Nadere toegangen

 
English | Nederlands

Archief van de Sociaal-Economische Raad

Bijbehorend Format: Sociaal-Economische Raad
Nadere ontsluiting

Adviezen over ziekenfondsaangelegenheden, 1950-1967
Commissie c.q. subcommissie Premie Verplichte Ziekenfondsverzekering, 1951-1964
Subcommissie Zware Geneeskundige Risico's, 1962-1967
Sociale Commissie
Commissie Sociale Verzekeringen


Afkortingen


AWBZ - Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
ZFW - Ziekenfondswet

Adviezen van de SER over ziekenfondsaangelegenheden en over de AWBZ, 1950-1967

inv. nrs. 1332-1335
zonodig aangevuld met gegevens uit inv. nr. 1351
de in inv. nr. 1351 vermelde adviezen bevinden zich niet in de onvolledige serie gedrukte adviezen van de inv. nrs. 1332-1335


Advies over de premiehoogte van de verplichte ziekenfondsverzekering over 1952
vastgesteld door de Commissie Premie 1952 Verplichte Ziekenfondsverzekering op 4 december 1951;
de Commissie werd voorgezeten door ir. H. Vos;
de Commissie was gemachtigd haar advies rechtstreeks aan de minister uit te brengen.
(inv. 621, bundel adviezen)


Advies over de premiehoogte van de verplichte ziekenfondsverzekering over 1953
vastgesteld door de Commissie Premie 1953 Verplichte Ziekenfondsverzekering op 13 november 1952;
de Commissie werd voorgezeten door ir. H. Vos;
de Commissie was gemachtigd haar advies rechtstreeks aan de minister uit te brengen.
(inv. 621, bundel adviezen)


Advies over de premiehoogte van de verplichte ziekenfondsverzekering over 1956
vastgesteld door de Commissie Premie 1956 Verplichte Ziekenfondsverzekering op 30 december 1955;
de Commissie werd voorgezeten door ir. H. Vos;
de Commissie was gemachtigd haar advies rechtstreeks aan de minister uit te brengen.
(inv. 621, bundel adviezen)


Advies over de premiehoogte van de verplichte ziekenfondsverzekering over 1957
vastgesteld door de Commissie Premie 1957 Verplichte Ziekenfondsverzekering op 4 december 1956;
de Commissie werd voorgezeten door ir. H. Vos;
de Commissie was gemachtigd haar advies rechtstreeks aan de minister uit te brengen
met als bijlage het advies over hetzelfde onderwerp van de Ziekenfondsraad van 23 juli 1956.
(inv. 621, bundel adviezen)


Advies over de premiehoogte van de verplichte ziekenfondsverzekering voor 1958
vastgesteld door de Commissie Premie 1958 Verplichte Ziekenfondsverzekering op 2 november 1957 en per brief van 22 november 1957 verzonden aan de minister (de Commissie was gemachtigd haar advies rechtstreeks aan de minister uit te brengen);
de Commissie werd voorgezeten door prof. mr. N.E.H. van Esveld;
met als bijlage het advies over hetzelfde onderwerp van de Ziekenfondsraad van 8 augustus 1957.
(inv. nr. 1332; Publicaties van de SER 1957, nr. 10)


Advies over de premiehoogte van de verplichte ziekenfondsverzekering voor 1959
vastgesteld door de Commissie Premie 1958 Verplichte Ziekenfondsverzekering en per brief van 10 november 1958 verzonden aan de minister (de Commissie was gemachtigd haar advies rechtstreeks aan de minister uit te brengen);
de Commissie werd voorgezeten door prof. mr. N.E.H. van Esveld;
met als bijlage het advies over hetzelfde onderwerp van de Ziekenfondsraad van 8 augustus 1958.
(inv. nr. 1332; Publicaties van de SER 1958, nr. 4)


Advies over de premiehoogte van de verplichte ziekenfondsverzekering voor 1960
vastgesteld door de volle Raad op 13 november 1959 op basis van het preadvies van een commissie voorgezeten door prof. mr. N.E.H. van Esveld;
met als bijlage het advies over hetzelfde onderwerp van de Ziekenfondsraad van 30 oktober 1959.
(inv. nr. 1332; Publicaties van de SER 1959, nr. 6)


Advies over de premiehoogte van de verplichte ziekenfondsverzekering voor 1961
per brief van 26 november 1960 verzonden aan de minister;
het advies was voorbereid door de Commissie Economische Factoren Ziekenfonds-verzekering;
de commissie werd voorgezeten door J.G. Suurhoff;
met als bijlage het advies over hetzelfde onderwerp van de Ziekenfondsraad van 2 november 1960.
(inv. nr. 621, bundel adviezen)


