20/06/1626

 
English | Nederlands

20 - 06 - 1626

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 De broer van de in Duinkerke gevangenzittende en ernstig zieke stuurman Claes Meinerts heeft aangeboden zijn plaats in te nemen, opdat hij kan herstellen. Vanuit Edam wordt dit voorstel sterk aanbevolen.
Z.Exc. mag Spinola schriftelijk verzoeken deze gang van zaken toe te staan.

2 Kapitein Jan Jacobs Starcker verzoekt hier vijftig soldaten in dienst van de Deense koning te mogen rekruteren.
HHM wijzen dit niet alleen af, maar gelasten de kapitein bovendien zich hiervan te onthouden.

3 Namens de magistraat van Nijmegen is ordonnantie verzocht van een derde deel van de op 27 nov. 1625 toegekende 16.000 gld. voor het herstel van de ingestorte muur bij de Lappentoren.
Besloten is hiervan ordonnantie te doen depêcheren.
Namens dezelfde magistraat is verzocht de in Nijmegen gebrouwen bieren, net zoals in de Overbetuwe, licentvrij te mogen slijten aan de inwoners van Huissen.
De RvS zal hierover adviseren.

4 Het antwoord van Moulert op de klachten van Robrecht Reidt is gelezen en gaat naar Reidt voor een reactie per maandag aanstaande.

5 De RvS adviseert d.d. 16 juni over het op 6 juni ingediende verzoek Dinslaken, Schermbeck en Holt dezelfde neutraliteit toe te staan als aan Goch, Kleef en andere stadjes is gegeven, althans als ook door de Infanta neutraliteit wordt verstrekt.
De stadjes krijgen akte van neutraliteit waarin wordt opgenomen dat HHM die niet zullen opzeggen en ook dat zij er geen troepen zullen legeren. Voorwaarde is wel dat de Infanta, de keurvorst van Brandenburg en de vorst van Neuburg eenzelfde akte uitbrengen.

6 De RvS moet advies uitbrengen over het verzoek om een traktement van Sara Pekels, weduwe van luitenant Blair.

7 Met advies van de RvS wordt aan de heer van Batenborch toegestaan dat hij tegen dezelfde rechten als betaald door de ingezetenen van het Land van Maas en Waal, vanuit Rotterdam voor zijn eigen voorziening naar Batenburg mag brengen: acht okshoofden wijn, driehonderd pond Hollandse kaas, zeshonderd pond komijne- en groene kaas, een reep stokvis, twee tonnen gezouten kabeljauw, vier zakken zout, een aam wijazijn, een kinnetje limoenen en voor 100 gld. aan specerijen.

8 De RvS heeft 18 juni advies uitgebracht over het op 17 juni ingediende verzoek van baron van Monschau.
HHM besluiten conform het advies de baron toe te staan zijn koren uit het Land van Kleef - ongeveer 35 mud rogge, twintig mud gerst, vijftig mud haver en zes mud boekweit - frank en vrij naar Oijen te transporteren. Ook mogen hij en zijn onderdanen in de heerlijkheid Oijen met de inwoners van Megen en omliggende neutrale dorpen hooi, tienden, land, graan, vee en dergelijke verhandelen. De vijand mag er niet van profiteren.

9 Naar aanleiding van de adviezen van de RvS d.d. 5 en 18 juni zal aan de gouverneurs en commandanten worden geschreven dat zij iemand vanwege overtreding van het plakkaat van retorsie pas mogen gevangennemen als de persoon op heterdaad is betrapt. Ook dienen zij zich te onthouden van afpersingen en overlast die zij plattelandsbewoners aandoen onder voorwendsel van het plakkaat van retorsie. Tevens dienen zij niet op eigen gezag en tot eigen voordeel zaken te schikken, maar delinquenten door HHM of de RvS te laten berechten.
Ook zal hun geschreven worden dat zij zich niet met de licenten dienen te bemoeien. De ambtenaren van de konvooien en licenten is bevolen zich bezig te houden met inkomende en uitgaande goederen en de uitgifte van paspoorten. Die moeten, op straffe van ontslag, HHM waarschuwen als de gouverneurs zich desalniettemin met de licenten blijven bemoeien.

10 In een memorie vraagt Halewyn om een nadere uitleg en bepaling inzake de uitoefening van zijn ambt als commissaris-generaal van de schepen in het leger.
De RvS wordt om advies gevraagd.

