18 - 05 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Languerack schrijft d.d. Parijs 7 mei over de aanhouding van
verschillende heren aldaar.
Vereist geen
resolutie.
2
Graaf
Jurien Ernst van Stirum en ritmeester
Johan
Lindenar vragen de nu
vier maanden achterstallige betaling van hun ruitercompagnieën.
De RvS zal een betaling doen uit het geld dat nog resteert van de Franse wissels of uit andere beschikbare contanten.
3
Haga schrijft d.d. Constantinopel [Istanbul] 7 maart over het
aldaar
genomen
besluit over
Stora.
De eiser
inzake
het octrooi van Stora zal op de hoogte worden gesteld. Een tweede brief van de orateur d.d. 21 maart vereist geen resolutie.
4
Berck bericht in een brief van 30 april over zijn inspanningen om
betaling
van het maandelijkse subsidie te bewerken.
Behoeft geen resolutie.
5
De afgevaardigden van de stad
Emden hebben approbatie verzocht van de uitspraak die de
gedeputeerden van HHM hebben gedaan. Zij menen namelijk dat de
bezwaren die
de
gezanten van de
graaf daartegen
hebben geuit
geen
aparte overweging verdienen. Vervolgens doen de
gedeputeerden
van HHM verslag van de conferentie die zij hebben gehouden met de
afgezanten van de graaf, de stenden en Emden, in het bijzonder over
de
bezetting van het graafschap tegen mogelijke uitvallen vanuit
Lingen en andere vijandelijke plaatsen.
De gedeputeerden zullen bij de grafelijke gezanten navragen of zij nog andere punten willen aanvoeren. Morgen zal dan in aanwezigheid van Z.Exc. en de RvS van alles verslag worden gedaan, waarna tot besluitvorming kan worden overgegaan.
6
De
Rotterdamse Admiraliteit
bericht d.d. Rotterdam 16 mei dat de
gouverneur van Grave zijn soldaten een schip uit
Boxmeer heeft
doen halen. Het was geladen met ijzer dat
Matthys
Notelman toebehoort en hem is de invoer daarvan
geweigerd.
Besloten wordt het schrijven te overhandigen aan de heren die op 15 mei zijn gecommitteerd tot het onderzoek naar de inkomende en uitgaande goederen.
7
Gemeld wordt dat Z.Exc. enkele gedeputeerden uit de verschillende provincies heeft ontboden en hun heeft voorgehouden dat het nuttig zou zijn munitie en ponten met toebehoren noordelijker te brengen om die in alle gevallen bij de hand te hebben. Ook heeft hij in overweging gegeven een besluit te nemen over het bijeenbrengen van een leger.
Wat de munitie en ponten betreft besluiten HHM conform de suggestie van Z.Exc. Bovendien wordt hij gemachtigd tezamen met enkele gedeputeerden een resolutie te nemen inzake het bijeenbrengen van een leger.
Ter voorkoming van gebrek aan middelen om dit leger te bekostigen is besloten de RvS decharge te doen depêcheren van 500.000 gld., de helft van het bedrag dat de Raad voor de legerlasten heeft verzocht. In de begeleidende brief zullen de provincies nadrukkelijk tot betaling worden aangespoord.
8
Besloten is te schrijven aan
Languerack opdat hij blijft aandringen op de uitkering van het subsidie
tot betaling van de nieuwe ruiters en het regiment
Candale. Ook zou men voorlopig
400.000 of
500.000
gld. kunnen leveren, in mindering te brengen op de rekening voor de
dienst van de schepen.