Biografisch Woordenboek van Nederland Wiskundigen


Hans Freudenthal: wiskundige, literator en wetenschapper in de breedste zin van het woord, maar bovenal een van de dominante figuren binnen de ontwikkelingen van de wiskundedidactiek en het wiskundeonderwijs in Nederland (en daarbuiten) in de twintigste eeuw.

FREUDENTHAL, Hans, (Luckenwalde (Duitsland) 17 september 1905 - Utrecht 13 oktober 1990). Zoon van Joseph Freudenthal (1879-1967), godsdienstleraar en voorganger van de joodse gemeente van Luckenwalde en Elsbeth Freudenthal-Ehmann (1882-1929). Gehuwd op 20 juli 1932 met Susanna Johanna Catharina Lutter (1908-1986), onderwijsvernieuwster met name voor de Jenaplan-scholen in Nederland. Uit dit huwelijk werden 3 zonen en 1 dochter geboren.

Hans Freudenthal studeerde wiskunde aan de universiteit van Berlijn bij Heinz Hopf. Op uitnodiging van de Nederlandse wiskundige L.E.J. Brouwer vertrok hij in 1931 naar de universiteit van Amsterdam om daar diens assistent te worden. Hij deed er onderzoek op het gebied van onder andere de topologie, het intuïtionisme en functionaalanalyse. In zijn wiskundig werk leverde hij met de zogenaamde suspensiestellingen een belangrijke bijdrage aan de theorie van de homotopiegroepen van Hurewicz. Freudenthal en zijn leerlingen verrichtten ook belangrijk werk op het gebied van de Lie-groepen. In het verlengde van Freudenthal's belangstelling voor de grondslagen en de logica ligt zijn in 1960 verschenen ontwerp voor een kosmische verkeerstaal LINCOS.

Na de Duitse inval werd Freudenthal als jood in november 1940 op non-actief gesteld. Gedurende de oorlogsjaren hielp hij zijn kinderen geregeld met hun rekenwerk en raakte zo geïnteresseerd in de rekendidactiek. Na een uitgebreide literatuurstudie schreef hij het ongepubliceerde manuscript 'Rekendidaktiek' (1943-44), waarin de kiem voor zijn latere ideeën en vooral zijn kritiek op de gangbare rekenmethoden terug te vinden zijn. 'Elke positieve actie begint met kritiek', werd zijn motto.

Na de oorlog aanvaardde hij in 1946 een hoogleraarschap in de wiskunde aan de Universiteit van Utrecht, waar hij naast onderwerpen uit de topologie, statistiek en logica ook publiceerde over de geschiedenis van de wetenschap, fysica en astronomie.

Zijn publicaties in De Groene Amsterdammer (1946-1971) en NRC Handelsblad (1982-1989) hadden vaak als doel een breed publiek de veelzijdigheid en toepasbaarheid van de wiskunde te tonen.

De grootste bekendheid verkreeg Freudenthal echter door zijn werk als vernieuwer van wiskundeonderwijs en -didactiek. In de Wiskunde Werkgroep trof hij in de jaren vijftig gelijkgestemden zoals mevrouw Ehrenfest en het echtpaar Van Hiele. Volgens hen moest niet langer het 'leren denken' als uitgangspunt voor het wiskundeonderwijs genomen worden, maar 'het kind', en het praktisch nut van de wiskunde centraal staan.

In 1954 werd Freudenthal voorzitter van de Nederlandse Onderwijs Commissie voor Wiskunde, de Nederlandse subcommissie van de International Commission on Mathematical Instruction (ICMI). Zo kon hij zich ontwikkelen tot een internationaal bekende wiskundedidacticus, wat in 1966 tot presidentschap van de ICMI leidde. In 1968 richtte hij Educational Studies in Mathematics op, het eerste internationale tijdschrift voor wiskundeonderwijs. Toch bleef Freudenthal zichzelf nog altijd trots omschrijven als 'l'enfant terrible' van de wiskundedidactiek, vasthoudend aan zijn eigen ideeën en scherpe kritiek uitend op alles wat hij als wetenschappelijk of didactisch 'onkruid' beschouwde.

In 1971 werd Freudenthal hoogleraar-directeur van het Instituut voor de Ontwikkeling van het Wiskunde Onderwijs in Utrecht. Dit instituut werd voor hem het middel om zijn onderwijstheorieën aan de (klaslokaal-)praktijk te toetsen, verder te ontwikkelen en uit te dragen. Door dit instituut zou de naam Freudenthal wereldwijd vooral gekoppeld blijven aan de ontwikkeling van het zogenaamde realistische wiskundeonderwijs in de jaren zeventig en tachtig.

