29/04/1626

 
English | Nederlands

29 - 04 - 1626

1

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Ludolph van Lintzenich verzoekt een plaats als conducteur voor zichzelf en zijn zoon.
Het verzoek gaat naar de RvS om uit te maken of zij hem in enige militaire functie kunnen gebruiken.

2 De Amsterdamse Admiraliteit schrijft d.d. Amsterdam 28 april dat kapitein Pieter Barentsz. Dorrevelt op de Elbe bij Freiberg een schip uit Hamburg geladen met koper en andere verboden goederen heeft weggehaald.
In een andere brief van dezelfde datum antwoordt de Admiraliteit op die van HHM d.d. 16 april, dat kapitein Evert Anthonisz. om verschillende redenen de vloot heeft moeten verlaten.
Beide zaken zullen aan Z.Exc. worden meegedeeld.

3 Conform het advies van de RvS is de ingezetenen van Made toegestaan gedurende een jaar wekelijks uit Geertruidenberg tegen Bosch' licent te halen: veertig viertel koren, driekwart ton gezouten kabeljauw, vijftig pond stokvis, een halve ton zout, een kinnetje zeep, veertig pond kaas, een kinnetje haring, tien tonnen bier, veertig viertel zaaikoren in de zaaiperiode en een bescheiden hoeveelheid bouwmaterialen voor herstel van huizen, op attestatie van de secretaris van Made aan de licentmeester te Geertruidenberg. Degenen die paarden en koeien nodig hebben dienen daartoe een apart verzoek in te dienen.

4 Het verzoek van de weduwe van commandant Spaen om een vergoeding voor de door haar man te Gennep bewezen diensten gaat voor advies naar de RvS.

5 Bernard van Aldenbruch, ambtman te Grevenbroich en Gladbach, verzoekt voor zichzelf en Van Hompesch, heer van Bohem en Tetz, paspoort om door vijandelijke plaatsen naar dit land te reizen ter afhandeling van zaken voor het onmondige kind van Gebhart van Eijl, voormalig stadhouder van de Brandenburgse keurvorst.
De RvS wordt om advies gevraagd.

6 De RvS moet adviseren over het verzoek van de dorpen Waspik en Raamsdonk om zaaikoren, paarden, koeien en ander vee te mogen halen.

7 De RvS moet ook adviseren over het rekest van Goswinus Meurskens waarin hij HHM vraagt maatregelen te nemen inzake het surplus van de 30 maart vervallen maand soldij van de oude Franse troepen, het onderhoud van het regiment Bouillon en andere Franse compagnieën.

8 Vosbergen rapporteert dat hij conform de resolutie van gisteren met de ambassadeur van Frankrijk heeft gesproken over de betaling van het regiment Candale en dat deze geen andere middelen weet. Die zegt te verwachten dat Sommelsdijck tevredengesteld zal terugkeren. Ondertussen zal hij de zaak in zijn brieven nadrukkelijk aanbevelen.
Met Z.Exc. en de RvS zal worden besproken hoe muiterij onder de soldaten voorkomen kan worden.

9 Jan van Aerssen, drost van Breda, verzoekt bouwmateriaal voor een schuur licentvrij naar Prinsenland te mogen vervoeren.
De RvS wordt om advies gevraagd.

10 De gouverneur van Breda heeft aan Z.Exc. geschreven dat hij de afsluiting van het Lorregat en van andere gaten in Hooge Zwaluwe en Lage Zwaluwe beschouwt als fortificatiewerk en dus als een inbreuk op de neutraliteit.
HHM stellen het te geven antwoord ter dispositie van Z.Exc. en de RvS.

11 Naar aanleiding van de memorie van de Admiraliteit te Amsterdam is besloten dat de 8 jan. toegestane wapens voor vijfduizend man ten behoeve van de Franse koning vrij van licent- en konvooigeld uitgevoerd mogen worden.

12 In onderscheiden rekesten verzoeken Marten Hooftman en Jan Webster, allebei koopman te Amsterdam, surseance van het in hun nadeel uitgevallen vonnis dat is uitgesproken door de Admiraliteit te Rotterdam .
HHM willen op deze zaak niet ingaan.

13 De echtgenote van de te Amsterdam gevangenzittende kapitein Swart verzoekt een voorschrijven tot vrijlating.
HHM wijzen het verzoek af.

14 Eveneens wijzen HHM het verzoek af van Helmont, voormalig kapitein in San Salvador, de Bewindhebbers van de WIC op te dragen zijn goederen te restitueren.

152 Gemeld wordt dat de Bewindhebbers van de VOC wel de kosten van het onthaal van de Perzische ambassadeur willen voorschieten, maar dat zij een akte vragen waarmee zij dit bedrag weer kunnen korten op de konvooien en licenten.
HHM blijven bij hun resolutie die de Bewindhebbers diverse malen is aangezegd: het onthaal wordt bekostigd voor de dagen voorafgaand aan de audiëntie van de ambassadeur. Ook zal met de Bewindhebbers worden gesproken over de beëindiging van de huur van een huis voor de ambassadeur.

16 De gecommitteerden van HHM die met de heren van Holland en afgevaardigden van de Generaliteitsrekenkamer in bespreking zijn geweest over het advies inzake de makelaardijgelden en dergelijke, melden dat beide partijen bij hun mening blijven.
De Generaliteitsrekenkamer moet de redenen waarop het advies is gebaseerd op schrift stellen.

17 President Noortwijck brengt naar voren dat de hertogin van la Trémoille hem te kennen heeft gegeven dat haar dochter in het huwelijk treedt met de graaf van Derby. Hij heeft daartoe niets willen concluderen zonder de vergadering hierin te kennen.
Besloten wordt dat Noortwijck en Vosbergen gelukwensen en complimenten zullen doen.

18 Fredse Jansdr., echtgenote van Jan Hermansz., predikant op de vloot van L'Ermite, krijgt op rekening 115 gld.

19 Overste Gent heeft Z.Exc. geschreven met onder andere het verzoek de compagnie van kapitein Schorlemer te mogen hebben voor de bezetting van de stad Soest [in Westfalen].
Noortwyck en Schaffer zullen daarover met Z.Exc. spreken.

1 De resoluties van deze zittingsdag zijn door een klerk ingeschreven in S.G. 51.
2 Deze resolutie is gedrukt: Dunlop, Bronnen Oostindische Compagnie Perzië I, 694.