05 - 02 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Reael schrijft dat
Aissema
achtereenvolgens
4.120 en 6.210 rijksdaalder op hem heeft getrokken, het eerste
bedrag
te betalen over zes of zeven dagen en het tweede wat later.
Doublet heeft hem opgedragen de
betaling te
voldoen
uit het Franse secours waarvan nu 40.000 of 50.000 gld. in de bank
gestort zullen worden. Hij verzoekt HHM om een nadere bepaling.
Doublet moet iemand naar
Amsterdam sturen die de
wisselbrieven zal aftrekken van het Franse subsidie en
Reael moet op het overschot een bedrag van
67.000
gld. zien te lenen ter betaling van de ongerepartieerde troepen.
In dezelfde brief van 4 feb. meldt Reael dat de agent
Brederode 600 rijksdaalder
op hem heeft getrokken.
De heren van
Holland is verzocht de wisselbrief te accepteren en de
betaling in mindering te brengen op hun consenten.
2
Elk der gedelegeerde rechters in de zaak van de
Rotterdamse Admiraliteit
wordt een kopie toegestaan van de genomen informatie. Ook de magistraat van
Rotterdam wordt een kopie toegestaan, mits bij het afschrijven niets
wordt onthuld.
3
De
keurvorst van Brandenburg zendt d.d. Cölln a/d Spree [Berlijn] 30 dec.
1625 zijn nieuwjaarswensen.
HHM zullen die beantwoorden.
4
De
Staten van Holland
schrijven 20 dec. 1625 met het verzoek om commissie voor
Jan Gijsbrechts, raad van Amsterdam, die zij hebben genomineerd voor de
Zeeuwse Admiraliteit
. HHM
hebben dit
toegestaan.
Gysbrechts weigert nu de eed op de instructie in zijn volledigheid af
te leggen, ook omdat hij zich niet kan binden aan de toegestane
absentieperiode van zes weken.
HHM zeggen hem aan dat hij moet beloven alle punten van de instructie,
behalve die nagelaten kunnen worden zonder het land te benadelen,
na te
zullen komen. Wat de tijd betreft zal hij dispensatie kunnen
krijgen.
Hierop heeft hij de eed afgelegd alles naar vermogen na te zullen
komen.
5
De gisteren ontvangen brieven van
Joachimi worden besproken.
Matelieff en
Beaumont worden
gecommitteerd tot een gesprek met de hier aanwezige kooplieden uit
Amsterdam over het verstrekken van een lening op
de
Engelse
juwelen.
Naar aanleiding van de nog te
Plymouth verblijvende schepen van de vloot van
Van der
Lecq en de equipage van de tweede vloot zal met Z.Exc.
worden
gesproken over een plan de schepen zo spoedig mogelijk weer hier te
krijgen.