15 - 08 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Het traktement van mr.
Jan Goswinus, voormalig controleur van de licenten te Breda, wordt op
diens verzoek met nog een jaar verlengd. De
Rotterdamse
Admiraliteit
zal de 350 gld. betalen.
2
Op advies van de RvS krijgt
Elisabet Butler, weduwe van
Thomas Butler,
opnieuw de
haar bij ordonnantie van 25 sept. 1625 voor dat jaar toegekende 100
gld.
3
Kapitein
Dorp schrijft d.d. de Braeck 10 aug. dat aan het eind
van de maand achttien schepen vanwege bevoorrading moeten
binnenlopen
en verzoekt daarom de nodige levensmiddelen te
Vlissingen te leveren.
De Admiraliteiten te
Rotterdam
,
Amsterdam
en in het
Noorderkwartier
zal worden geschreven de benodigdheden die voor hun rekening komen zo spoedig mogelijk naar Vlissingen te sturen.
4
Maria Wiems, weduwe van kapitein
Steven
Brunsfielt,
verzoekt betaling van de kosten voor twee door haar man
overgebrachte rekruten of
de
toekenning van een jaarlijks traktement.
De RvS wordt advies gevraagd.
5
Het verzoek om financiële ondersteuning van
Sophia van Isenach is afgewezen. Haar man
Hendrick
Pender
was luitenant van haar vader, kapitein
Isenach,
en
is in
Bahia de Todos os Santos gestorven.
6
Pieter Theunis, voormalig pachter van het dennezout in het Zuiderkwartier,
verzoekt uitstel van betaling met zes jaar voor de per 31 maart
1625
afgelopen pachttermijn.
Het verzoek is afgewezen.
7
Het verzoek van
Cornelis Buijsen om twee landbouwpaarden naar zijn woonplaats
Oosterhout te mogen brengen, is afgewezen.
8
Voor
Johan Danckart zal aan de
VOC te
Middelburg
worden
geschreven hem conform de resolutie van de
Heren
Zeventien
de door zijn
broer uit
Oost-Indië
gezonden goederen te doen toekomen.
9
Jan Rycken verzoekt een traktement voor zichzelf en zijn zoon totdat
hij vanwege zijn goede diensten bij de verovering van
Goch zal worden bevorderd.
HHM laten appointeren dat zij hem bij gelegenheid aanbevolen zullen houden.
10
De
ontvanger-generaal zal generaalmeester
Beveren
800 gld. uitbetalen, af te trekken van
zijn declaratie.
11
Gedeputeerden en administratoren van ridderschap, steden en stenden van het graafschap
Oost-Friesland committeren d.d. 22 juli hoofdeling
Arent Tido van
Diepenbroeck tot Middelstewehr, administrator
Uco
Sparinga en secretaris van het College van
Administratoren
Cyriacus Hisken met het verzoek
deze heren
audiëntie te verlenen. Sparinga en Hisken zijn vervolgens tot de
vergadering toegelaten en hebben hun propositie gedaan en die op
schrift, ondertekend, ingeleverd.1Na de door de deputaties overgebrachte resolutie van
HHM
d.d. 20 mei is in Oost-Friesland zowel mondeling als schriftelijk
gepoogd de diverse geschillen met de
graaf bij
te
leggen. Niettemin heeft de graaf bepaalde punten uitdrukkelijk
afgewezen en is hij aan andere voorbijgegaan. Daardoor is het de
principalen van de gecommitteerden onmogelijk gebleken op de in de
resolutie d.d. 20 mei afgesproken datum [1 juli] te verschijnen en
is
de situatie als ter tijd van Hiskens laatste afvaardiging. De
inning
van de gemene middelen is niet ten uitvoer gebracht en dus kunnen
de
daarvan afhangende betalingen niet worden gedaan. De ondergang van
Oost-Friesland is nabij indien niet wordt ingegrepen en daarom zijn
de
gecommitteerden opnieuw gestuurd om HHM de nabuurlijke diensten van
hun
principalen aan te bieden en zich te verontschuldigen voor het niet
verschijnen op de afgesproken datum op grond van de aangevoerde
redenen. Zij verzoeken HHM nogmaals een besluit te nemen over elk
van de door
Hisken op 5 mei ingebrachte punten.
