18 - 03 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Raden van State
Huigens en
Witsen voeren
ter vergadering
aan dat de betaling van de ongerepartieerde troepen uit twee
maanden
van de Venetiaanse subsidie conform de resolutie van 13 maart niet
lukt
omdat
Brasser en
Schoonhoven
hebben berekend dat er niet meer dan 52.000 gld. overschiet na
aftrek
van hun rente, het door
Berck
ingehouden geld en
hun
maandelijkse zesde deel van de 100.000 gld. Met de in opdracht van
de
RvS door
Reael geleende 36.000
gld. is dat niet
voldoende voor een maand gage en de afdanking van de
ruitercompagnie
van de
landgraaf van Hessen.
Hun verzoek om het geld te mogen lichten uit de morgen te verschijnen maand van de Venetiaanse subsidie wordt toegestaan.
2
HHM vragen de RvS om advies inzake de klacht van
Matthijs Janssen uit Gilze die zijns inziens ten onrechte gevangen is genomen
omdat hij wat zaaigoed naar zijn zoon in het Land van
Zevenbergen heeft gebracht.
3
Lakenkoper
Marten Lenertsen van Duijsel, residerend te Weelde in het Land van Turnhout, verzoekt
zijn per el gesneden laken te mogen betalen in wol dat hij in
Tilburg of
Oisterwijk wil
verwerken.
De RvS mag adviseren.
4
Catharina van de Graeff, echtgenote van
Nicolaes van der
Mast,
verzoekt tegen cautie de inventarisatie van haar goederen te mogen
ontgaan.
De gedelegeerde rechters moeten adviseren.
5
Dirck Boenen uit Tiel,
Jan Alarts de
Veer en consorten
verzoeken, ondersteund door brieven van de magistraat van
Nijmegen, de bij paspoort van 5 nov. 1625
toegestane
goederen alsnog naar
Keulen te mogen
uitvoeren.
HHM gaan hier niet op in, maar gelasten bij deze de licentmeester het al betaalde licent te restitueren.
6
Schipper
Jacob Sam uit Tiel verzoekt zijn vóór de publicatie van
het plakkaat
van retorsie [op het handelsverbod] d.d. 16 okt. 1625 verlicente
goederen te mogen uitvoeren.
HHM wijzen dit af.
7
Dirck Jacobs Os, pachter van de 14 gld. impost op het dennezout in het
Noorderkwartier, en de pachters van
het zout in
het
Zuiderkwartier verzoeken vanwege het
sluiten der
licenten te worden ontheven van de volgende twee pachtjaren. Ook
willen
zij rekening doen van de ontvangst van dit lopende jaar.
De RvS moet adviseren.
8
Ordonnantie wordt verleend voor
Pieter van Blanckeroort van de verschenen twee maanden gage.
9
Ordonnantie zal worden gedepêcheerd voor
Hendrick Muldert, soldaat en zoetelaar in de compagnie van
Languerack op
Loevestein, van
8
st. per dag van 19 maart 1625 tot 19 maart 1626 voor kost, spijs en
drank
voor de gevangen predikant
Samuel
Prins.
10
Gerhart Hoeben uit Dordrecht krijgt voor vijftien jaar octrooi op een molen
mits die nieuw is en binnen een jaar in bedrijf is.
11
De
Amsterdamse Admiraliteit
zendt d.d. 7 maart de gewonnen inlichtingen inzake het gedrag van
Dirck Janssen Goethaels op 31 dec. 1625 toen een Duinkerker ongehinderd het
Scheurtje
[Kanaal van Mardijck] is
binnengevaren.
De zaak zal besproken worden als ook de andere Admiraliteiten hebben gereageerd.
12
Joost Brasser verzoekt per memorie de maandelijkse restitutie van het geld
dat hij te
Hamburg aan
Aissema
uitkeert te regelen.
De RvS mag disponeren.
Ordonnantie wordt gedepêcheerd van 597 gld. 16 st., gedeclareerd door
Beveren en
Schaffer vanwege hun
reis naar
Zeeland.
13
De vrouwen van de gevangen predikanten op
Loevestein verzoeken een geschiktere verblijfplaats.
HHM wijzen dit af.
14
Joachimi zal worden geschreven de hier woonachtige erfgenamen van
Caron te ondersteunen in hun
verzoek om het deel
van
de erfenis, dat toevalt aan degenen die onder de vijand verblijven,
te
mogen genieten vanwege het risico van confiscatie.
15
Goswinus Meurskens verzoekt de 36.000 gld. te mogen ontvangen die
Friesland voor de betaling van de Franse troepen
opzendt.
HHM zullen beslissen als het geld is aangekomen.
16
Rode en
Oosterzee zijn
gecommitteerd tot
onderzoek van het rekest van baljuw, eerste en andere hoofdmannen
uit
IJzendijke om gelijke heffingen als die van
Sluis en
Aardenburg.
17
Voormalig burger van Alkmaar
Gysbert Brunincx verzoekt met zijn dienstmeid en roerende goederen zonder
beletsel terug te mogen keren uit
Antwerpen.
HHM staan dit toe.
18
In een brief aan
Z.Exc. verzoekt graaf
Aelbert van den
Bergh
paspoort voor zichzelf, zijn
vrouw
en zijn
schoonvader1, de
markies van Remy, teneinde
gedurende een jaar
op
zijn goederen in onder andere het graafschap
Bergh
en
het markizaat van
Bergen op Zoom te verblijven en
deze in bezit te nemen.
HHM gaan akkoord met het paspoort. Z.Exc. zal een specificatie van de bewuste goederen geven dan wel door de graaf doen verstrekken.
19
Frederick Houtman verzoekt met voorschrijven van de
prins van Oranje
voor de grote diensten die hij en wijlen zijn broer
Cornelis Houtman het land hebben
bewezen door
hun
reizen - ook nog als eersten - naar
Oost-Indië,
ter
ere van zijn familie een jaarlijkse beloning. Hij biedt aan, als
teken
van dankbaarheid, een nog niet bezocht gebied aan te wijzen van
meer
dan honderd lengtegraden dat de Indianen als schatrijk bestempelen.
HHM zullen de zaak warm aanbevelen bij de
VOC
met het verzoek te disponeren over zowel de beloning als het aanbod.
20
De
Raad van Vlaanderen
adviseert d.d. Middelburg 27 feb. over het verzoek op 19 dec. 1625 gedaan door
Jan Livini, meier van Aardenburg, dat hij zijn goederen bij
octrooi mag vermaken volgens de rechten van
Holland en
Zeeland, niettegenstaande de rechten van
Vlaanderen die hem daarin zouden kunnen hinderen.
HHM staan dit toe.
21
Bericht wordt dat in
Rotterdam vijf met onder meer boter en kaas geladen schepen, bestemd
voor
Rouen en
Dieppe, naar
Duinkerke zijn gevaren.
De
Rotterdamse Admiraliteit
krijgt
een
afschrift en
dient informatie te verschaffen.
22
HHM zullen morgen de zaak van de gevangenen behandelen en ook het eerder gepubliceerde plakkaat tegen de soldaten uit
Bahia de Todos os Santos zal worden geresumeerd.