Advies over de premiehoogte van de verplichte ziekenfondsverzekering voor 1962
per brief van 8 november 1961 verzonden aan de minister;
het advies was voorbereid door de Commissie Economische Factoren Ziekenfondsverzekering;
de commissie werd voorgezeten door J.G. Suurhoff;
met als bijlage het advies over hetzelfde onderwerp van de Ziekenfondsraad van 20 oktober 1961.
(inv. nr. 1333; Publicaties van de SER 1961, nr. 12)


Advies over de economische aspecten die van belang zijn voor de premiehoogte van de verplichte ziekenfondsverzekering
per brief van 24 november 1961 verzonden aan de minister;
het advies was voorbereid door een commissie ad hoc die werd voorgezeten door J.G. Suurhoff.
(inv. nr. 1333 Publicaties van de SER 1961, nr. 13)


Advies over de premiehoogte van de verplichte ziekenfondsverzekering voor 1963
per brief van 19 november 1962 verzonden aan de minister;
het advies was voorbereid door de Subcommissie Premie Verplichte Ziekenfondsverzekering van de Commissie Sociale Verzekeringen (deze was gemachtigd haar advies rechtstreeks uit te brengen);
de commissie werd voorgezeten door prof. mr. N.E.H. van Esveld;
met als bijlage het op 26 oktober 1962 aan de minister uitgebrachte advies van de Ziekenfondsraad.
(inv. nr. 621, bundel adviezen)


Advies inzake de positie van de gehuwden en de ongehuwden in de sociale verzekering
vastgesteld door de Raad op 22 maart 1963 op p. 6 wordt even ingegaan op de ziekenfondspremie.
(inv. nr. 1333; Publicaties van de SER 1963, nr. 2)


Advies inzake verlenging van de maximale verpleegduur in een ziekenhuis van 70 dagen tot één jaar
per brief van 24 mei 1963 verzonden aan de minister;
het betrof alleen de lichamelijk zieken en de verplichte ziekenfondsverzekering.
(inv. nr. 1333; Publicaties van de SER 1963, nr. 8)


Advies over de premiehoogte van de verplichte ziekenfondsverzekering voor 1964
per brief van 14 november 1963 verzonden aan de minister;
het advies was voorbereid door de Subcommissie Premie Verplichte Ziekenfondsverzekering van de Commissie Sociale Verzekeringen (deze was gemachtigd haar advies rechtstreeks uit te brengen);
de commissie werd voorgezeten door prof. mr. N.E.H. van Esveld;
met als bijlage het op 1 november 1963 aan de minister uitgebrachte advies van de Ziekenfondsraad.
(inv. nr. 1334; Publicaties van de SER 1963, nr. 18)


Advies over de premiehoogte van de verplichte ziekenfondsverzekering voor 1965
per brief van 13 november 1964 verzonden aan de minister;
het advies was voorbereid door de Subcommissie Premie Verplichte Ziekenfondsverzekering van de Commissie Sociale Verzekeringen (deze was gemachtigd haar advies rechtstreeks uit te brengen);
de commissie werd voorgezeten door prof. mr. N.E.H. van Esveld;
met als bijlage het op 26 oktober 1964 aan de minister uitgebrachte advies van de Ziekenfondsraad.
(inv. nr. 1334; Publicaties van de SER 1964, nr. 15)


Advies over een verzekering tegen zware geneeskundige risico's
per brief van 18 juni 1965 verzonden aan de minister
het advies was voorbereid door een subcommissie ad hoc van de Commissie Sociale Verzekeringen
deze subcommissie bestond uit:
J.G. Suurhoff (voorzitter)
Ph.J. van der Burg
drs. D.E. Cnossen
drs. H.A.M. Elsen
prof. mr. N.E.H. van Esveld
prof. dr. H.O. Goldschmidt
mr. T.J. den Hartog
drs. J.P. de Heij
prof. R. Hornstra
P.J.J. van Hout
mr. G. van de Kaa
J. Lageveen
J. Landman
prof. dr. A.Th.L.M. Mertens
P.J.J. Mertens
H.R. Plomp
prof. dr. A. Querido
mr. J. Rietkerk
mr. J.D.C. de Vries
verder waren als vertegenwoordigers van de minister bij de vergaderingen aanwezig:
prof. dr. P. Muntendam
dr. R.H.J. Kruisinga
mr. A.C.M. van de Ven
G. Meijerink
met de adviesaanvrage van de minister van 24 augustus 1962