Toch stond Freudenthal voor meer dan dat: voor hem stond altijd voorop dat er échte wiskunde moest worden onderwezen en bovenal pleitte hij voor de ontwikkeling van een wetenschappelijk gefundeerde 'wiskundeonderwijskunde'.

Archieven
Persoonlijk archief van Hans Freudenthal met bijbehorende uitgebreide inventaris: Rijksarchief in Noord-Holland, Papers of Hans Freudenthal (1905-1990), mathematician, 1906-1990.

Bronnen
'Five Years IOWO' Educational Studies in Mathematics 7 (1976);
'H. Freudenthal' Vrij Nederland (1976) 232-247;
Nieuwe Wiskrant. Tijdschrift voor Nederlands Wiskundeonderwijs 5 (1) 1986 (speciaal nummer ter gelegenheid van Freudenthals 80e verjaardag);
J. Adda, 'Freudenthal cursief. Hans Freudenthal (1905-1990)' Nieuwe Wiskrant. Tijdschrift voor Nederlands Wiskundeonderwijs 10 (3) (1991) 26;
S. la Bastide-van Gemert, 'Hans Freudenthal', in: Biografisch Woordenboek van Nederland. Deel 5 (Den Haag 2001);
S. la Bastide-van Gemert, 'Elke positieve actie begint met critiek'. Hans Freudenthal en de didactiek van de wiskunde (Hilversum 2006);
A. Bishop, 'Freudenthal cursief. HF - an inspiration in the search for truth' Nieuwe Wiskrant. Tijdschrift voor Nederlands Wiskundeonderwijs 10 (3) (1991) 13;
F. van der Blij, 'Professor Freudenthal zeventig jaar' Euclides 51 (1975) 3-7;
J. van Dormolen, 'Freudenthal cursief. Hoe didactiek een deel van wiskunde kan worden' Nieuwe Wiskrant. Tijdschrift voor Nederlands Wiskundeonderwijs 10 (3) (1991) 19;
W.T. van Est, 'Hans Freudenthal. 17 september 1905 - 13 oktober 1990' Nieuw Archief voor Wiskunde 9 (2) (1991) 131-136;
W.T. van Est, 'Hans Freudenthal. 17 september 1905 - 13 oktober 1990' Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Jaarboek 1991 (Amsterdam 1991) 139-142;
P.M. van Hiele, 'Freudenthal en de didaktiek der wiskunde' Euclides 51 (1975) 8-10;
J. de Lange, 'In memoriam Hans Freudenthal' Nieuwe wiskrant. Tijdschrift voor Nederlands Wiskundeonderwijs 10 (2) (1990) 3;
L. Molenaar, 'Wij kunnen het niet langer aan de politici overlaten.' De geschiedenis van het Verbond van Wetenschappelijke Onderzoekers 1946-1980 (Delft 1994), in het bijzonder p. 159-162;
L. Streefland, ed., The legacy of Hans Freudenthal (Dordrecht 1993). S. la Bastide-van Gemert, `Elke positieve actie begint met critiek`. Hans Freudenthal en de didactiek van de wiskunde (Hilversum 2006).
Freudenthal in het Biografisch Woordenboek van Nederland.

Publicaties
'Über die Enden topologischer Räume und Gruppen' Mathematische Zeitschrift (1931) 692-713 (dissertatie);
5000 jaren internationale wetenschap (oratie Utrecht 1946; Groningen 1946);
De juiste maat (Leiden 1951) (samen met J. Sittig);
Waarschijnlijkheid en Statistiek (Haarlem 1957);
Lincos-Design of a Language for Cosmic Intercourse. Part I (Amsterdam 1960);
Exacte Logica (Haarlem 1961);
'De wereld in de spiegel' Jaarboek Rijksuniversiteit Utrecht (Utrecht 1964);
(met H. de Vries) Linear Lie Groups (Academic Press, New York, London, 1969);
Mathematics as an educational task (Dordrecht 1973);
Mathematik als pädagogische Aufgabe, Band 1, 2 (Stuttgart 1973);
Weeding and sowing. Preface to a science of mathematical education (Dordrecht 1978);
Didactical phenomenology of mathematical structures (Dordrecht 1983), Nederlandse editie: Utrecht 1984;
Schrijf dat op, Hans. Knipsels uit een leven (Amsterdam 1987);
Berlin 1923-1930. Studienerinnerungen von Hans Freudenthal (Berlijn 1987);
Revisiting mathematics education. China lectures (Dordrecht 1991).

Auteur: Sacha la Bastide-van Gemert

Laatst gewijzigd: januari 2010