09 - 07 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
D'Espesses compareert en dringt aan op een antwoord op zijn propositie
over de zaak tussen de Franse Oost-Indische Compagnie te
Dieppe en de
VOC
.
De ambassadeur is geantwoord dat hem de reactie die HHM op 30 juni hebben goedgekeurd, zal worden overhandigd. Het antwoord1 luidt als volgt:
De Staten-Generaal hebben de propositie die de ambassadeur van Frankrijk op 16 juni in hun vergadering heeft ingediend bestudeerd en verklaren dat in de zaak van het verbrande schip L'Espérance op velerlei manieren is gepoogd te schikken. Uiteindelijk heeft men, in overeenstemming met het traktaat van
Compiègne, partijen naar de ordinaris justitie verwezen. HHM hebben
toen bij akte van 7 mei 1625 voorgesteld een Admiraliteit aan te
wijzen
om recht te doen in deze zaak, maar de ambassadeur van Frankrijk
kon
ook opteren voor een
ander hof of een soevereine raad of enkele raadsheren die geen belang
in
Oost-Indië hadden. Toen voor deze laatste
mogelijkheid is gekozen, zijn voor de decisie personen aangewezen
die
door de ambassadeur en de partijen zonder voorbehoud zijn aanvaard.
Vervolgens hebben partijen hun stukken overhandigd, hebben de
rechters
die onderzocht en zijn beide zijden diverse malen gehoord. De
Staten-Generaal hebben dus gehandeld naar de afspraken en het
traktaat
van Compiègne, met instemming van de ambassadeur, terwijl de
partijen
zich zonder restricties hebben onderworpen aan het oordeel van de
rechters.
Z.M. wordt dan ook
gevraagd
de inspanningen die de Republiek zich in deze zaak heeft getroost,
niet te wantrouwen.
2
Opdat er een eind komt aan de smeekbeden van de kapitein, heeft de Franse
ambassadeur HHM verzocht
Villetard
te gratiëren. De RvS heeft verklaard sedert het in juni genomen
besluit geen verdere stappen te hebben ondernomen.
HHM besluiten dat de RvS moet verdergaan met het nemen van informatie en naar bevind van zaken en in het landsbelang moet handelen.
3
Maiken Heine, weduwe van
Pieter Arentsen
Vuist, visser
te Brouwershaven, verzoekt om toekenning van de premie die volgens
het
plakkaat van 4 juli 1625 staat op het veroveren van een vijandelijk
schip. Wijlen haar man is indertijd uitgevaren met de buis van
Willem Jacobs Coorenhert, stuurman
uit
Delfshaven en
in
Duinkerke gevangengenomen. Hij heeft zich
daarop
in Spaanse dienst begeven als bottelier op het
vice-admiraalschip
in de hoop de vijand schade te kunnen berokkenen door het schip te
vernielen. Inderdaad heeft hij met vier anderen het schip in brand
gestoken. Zij zijn daarop met een bootje ontvlucht en vervolgens
verdronken.
De weduwe wordt bij provisie 100 gld. eens toegekend en 150 gld. per jaar gedurende haar leven. Zij moet eerst bewijs leveren dat haar man het schip daadwerkelijk heeft vernield.
4
De pachter
Franck van der Burch wordt op diens nader verzoek, naast hetgeen hem op 6 juli is
toegestaan, ook vergund paarden en koeien licentvrij naar
Prinsenland te brengen.
5
Conform het advies van de RvS d.d. 6 juli mag de
heer van Spangen, tegen betaling van Bosch' licent en onder waarborg dat zij
niet elders belanden, naar zijn woonplaats
Brecht
brengen: honderdvijftig pond kaas, tien
hammen, vier gerookte tongen, een okshoofd Franse wijn, een zak
zout,
een halve ton gezouten kabeljauw, honderd pond stokvis, twintig
bossen
gedroogde schollen, een gerookte zalm en een halve ton zeep.