Advies inzake de derde nota van wijziging met betrekking tot het ontwerp van de algemene wet zware geneeskundige risico's
per brief van 12 april 1967 verzonden aan de minister;
het advies werd rechtstreeks uitgebracht door de Commissie Sociale Verzekeringen voorgezeten door prof. mr. N.E.H. van Esveld
(inv. nr. 1335; Publicaties van de SER 1967, nr. 3)


Commissie c.q. subcommissie Premie Verplichte Ziekenfondsverzekering, 1951

Deze commissie adviseerde de SER over de hoogte van de ziekenfondspremie voor het komende. De adviezen werden meestal in de herfst opgesteld en soms rechtstreeks aan de minister uitgebracht; in andere gevallen werden zij eerst in de volle Raad behandeld. In 1951 bedroeg de premie 3,8% van het loon in de zin van de Ziektewet, in 1965 was dat 5,4%.


inv. nr. 621
Dit nummer bevat het archief van de commissie met als onderdelen:
Instelling, samenstelling en taak
Notulen
Adviezen
Vergaderstukken
Correspondentie


Notulen


De serie notulen is niet volledig. Bewaard zijn notulen van de volgende vergaderingen
1951: 23 november (de eerste vergadering), 30 november
1952: 14 oktober
1955: 7 december
1956: 13 september, 13 oktober, 3 november, 27 november
1957: 2 november
1958: 24 september, 10 november
1959: 25 september, 29 oktober
1962: 6 november
1963: 14 november
1964: 13 november


Vergaderstukken


Hierin ook concepten van de adviezen.

Subcommissie Zware Geneeskundige Risico's

inv. nr. 622


De Subcommissie werd ingesteld op 23 november 1962 en bracht haar advies uit in 1965. De Sociaal-Economische Raad verzond het advies per brief van 18 juni 1965 aan de minister. Daarop volgde nog een brief van 24 september 1965 over het verband tussen de verzekering tegen zware geneeskundige risico's en de ziekenfondsverzekering.
De subcommissie bestond uit:
J.G. Suurhoff (voorzitter)
Ph.J. van der Burg
drs. D.E. Cnossen
drs. H.A.M. Elsen
prof. mr. N.E.H. van Esveld
prof. dr. H.O. Goldschmidt
mr. T.J. den Hartog
drs. J.P. de Heij
prof. R. Hornstra
P.J.J. van Hout
mr. G. van de Kaa
J. Lageveen
J. Landman
prof. dr. A.Th.L.M. Mertens
P.J.J. Mertens
H.R. Plomp
prof. dr. A. Querido
mr. J. Rietkerk
mr. J.D.C. de Vries
verder waren als vertegenwoordigers van de minister bij de vergaderingen aanwezig:
prof. dr. P. Muntendam
dr. R.H.J. Kruisinga
mr. A.C.M. van de Ven
G. Meijerink
en namens het ministerie van Algemene Zaken:
drs. A. Putter


In het dossier bevinden zich behalve deze adviezen nog de notulen van de vergaderingen van:
1963: 30 januari, 19 februari, 21 juni
1964: 20 februari, 2 april, 30 oktober
1965: 1 april

Sociale Commissie

Notulen


inv. nrs. 568 en 569


Algemeen
Deze commissie kwam drie tot vier keer per jaar bijeen. Het meeste tijd werd besteed aan de vaak uitvoerige bespreking van concept-adviezen over arbeids- en sociale verzekeringswetten (met inbegrip van het ziekenfondswezen). De agendapunten die betrekking hadden op het onderwerp zijn opgenomen met een summiere aanduiding van de genomen besluiten.
De taak van deze commissie ging na 1958 over op de Commissie Sociale Verzekeringen.
Bij haar oprichting bestond de Commissie uit de volgende leden:

