid van de lezing.

l. De verschillen in incipit tussen ontwerp of minuut en origineel. De opmerkingen attenderen hier incidenteel op. Zij geven ook de tweede versie weer als documenten zowel in het Nederlands als in het Frans zijn opgesteld.

m. De opschriften van memories, notities en dergelijke documenten. De tekst daarvan is in de opmerkingen overgenomen daar dit het opsporen naar dergelijke documenten vergemakkelijkt. De opschriften van instructies zijn niet overgenomen.

n. Inhoudelijk verwante documenten. Hiernaar wordt door middel van de formule 'Vgl. nr. ...' verwezen.

o. Antwoord op een eerder document van de correspondent en antwoord op het onderhavige document. Verbanden tussen documenten en de antwoorden daarop zijn in de opmerkingen zo veel mogelijk vermeld.

p. Verwijzingen naar geraadpleegde literatuur vinden plaats met achternaam van de auteur/samensteller en verkorte titel. De volledige titels zijn te vinden in de literatuurlijst.

vorige pagina inhoudsopgave terug