6
Conform het advies van de RvS d.d. 7 juli over het op 4 juli ingediende verzoek van de plattelandsbewoners rond
Rees keuren HHM het goed dat, totdat over het plakkaat van
retorsie nader is besloten, de ambtenaren van de konvooien en
licenten
te Rees onder de huislieden drie à vier mud zout zullen
verdelen.
7
Walter Ogelbee, heeft in het regiment van kolonel
Brogh
het ambt van kwartiermeester vervuld tegen 10 gld. per maand en
verzoekt dit bedrag continu te mogen genieten zolang de oude
kwartiermeester nog leeft.
De RvS wordt advies gevraagd.
8
Languerack schrijft d.d. Parijs 26 juni.
Behoeft geen resolutie.
9
Naar aanleiding van het verzoek van de pachters van het kwart der konvooien en licenten zullen
Essen,
Noortwyck,
Beaumont,
Rode,
Lyclama,
Ter
Cuilen en
Broersema
met
hen enkele belangrijke punten bespreken.
10
Baljuw, schouten en regeerders van de verschillende dorpen in het Land van
Altena verzoeken de ingezetenen toe te staan hun gewas naar steden
aan weerszijden ter markt te brengen.
De RvS wordt advies gevraagd.
11
De zoon van
Lenart Janssen heeft in
Duinkerke rantsoen moeten betalen
dat conform het uitwisselingsakkoord van 1624 is geassigneerd op
1.800
gld. die
Cornelis Jacobs van Zirixe
voor zijn rantsoen moet betalen. De vader vraagt HHM de
terugbetaling
te regelen.
Besloten wordt Cornelis Jacobs over deze kwestie te horen.
12
Het advies van de superintendenten en rentmeesters van de beden van
Brabant d.d. 25 juni over het op 22 juni ingediende verzoek van
Pieter van Everdingen luidt dat
hem de 25 gld.
per
jaar toegekend kan worden, maar tegen cautie van een latere
vordering.
Deze rente dateert namelijk al van voor de beden en de Staten van
Brabant zijn bezig de renten die vòòr de beden ten laste kwamen
van de
domeinen, op gelijke voet te brengen met die op de beden worden
betaald.
HHM besluiten conform het advies.
13
De
RvS
compareert en voert aan dat de vier nieuwe compagnieën onder
Haulterive en de dertien nieuwe ruitercompagnieën van het regiment
Candale inmiddels vijf maanden
tegoed hebben.
HHM
wordt verzocht de betaling te regelen.
Doublet zal naar
Amsterdam gaan om bij
Pieter van Beeck geld los te
krijgen. Indien dat
mislukt zal hij gedurende zes maanden op het Franse secours een
bedrag genoeg voor drie maanden gage proberen te lenen. Bovendien
zal
de RvS Z.Exc. verzoeken raadpensionaris
Duijck
en
vertegenwoordigers van de belangrijkste steden te ontbieden, om te
bereiken dat de
Staten van
Holland
met hun
krediet de lening ondersteunen. Als het subsidie van
Frankrijk uitblijft, zal de provincies worden
geschreven hun quote in de lening te leveren opdat Holland van het
door
haar gestelde krediet verlost kan worden. De RvS zal met dat doel
ook
een petitie doen.
14
Van
Haga is 7 juli een brief ontvangen met bijlagen in geheimschrift
die met de
koning van Bohemen
zullen worden
besproken. Zij zullen ook aan
Joachimi en
Aissema worden gestuurd om na te
gaan in
hoeverre
de betrokken koningen er hun voordeel mee zouden kunnen doen en om
te
peilen wat hun intenties zijn.
15
Het verzoek van
Heusden om de plattelandsbewoners stuk voor stuk hun
levensbenodigdheden te laten halen, is afgewezen.
16
Gerrit Hoeben en consorten krijgen gedurende vijftien jaar octrooi voor
hun uitvinding van het perpetuum mobile.
17
Het advies van de RvS d.d. 29 juni over het op 22 juni ingediende rekest van
Jan van der Veecken luidt dat de plakkaten tegen de vijandelijke
onbeschaamdheden en afpersingen hernieuwd zouden moeten worden.
HHM hebben daarmee ingestemd.