Van den Berg
Berger sr.
Berger jr.
Boersma
De Boer
Borst Pzn.
De Bruijn
De Graaff
Van Heijst
De Jong
Laudy
Ruppert
Vermeulen
De Vries


en de volgende adviseurs:
Elfferich
Hammerstein
Hooij
Mauritz
De Pous
Swagerman


en de vertegenwoordigers van enkele ministeries:
Fagel (Sociale Zaken c.a.)
Van der Kwast (Economische Zaken)
Muilwijk (Sociale Zaken)


namens de Stichting van de Arbeid:
Brandes (secretaris)


secretariaat:
Ormel
Pels
Jansen


1958, 20 december


Ontwerpadvies loongrens zieken- en ziekenfondsverzekering
Het Overlegorgaan van Vakcentralen zou graag zien dat de SER uit eigen beweging een advies uitbracht over: a) de wenselijkheid van de verhoging van de jaarloongrens voor de ziekenfonds- en ziekengeldverzekering, b) de wenselijkheid van de verhoging van de dagloongrenzen in de sociale verzekeringswetten en c) de wenselijkheid de toeslagen op rente-uitkeringen ingevolge de IW en de OW te verhogen en d) in hoeverre de kinderbijslagen in overeenstemming zijn met het gestegen loonniveau.
De punten a) en b) worden voorgelegd aan de Sociale Commissie. Bespreking van de te volgen procedure


Op 26 maart 1959 besloot het Dagelijks Bestuur van de SER de Sociale Commissie nog niet op te heffen en dhr. De Gaay Fortman te vragen nog voor een jaar voorzitter te willen blijven.
(inv. nr. 568). De taken van deze commissie gingen daarna over op de nieuwe Commissie Sociale Verzekeringen


Commissie Sociale Verzekeringen


Notulen


Deze commissie was een gemengde SER - SVR-commissie met dezelfde status als de Organisatie-Commissie Sociale Verzekering. Oogmerk was om dubbele advisering te voorkomen. De notulen van deze commissie zijn veel uitvoeriger dan die van de Sociale Commissie en geven een beter zicht op de voorgeschiedenis van de door de SER uitgebrachte adviezen. De commissie vergaderde ook frequenter. Als waarnemers en deskundigen waren vaak een of meer ambtenaren van het ministerie van Sociale Zaken c.a. en van het Centraal Planbureau aanwezig.
De commissie ging meestal als volgt te werk. De meeste adviezen werden aangevraagd door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. Wanneer de adviesaanvrage was binnengekomen werd vaak eerst bezien welke procedure men het beste kon volgen. Na ca. 1965 kwam het enkele voor dat de Commissie bij belangrijke adviezen hearings hield voor organisaties van beroepsgroepen zoals de middenstand, de land- en tuinbouw, de vrije beroepen en studenten, terwijl ook vrouwenorganisaties werden gehoord. Na een oriënterende discussie die enkele vergaderingen in beslag kon nemen, kreeg de secretaris van de commissie het verzoek een ontwerpadvies op te stellen. Dit werd vervolgens door de Commissie besproken, waarbij eerst de gelegenheid werd gegeven tot algemene beschouwingen, waarna het stuk paragraafs- of puntsgewijs werd doorgenomen. Het kwam nogal eens voor dat de problematiek zo gecompliceerd werd bevonden dat de secretaris eerst een notitie moest opstellen die dan door de commissie werd besproken, waarna pas tot het opstellen van een ontwerpadvies kon worden overgegaan. Na vaststelling van het advies werd dit doorgezonden naar de plenaire vergadering van de SER. Het kwam maar een enkele keer voor dat deze het advies terugverwees naar de commissie met een verzoek het te wijzigen.
De notulen zijn zeer uitvoerig en geven de discussie en de onderhandelingen dus goed weer.


inv. nrs. 601-602


1960, 14 oktober
eerste vergadering
voorzitter is prof. Van Esveld
leden zijn de heren:
Boersma
Van Dijk
Elsen
De Heij
Korte
Kramer
Landman
Levenbach
Martens
Plomp
Samson
Schouten en
Vaandrager
Van der Ven
Vos


namens het ministerie van Sociale Zaken c.a. de heren:
Meijerink
Gritter


als adviseurs de heren:
Swiebel (secretaris SVR)
Lichtenveld
Verheul


secretaris:
dhr. Vermaas
NB: de secretaris of het secretariaat stelde vaak de ontwerpadviezen op.


1964, 11 juni


Hearing van de Nederlandse Vereniging van Ongevallen- en Ziekteverzekeraars
Aanwezig zijn als vertegenwoordigers van de NVOZ de heren J.P. Almekinders (Nederlandse Lloyd), mr. B.P. van der Veer (Nieuwe Eerste Nederlandsche) en drs. E.K. den Bakker (Eerste Rotterdamsche). Bespreking van het probleem van de uitgedeelde nota van de NVOZ (p. 1-14).


1964, 3 december


NVOZ
Op haar verzoek wordt aan de NVOZ de voor deze vergadering geagendeerde notitie S.V./181 toegezonden.