29 - 01 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Fiscaal
Sille zal de in de zaak
van de
Rotterdamse Admiraliteit
genomen en door partijen ondertekende informatie worden
overhandigd.
Eveneens wordt goedgevonden dat de gedelegeerde rechters fiscaal
Berck horen. De Rotterdamse
Admiraliteit dient hem terug te roepen als hij al ter
uitvoering van de resolutie van 21 jan. naar de grens is gegaan om
uit
te zoeken wie er in strijd met het plakkaat van HHM paspoorten
verstrekt voor levensmiddelen zonder lijst. In zijn plaats zou dan
adjunct-commies-generaal
Van der
Houve moeten
gaan.
2
Aissema schrijft d.d. Hamburg 4/14 jan. dat hij een wissel heeft
getrokken van 4.120 rijksdaalder ter betaling van het regiment.
De RvS zal de wissel accepteren en ook Aissema zo spoedig mogelijk op
de hoogte stellen van het akkoord met
Joost
Brasser
over het overmaken van het geld.
3
De
Staten van Utrecht
bedanken bij schrijven van 17 jan. HHM voor hun brief d.d. 14 dec. 1625 waarin werd aangedrongen op nauwlettende zorg voor de welstand van de provincie. Onder overlegging van alle goede correspondentie vragen de Staten HHM te geloven dat zij niet anders voor ogen hebben dan de goede welstand van religie en regering en dat zij de plakkaten handhaven en doen uitvoeren.
HHM vernemen dit met instemming en vertrouwen erop dat de Staten van Utrecht op dezelfde wijze voortgaan, onder dankzegging.
4
De
Gedeputeerde Staten van Friesland
schrijven d.d. Leeuwarden 14 jan. dat zij door het variabele weer geen Landdag hebben kunnen uitschrijven, maar dit zo spoedig mogelijk te zullen doen.
Hierop valt nog geen resolutie.
5
Essen,
Schagen,
Beaumont en
Haersolte hebben verslag gedaan van
hun bezoek aan
D'Espesses teneinde diens klachten
te vernemen.
Quast en andere kapiteins zouden
bij het vertrek
uit
Plymouth met dédain de banderollen van
de
koning hebben afgeworpen en andere onbeschaamdheden hebben
gepleegd.
De Admiraliteitscolleges moeten hierover inlichtingen inwinnen en de
informatie zo spoedig mogelijk aan HHM sturen.
Ook verzoekt D'Espesses een in
Medemblik getimmerd schip genaamd
Het Casteel te Medemblick te mogen
kopen.
De
Admiraliteit in het Noorderkwartier
wordt
om advies gevraagd.
6
Kapitein
Wijngarden schrijft d.d. Steenbergen 26 jan. dat huislieden uit de
omgeving met meer dan twintig gehuurde wagens hun waren naar
Breda brengen waarbij fraude en verkopingen niet
zijn
uitgesloten. Ook dorpen die onder de vijand ressorteren verkrijgen
uit
Bergen op Zoom allerlei levensmiddelen.
HHM vragen de RvS om advies.
7
Haga schrijft d.d. Constantinopel [Istanbul] 15 nov. 1625.
Vereist geen resolutie.
8
De
Zeeuwse Admiraliteit
heeft de informatie over zowel het ontkomen van de Duinkerker als het kappen van de mast door kapitein
Loncke opgestuurd.
HHM wachten de informatie van de overige Admiraliteiten af.
9
Halewijn en
Van der Meer rapporteren
dat
Brasser en
Schoonhoven de
lening
van 100.000 gld. met een half jaar willen continueren op voorwaarde
dat
elke maand een zesde deel in mindering wordt gebracht op het
Venetiaanse subsidie.
Halewijn en Van der Meer moeten hierover met de RvS spreken en zijn
advies vernemen.
10
Het stadsbestuur van
Amsterdam excuseert in antwoord op de brief van HHM d.d. 24 jan. het
gebruik van de compagnie van kapitein
Robol voor
West-Indië.
11
Ook wordt gerapporteerd dat de gedeputeerden van de Admiraliteitscolleges de lening van twee schepen aan de
WIC
excuseren. Zij stellen voor dat de WIC schepen huurt op kosten van het land.
Halewijn en
Schagen zullen dit alles
aan Z.Exc.
meedelen.
12
De jonkers
Evert Crabbe en
Frans Ransou mogen tien
karabijnen,
achttien paar pistolen, twee volle kurassen en twee voor hun lijf
gemaakte karabijnharnassen uitvoeren tegen betaling van een kwart
in de konvooien en licenten.
13
Jeronimus Slootmaker, als soldaat naar
Bahia de Todos os Santos
uitgevaren en daar ook als slotenmaker gebruikt, verzoekt enige
betaling.
De RvS zal adviseren.
14
De repliek van
Frederich Pithaen contra
Hans Haen zal aan de
tegenpartij
ter hand gesteld worden voor dupliek binnen vier dagen na
insinuatie.
15
Kapitein
Engelbert Charles klaagt dat de
Kleefse raden in het
afdanken van zijn ruitercompagnie 7.447 gld. 10 st. hebben gekort op
hetgeen de ruiters voor hun monstering op de boer hebben verbruikt.
Ook
korten zij 1.251 1/2 gld. op voeder en maal aan zijn compagnie
verschaft door de burgers van
Goch tijdens en
enkele
dagen na de inname van die stad. Hij verzoekt HHM om voorschrijven
dat
hem
niet meer dan 8 st. per dag per ruiter gekort wordt en dat zowel zijn
aanritsgeld van 2.800 gld. wordt betaald als ook 12 st. per dag vanaf
het aannemen der ruiters tot aan de dag van de monstering. Ook vraagt
hij om een passende afrekening.
HHM sturen het rekest naar stadhouder en raden om te doen wat juist en
billijk is.