01 - 05 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De gedeputeerden van
Emden verzoeken opnieuw een besluit over hun rekest opdat de
grenzen beveiligd en de troepen onderhouden kunnen worden. Ook
zouden
HHM de uitspraak van hun gecommitteerden moeten approberen.
Zij moeten hun verzoek op schrift zetten.
2
Willem Adriaenssen Molenaer heeft een lijst van zijn weidegronden ingeleverd. Hij heeft
60 morgen bij
Almkerk, 44 morgen bij
Hill, 8 morgen onder
Eethen, 32 morgen bij
Meeuwen en
aan
de
Dussen 18 morgen, in
totaal 162 morgen
land
waarop hij 180 stuks vee wil weiden.
HHM staan dit toe tegen betaling van 's lands rechten en tegen cautie van tienvoudig Bosch' licent indien het vee na vetweiding niet hiernaartoe wordt teruggebracht, ook in het geval de vijand zich er meester van maakt. De
Rotterdamse Admiraliteit
wordt geschreven voor de zuivering van de borgstelling zorg te dragen.
3
De magistraat van
Rees verzoekt voor het herstel van het corps de garde, de
wachthuizen, poorten en bruggen om vrije invoer van negen
samoreuzen
met turf, vijftienhonderd planken en vijfhonderd sparren toe te
staan.
HHM vragen de RvS om advies.
Aangevoerd wordt dat kolonel
Pinsen naar aanleiding van de resolutie van 6 april op het rekest
van de magistraat van Rees heeft verklaard dat bevoorrading van de
stad
met rogge hoogstnodig is.
Omdat de akte van 4 juli 1625, waarin de stad de licentvrije invoer van vijfentwintig last rogge is toegestaan, nog niet is toegepast wordt die bij deze gecontinueerd.
4
De RvS schrijft d.d. 29 april dat het op 28 april genomen besluit ten aanzien van
Kniphausen consequenties heeft. Ook brengt de RvS de executie van
Gulik
[Jülich] in herinnering. Niet
alleen
Kniphuisen maar ook
Mangelman
en
Viri zouden daaruit voldaan kunnen
worden.
HHM besluiten dat de RvS de executie van Gulik zal doen uitvoeren maar dat de eerdere resolutie inzake Kniphuisen in haar geheel blijft gehandhaafd.
5
Het stadsbestuur van
Wezel verzoekt d.d. Wezel 25 april zowel het in beslag genomen
koren als
de boeren die te
Nijmegen gevangen zitten, niet
langer
vast te houden omdat het koren uit de waag van Gelre als
eigen gewas naar
Jan ten Heck in
Wezel zou
worden
gebracht.
De RvS mag hierover beslissen.
6
Naar aanleiding van de gisteren ontvangen brief van de
Amsterdamse Admiraliteit
is besloten te schrijven aan de Colleges te
Rotterdam
,
Enkhuizen
en
Middelburg
om hun mening te vernemen omtrent de roei-jachten op de kust die de visserij, het transport vanuit
Calais en de acties van de vijand met kleine galeien dienen te
belemmeren. Zij dienen het benodigde type en aantal aan te geven en
ook
hun mening over het door Z.Exc. opgestuurde model te laten weten.
Tevens dienen
zij te
berichten waar de door
Mansfeld
achtergelaten
jachten en ook de twee voor de
koning van
Marokko gemaakte fregatten zich bevinden en of deze
schepen
voor
de
eerdergenoemde doelen kunnen dienen.
7
Met Z.Exc. is de eergisteren ontvangen brief van de
Amsterdamse Admiraliteit
over het door
Pieter Barentsen Dorrevelt opgebrachte schip uit
Hamburg
besproken.
Geantwoord zal worden dat het College met de nodige voorzichtigheid te werk moet gaan aangezien het schip ver op de
Elbe is aangehouden en HHM niet met de geallieerden in een
onoplosbaar dispuut over jurisdictie willen belanden.
HHM willen geen schepen van de kust van
Vlaanderen naar de Elbe sturen, maar wel de konvooischepen bij de
monding van de Elbe opdragen te letten op de schepen die met
verboden
goederen geladen kunnen zijn.
De magistraat van Hamburg zal schriftelijk worden verzocht maatregelen te treffen
waardoor de ingezetenen de alliantie niet meer overtreden door
verboden
goederen aan de vijand te leveren.