HHM stellen de besluitvorming uit tot de volgende vergadering.
12
De gedeputeerden te velde schrijven d.d. Isselburg 12 aug. dat Z.Exc. het uit
Emden gelichte volk weer heeft teruggezonden. Ook gaat hij akkoord
met het sturen van enkele afgevaardigden naar die stad zoals
verzocht
in de propositie van de
secretaris
van Emden d.d. 9 aug.
Ook over dit punt zal in de eerstvolgende vergadering worden beslist.
13
Na beraad over het gebruik van de schepen voor de tweede Engelse vloot is afgesproken tien schepen naar
Engeland te sturen om te vernemen of de vloot daar gereed is. Als dat
het geval is zal men zich erbij voegen en zo niet, dan zal men
naar de
kust van
Spanje varen om te bezien hoe de vijand
aldaar schade kan worden toegebracht. Dit besluit zal door aan
admiraal
Reael mee te geven
brieven aan
Z.Exc. worden meegedeeld, met
het verzoek bij
instemming met het besluit de admiraal te voorzien van de nodige
depêches.
14
In een namens
Schöppingen ingediend rekest is verzocht luitenant-generaal
Stakenbroeck op te dragen alle
akten van
obligaties
en cauties terug te geven en de goede lieden van hun verplichtingen
te
ontslaan.
De RvS zal beslissen en in het bijzonder verordenen dat de obligaties worden teruggegeven.
15
De
keurvorst van Keulen verzoekt d.d. Brühl 27 juli degenen die in
Schöppingen hebben huisgehouden exemplarisch te
straffen, de afgenomen goederen te restitueren en de nabestaanden
van
de gedode mannen genoegdoening te geven. Ook vraagt hij het door
HHM
te hernieuwen plakkaat tegen de misbruiken voor alle gebieden van
de
keurvorst te laten gelden.
De RvS zal hierover beschikken.
16
De
Zeeuwse Admiraliteit
stuurt een brief door van de gouverneur van
Calais aan commandeur
Dorp. Daarin
wordt gevraagd
om restitutie van een door burgers van Calais te
Duinkerke gekocht schip dat bij het uitvaren
vervolgens door staatse oorlogsschepen is afgenomen.
Met een besluit wordt nog gewacht. Ondertussen zal naar de precieze omstandigheden worden geïnformeerd.
In het schrijven van de Admiraliteit wordt ook gewag gemaakt van de achttien à negentien schepen die eind deze maand de kust van
Vlaanderen moeten verlaten om zich te bevoorraden.
HHM blijven wat dit punt aangaat bij hun op het schrijven van Dorp genomen besluit.
17
Joachimi schrijft d.d. Londen 24 juli op verzoek van de Raad van de
koning met een aanbeveling de
Londense kooplieden
Clement
Herbij en
George Rockes
de door de
Rotterdamse
Admiraliteit
geconfisqueerde goederen terug te geven. Omdat ook twee brieven
van de
hertog van
Buckingham zijn
overhandigd, zal
alvorens
te beslissen eerst worden afgewacht wat agent
Carleton hierover naar voren
brengt.
18
Door
Jan Claessen Engelen en de Munt is een memorie inzake de
rijksdaalders overhandigd met het verzoek om maatregelen.
Afgesproken
is nog toe te voegen dat men geen daalders in ontvangst moet nemen
die
van recenter datum zijn dan in de beeldenaar gesteld.
19
Gedeputeerde Staten van Groningen
schrijven d.d. 1 aug. dat zij net als de overige provincies consenteren in de betaling van het door
Paul de Wilm opgenomen bedrag voor de
Deense
koning.
Conform de overige provincies zal Groningen verordenen de verder te
verschijnen subsidies te betalen na ontvangst van de
décharges.