11/03/1626

 
English | Nederlands

11 - 03 - 1626

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Aangevoerd wordt dat op 10 feb. te Plymouth de Oost-Indiƫvaarder Wesop is aangehouden door vice-admiraal Sir James Bagh. Men vreest eenzelfde aanpak voor het ook daar uit Coromandel aangekomen schip De Leuwinne.
Joachimi zal geschreven worden vrijgave van de schepen te bewerken aangezien de aanhouding in strijd is met de alliantie.

2 De koning van Engeland schrijft of HHM Melis Heynes toestemming willen geven voor de licentvrije uitvoer van zeventig paarden.
De RvS moet adviseren

3 De magistraat van Heusden schrijft d.d. 9 maart met het verzoek de aan Eethen en Meeuwen gegeven akte voor het halen van levensmiddelen uit Gorinchem te herroepen.
De besluitvorming wordt uitgesteld.

41 Z.Exc. en de RvS hebben d.d. 9 maart geadviseerd over de namens de graaf van Oost-Friesland door dr. Sixtus van Amama op 5 maart ingediende propositie en ook over het door gedeputeerden van HHM over hun besognes in Oost-Friesland opgestelde rapport.
HHM hebben na lezing van het advies besloten de graaf op passende wijze tegemoet te komen. Hij zal verzocht worden op 5/15 april naar 's- Gravenhage te komen ter bespreking van zijn grieven. Ook de stenden van het graafschap en de naar Emden gezonden gedeputeerden van HHM zullen op die datum worden ontboden. De bedoeling is dan deze zaken definitief af te handelen met het oog op de rust, eenheid en welvaart in het graafschap en het herstel van respect en overleg tussen de graaf en zijn onderdanen.
De resultaten van de bezending blijven staan totdat de graaf is gehoord, maar de betaling van het garnizoen te Emden moet in voorlopige zin geregeld worden. Ammama is hierover gehoord en heeft verklaard dat de graaf geen bezwaar maakt tegen de inning van de goedgekeurde middelen en dat bovendien nog andere middelen kunnen worden toegestaan.
HHM besluiten dan ook met het oog op de wekelijkse betaling van het garnizoen te bepalen dat de Administratoren met behulp van commandant Erentreiter tot executie van de middelen in Oost-Friesland zullen overgaan. Esens en Wittmund zijn hiervan uitgezonderd totdat de graaf is gehoord.
Daarnaast bepalen HHM dat dit jaar het onderhoud en herstel van de dijken wordt geregeld. Door de voorgaande inlegeringen zijn de dijken in het graafschap sterk vervallen met als gevolg dat door overstromingen het akkerland niet kan worden bebouwd. De stenden zullen daartoe drie personen aanstellen die binnen acht dagen door de graaf dienen te zijn bevestigd en, bij weigering, als bevestigd zullen worden beschouwd. Hun besluiten zullen ten uitvoer worden gebracht zonder mogelijkheid tot beroep. Ook zullen dijkrechters worden gekozen en de omslagen [over onroerende goederen] worden geheven volgens de bestaande akkoorden en apostilles. De gedeputeerden in Emden zal worden geschreven voor hun vertrek Erentreiter uit naam van de Staten-Generaal te gelasten bij de uitvoering van voorgaande besluiten de sterke hand te bieden, mocht dat nodig zijn.

1 Een gedeelte van deze resolutie is gedrukt: Aitzema, S. & O. kwarto II, 51-52/folio I, 510-511.