16 - 02 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
D'Espaisses compareert en bedankt voor de vrijlating van de gevangen
Fransen op de twee Turkse schepen in
Rotterdam.
Hij
verzoekt sequestratie van tien rollen tabak die
Jan
Ouigans uit Rouen toebehoren. Hij vraagt ook de
Admiraliteit in het
Noorderkwartier
te
schrijven dat zij de Fransen op een daar binnengelopen Turks schip
vrijlaten.
HHM zullen beide Colleges van de verzoeken op de hoogte stellen onder toezending van het besluit over de slaven van 12 februari.
2
De
hertog van Saksen-Weimar verzoekt HHM om 3.700 kurassen in een brief d.d. 27 jan. aan
de
koning van Bohemen.
Aangezien het magazijn daarvan niet is voorzien zullen HHM zich excuseren en zal de hertog dus met wapenhandelaars moeten onderhandelen.
3
Ter vergadering worden de voorstellen en reacties van de te
Brunswijk
[Braunschweig] gehouden conferentie overhandigd.
De stukken zullen in het Nederlands worden vertaald.
4
Naar voren gebracht wordt dat de
koning van Denemarken niet tevreden is met het regiment van HHM aangezien het
vijftienhonderd in plaats van drieduizend man telt. Bovendien zou
hij
graag iemand aangewezen zien om er nauwkeurig op toe te zien.
De RvS zal hiervan in kennis worden gesteld om na overleg met Z.Exc. daarover advies uit te brengen.
Ook wordt te berde gebracht dat de Deense koning (zoals de
heer van Wel verklaart) graag zou zien dat de doortocht in
Oost-Friesland beter werd beveiligd, desnoods met
een
bezetting van
Stickhausen, tegen de lopers van
Lingen.
Nagezien zal worden wat er ten aanzien van Lingen in het verleden is besloten.
5
Olphert Barents en
Palmart hebben zich
akkoord verklaard
met het op 14 feb. van de
Dokkumse
Admiraliteit
ontvangen verzoek om uitstel tot 15 april
aanstaande.
6
De
weduwe van kapitein Brunfielt krijgt 12 gld. reisgeld.
7
Op het rekest van de
prins van Portugal, de Portugezen net als de overige gevangenen op de Turkse
schepen vrij te laten, laten HHM appointeren dat al in hun zin iets
is
beslist.
81
Ter vergadering meldt mr.
Willem Boreel, advocaat-fiscaal van de VOC, dat de
Perzische
ambassadeur is aangekomen in
Amsterdam
met
credentiebrieven voor HHM. Hij wenst van een edelman te vernemen of
hij
welkom is aangezien dat in zijn land de enige manier is om aan het
hof
te verschijnen. Boreel verzoekt dan ook
Z.Exc. een edelman en karos naar
Haarlem te laten sturen en te beslissen over de
receptie.
HHM antwoorden dat de man uit Perziƫ, net als andere ambassadeurs, gedurende drie dagen wordt ontvangen en dat Boreel zich tot Z.Exc. moet wenden voor het sturen van de edelman
en karos zoals ook HHM dit met Z.Exc. zullen doen opnemen.
9
HHM hebben twee brieven van
Joachimi ontvangen d.d. 6 en 7 jan. en ook een kopie van een brief
d.d. 31 dec. 1625 met enige bijlagen aangezien het origineel in
handen
van de vijand zou zijn geraakt. Hierin suggereert hij
de
koning en zijn raden teruggave van de in beslag
genomen
schepen.
HHM besluiten niets anders dan dat alle brieven met verzoek om aanbeveling voor kooplieden aan hem zullen worden gericht.