11 De RvS laat het aan HHM of de weduwe van kapitein La Casa vanwege de goede diensten van haar man op de een of andere manier geholpen moet worden.
Met een beslissing wordt nog gewacht.

12 In zijn advies d.d. 17 juni op het rekest van de dorpen in Vlaanderen stelt de RvS dat deze dorpen onder de vijand vallen. Die is met het handelsverbod begonnen en dus zou men geen toevoer van levensmiddelen moeten toestaan.
HHM sluiten zich aan bij het advies.

13 De op 15 juni toegezegde gouden keten voor kapitein Van der Burcht is, inclusief de medaille, begroot op 600 gld. Tot het maken van de keten is opdracht gegeven.

14 De pachters van het dennezout in Holland klagen dat de ontvanger via executie de gehele pachtsom wil vorderen, ook al vindt het zoutzieden niet plaats en zijn de licenten gesloten.
Zolang de licenten gesloten blijven mogen de pachters volstaan bij provisie, mits zij het uit de pacht ontvangen geld aan de ontvanger verantwoorden en onverlet de resolutie die hierover ten principale zal worden genomen.

15 Aan de RvS wordt verzocht te adviseren over het verzoek van Goris Ariaenssen en consorten, pachters van de visserij op het onder Engelen gelegen Engelermeer. Zij willen hun vis in zowel vijandelijke als dezerzijds steden aanbieden.

16 Het ontwerp van de brief aan de republiek van Venetië inzake het subsidie is gelezen en gearresteerd.

17 Joachimi schrijft d.d. Londen 10 juni onder meer dat de Admiraliteit in het Noorderkwartier de 100 pond sterling, die Cecil had verstrekt aan kapitein Cornelis Dirxen Luith, nog niet aan de generaal heeft overgemaakt.
Een uittreksel van de brief gaat naar de Admiraliteit voor een reactie.

18 De ambassadeur van Frankrijk is toegestaan voor zijn eigen verbruik licentvrij vier voeder rijnwijn in te voeren.

19 Dr. Opten Noort heeft ordonnantie verzocht van 20.000 gld. voor de uitdieping van de IJssel.
Vernomen moet worden waarom de RvS nog geen ordonnantie heeft gedepêcheerd.

20 Paul de Wilm heeft toegezegd de koning van Denemarken 100.000 gld. te leveren, de ene helft op 5 en de andere helft op 20 juli, mits het bedrag inclusief rente over een half jaar door de ontvanger-generaal wordt terugbetaald en de heren van Holland zich in het bijzonder daartoe verbinden.
De gedeputeerden van Holland hebben hiertegen bezwaar gemaakt.

21 Alouisi Contareni en Georgi Georgi, ambassadeurs van Venetië, compareren. Eerstgenoemde heeft afscheid genomen om zijn commissie als ambassadeur bij de koning van Groot-Brittannië te gaan vervullen en bedankt HHM voor de voldoening die zijn verblijf in deze staat heeft gekenmerkt. Hij zal in Engeland en elders altijd het welvaren van de Republiek bevorderen en met dat doel in goed contact met Joachimi staan. Vervolgens overhandigt Georgi zijn credentiebrief d.d. 8 april en voert aan naar de Republiek te zijn gezonden om zich namens Venetië in te zetten voor goede onderlinge betrekkingen en vriendschap.
HHM verklaren dat de komst van Georgi aangenaam is, bedanken Contareni voor de goede samenwerking en beantwoorden de complimenten.
Contareni brengt nog zijn verzoek om op zijn reis naar Engeland begeleid te worden door twee oorlogsschepen in herinnering.
Z.Exc. is ter plekke verzocht de Rotterdamse Admiraliteit hierover te willen schrijven.

22 Z.Exc. brengt naar voren dat de Franse en Engelse kapiteins opnieuw sterk aandringen op een toevoeging van vijf of zes Nederlanders aan hun compagnieën. De RvS maakt daar nu bezwaar tegen.
Het verzoek wordt vanwege de door de kapiteins verstrekte redenen niet vreemd gevonden, maar voordat een besluit wordt uitgevaardigd, zal eerst nagegaan worden wat de RvS op het eerdere rekest heeft geadviseerd.