27 - 04 - 1626
1Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De
Admiraliteit in het Noorderkwartier
schrijft d.d. Enkhuizen 22 april dat er een commandant van gewicht naar de kust van
Vlaanderen moet worden gezonden en stuurt tevens een overzicht mee van
de kosten, soldij en huur van de schepen die onder
Haultain hebben gevaren.
Noortwijck en
Beaumont zullen deze
staat en die van
de overige Admiraliteiten onderzoeken en er met de
Franse
ambassadeur over spreken.
Over het eerste punt zal met Z.Exc. worden gesproken.
In een andere brief van hetzelfde College d.d. 23 april wordt de betaling aanbevolen van de vrouwen wier mannen zijn uitgevaren onder
L'Ermite.
Hierover wordt nog niet beslist.
2 2
Joachimi schrijft d.d. Londen 8 april zich af te vragen of het niet
beter is de bedoelingen van HHM met de zetel van de Engelse
ambassadeur
in de
RvS
eerst in
's-
Gravenhage
kenbaar te
maken.
Hem zal geantwoord worden dat HHM het beter vinden dat de kwestie in
Engeland bekend wordt gemaakt en dat hij dat dus te doen heeft.
Joachimi deelt ook mee dat de schepen van de Engelse vloot gereed
zijn en dat men wacht op die van HHM.
De Admiraliteitscolleges zal worden geschreven met de equipage haast te maken en te berichten hoe ver zij daar mee zijn.
3
Dirck Jans Lagerlant verzoekt betaling van de proviand van
Laurens
Marschalck die al geruime tijd op bevel van HHM bij hem
thuis zit opgesloten.
HHM vragen Lagerlant te bewijzen dat Marschalck voortdurend
bij hem heeft vastgezeten en willen tevens een declaratie zien
voordat
zij een besluit nemen.
4
Simon van der Meyden en
Jacob van Nispen
berichten dat zij de
magistraat van
Deventer
Claes
Meinertsz. hebben laten oppakken.
HHM zullen de magistraat schrijven Meinertsz. en zijn papieren goed te bewaken en besluiten tevens dat de
essayeur-generaal een essay van
door hem gemunt
geld
zal nemen.
5
De
Admiraliteit te Rotterdam
bericht d.d. Rotterdam 25 april dat kapitein
Adriaen Blom twee scheepjes heeft opgebracht, één door
Duinkerkers
buitgemaakt en één uit
Duinkerke.
Van dit
laatste
scheepje verklaart de Franse schipper uit
Dieppe
dat
het toebehoort aan drie kooplieden uit
Calais en
dat
ook hijzelf voor 200 gld. partij is.
Geantwoord zal worden dat de Admiraliteit adequate informatie aan HHM moet leveren opdat zij die aan de
ambassadeur in Frankrijk en aan agent
Mibassen
kunnen sturen
met het oog op maatregelen tegen deze Franse aanwezigheid [in
Duinkerke].
6
De 775 inwoners van het gehucht
Made verzoeken wekelijks vijftig viertel koren, een ton gezouten
kabeljauw en andere in het rekest opgenomen levensmiddelen te mogen
hebben.
De RvS wordt om advies gevraagd.
7
Op het 31 maart door
Ludolph van Lintzenich ingediende verzoek adviseert de RvS 8 april dat hij
voorlopig voor de tijd van een half jaar in dienst genomen kan
worden
als commies-generaal van de konvooien en licenten in de kwartieren
van
de
Rijn,
Maas en
Waal. Zonder verdere kosten
voor
het land mag hij de derde penning genieten van door hem ontdekt
bedrog.
HHM stellen de beslissing uit.
8
De afgevaardigden van de
VOC
zijn gearriveerd ter bespreking van hetgeen op 20 april naar voren is gebracht.
Alewyn,
Noortwyck,
Beaumont,
Hertevelt,
Haersolte en
Schaffer zullen met de heren in
conferentie
treden.
9
Opnieuw komt het verzoek van
Haulterive ter sprake.
Een beslissing wordt uitgesteld.
10
Op verzoek van de contractanten van het Venetiaanse subsidie zullen
Alewyn,
Van der Meer,
Vosbergen en
Boetzler
met hen een redelijke vorm van betaling
beramen,
aangezien
Venetië het subsidie tegenwoordig
zo
traag
uitkeert.
11
De gedeputeerden van
Zeeland melden dat
Marinus
Hollaerhet wenselijk
acht enkele kleine jachten die ook geroeid kunnen worden op de kust
te
hebben.
Dit zal meegedeeld worden aan Z.Exc.
12
David Pallache overhandigt in de vergadering een akte van
Jan de
Kesseler, raad van de koning van Spanje en hoofdintendant
van
zijn gevangenen, waarin hij zegt met een door HHM en Z.Exc. af te
vaardigen persoon op een neutrale plaats te willen onderhandelen
over
het
rantsoen van de gevangenen. Hij stelt
Middelburg in
Vlaanderen voor.
Dit zal worden meegedeeld aan Z.Exc.
13
Commies
Van der Haer is ontboden en krijgt opdracht een staat te maken van de
kosten van
de vier nieuwe Engelse regimenten op grond van de laatste
monstering en
onder meetelling van de door de RvS op de rollen toegevoegde
rekruten.
14
De RvS moet met
Calandrini diens betaling van de vier nieuwe Engelse regimenten
afrekenen en daarvan en van hetgeen nog resteert een afdoende
staat
inleveren.
De RvS dient ook te adviseren over de op 7 april door de heren van
Holland ingeleverde en aan de raden ter hand gestelde artikelen ter
uitbreiding van het plakkaat op de monstering.
15
De heren van
Utrecht hebben
Fredrich van Bacx(en), heer van
Hermelen, gecommitteerd in de
Generaliteitsrekenkamer
. Hij
heeft de eed
op
de instructie afgelegd.
16
De gedeputeerden van
Holland hebben opnieuw het op 25 april gelezen advies van de RvS op
de brief van
Hendrick van Eck
ingebracht.
HHM besluiten conform het advies op voorwaarde dat er geen fraude wordt gepleegd en dat de boeren verklaren dat het hun eigen in veiligheid gebrachte koren betreft. Inzake de vetweiding van de magere ossen zullen degenen die dat willen doen eerst een lijst met de hoeveelheid ossen en de beoogde neutrale weidegronden moeten overhandigen. Daarna zal worden beslist.