8
Familie en verwanten van de op de Voorpoort gevangengehouden raden van het
Rotterdamse Admiraliteitscollege
verzoeken met uitvoerige argumentatie de criminele procedure tegen de gevangenen te staken. De betrokkenen zou de restitutie van het bedrag dat zij zich toeëigenden en de betaling van een door HHM nader te bepalen som opgelegd moeten worden.
HHM stellen het rekest voor advies ter hand van de gedelegeerde rechters.
9
Gerapporteerd wordt dat Z.Exc. de bewaking van de haringvloot op dezelfde voet wil doen als vorig jaar.
De besluitvorming wordt uitgesteld.
10
Noortwijck en
Vosbergen hebben de
hertogin
van la Trémoille gelukgewenst en overgebracht dat HHM
het
huwelijk van haar dochter met de
graaf van
Derby
aangenaam is. De hertogin heeft HHM daarvoor bedankt.
11
Jan Erichs verzoekt in een brief aan commies
Schas
om een richtlijn voor de afrekening van de kapiteins in het
regiment
van de
Deense koning.
De RvS krijgt de brief om daarover te adviseren aan de hand van hetgeen vroeger is gedaan.
12
Uit het essay van het te
Huissen gemunte geld blijkt dat de munten onder de waarde te zijn
geslagen.
De generaalmeesters van
de Munt
zullen hiertegen een plakkaat opstellen met een afbeelding van de munten in kwestie.
13
In een memorie suggereert
Gabriel de Costa middelen die zonder
nadeel voor de ingezetenen geheven kunnen worden. Bovendien stelt
hij enkele
belangwekkende aanslagen [op de vijand] voor.
Het eerste punt wordt van weinig belang geacht en over het tweede punt zal worden besloten bij de opstelling van de instructie voor de tweede Engelse vloot.
14
Maria Exalto, weduwe van
Cornelis Tacq,
voormalig
vaandrig van
kapitein Aelbout
verzoekt een
traktement te mogen ontvangen.
HHM stellen een beslissing uit.
151
Na resumptie van de eergisteren genomen resolutie op de huisvesting en het defroyement van de
Perzische ambassadeur besluiten HHM hun gecommitteerden bij deze te machtigen voor
hem een huis te doen huren en gereedmaken. De
VOC
zal de huur en het
defroyement betalen,
maar mag de kosten korten op de door de Compagnie af te dragen
rechten
over hetgeen zij buitmaakt. Het huren van het huis geldt
uitsluitend
de
Perzische ambassadeur en mag geen gevolgen hebben voor andere
ambassadeurs.
16
Conform de resolutie van 25 april hebben de gecommitteerden van HHM de propositie van de
Perzische ambassadeur voorgelegd aan de
Bewindhebbers van de
VOC
. Zij hebben verklaard dat zijn voorstel de
Compagnie
niet aangaat en geen voordeel brengt aangezien zij al over goede
handelsvoorwaarden in
Perzië beschikt. Ook het
verwijderen van de consul te
Aleppo regardeert
de
Compagnie niet en ook wil zij zich niet laten gebruiken voor de
inname
van bepaalde plaatsen aangezien de bezetting ervan haar zwaar
valt.
Besloten wordt de propositie voor advies aan de orde te stellen in de vergadering van de Heren Zeventien. De uitschrijvende Kamer zal het tot een punt van beschrijving maken. Inmiddels zal door de afgevaardigden van HHM en in overleg met de Bewindhebbers een voorlopig antwoord worden geformuleerd.
2
De gecommitteerden van HHM hebben ook verslag gedaan van hetgeen de VOC heeft meegedeeld over een aan de
gouverneur van Indië te richten schrijven over de door de Engelsen voorgenomen
handel op
Bantam. Daarin vermelden zij uitvoerig
de
redenen waarmee de gouverneur de Engelsen zou moeten overreden
van
hun voornemen af te zien. Indien dat mislukt, dan zou hij
verhindering van het voornemen door toepassing van feitelijk
geweld
dienen te suggereren. Vijandelijkheden zouden echter niet dan
in
reactie op Engels geweld moeten plaatsvinden.
HHM besluiten de redenen uit het schrijven van de VOC te lichten en aan
Joachimi te zenden. Die zal de
koning daarmee
trachten te bewegen de Engelse Oost-Indische Compagnie geen
toestemming
voor handel op Bantam te verlenen, aangezien dat tegen het
akkoord
is.
Als Z.M. daartoe niet te bewegen is en de kwestie leidt tot
vijandelijkheden van de zijde van de compagnieën, verkiezen HHM
dit te
negeren om vervolgens door bemiddeling ten koste van de [Engelse]
Compagnie des te beter tot een schikking te kunnen komen.