19 - 08 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De
koning van Frankrijk schrijft d.d. Nantes 8 juli dat hij de represailles voor
baron de Chappelaine tegen de
onderdanen van de
koning van Denemarken gedurende
vier maanden
heeft
opgeschort. De partijen hebben zich verplicht in die periode hun
geschillen ter arbitrage voor te leggen aan HHM en Z.Exc. Z.M.
verzoekt
het recht van zijn onderdanen te handhaven.
Culemborch en
Vosbergen zijn
gecommitteerd tot
overleg met de ambassadeurs van
Frankrijk en
Denemarken en te
vragen of
zij het goed vinden dat Z.Exc., gezien zijn afwezigheid, iemand in
zijn
plaats aanwijst.
2
In navolging van de resolutie van gisteren is het ontwerp van de brief aan de
commandant te Emmerik [Emmerich] inzake de processies aldaar gelezen en
goedgekeurd.
3
Secretaris
Huigens komt ter vergadering melden dat de RvS geen bezwaar heeft
tegen de verlening van neutraliteit aan de steden in
Mark, maar wel in overweging geeft eerst de
Kleefse raden op de hoogte te stellen van
dit
voornemen.
Besloten wordt conform het advies van Z.Exc. en de gedeputeerden te velde om de gevraagde neutraliteit te verlenen op voorwaarde dat van de
Infanta, de
keurvorst van
Brandenburg en de
vorst van Neuburg eenzelfde akte
zal worden
geëist
waarvan HHM kopie zal worden gezonden. Dit zal
Z.Exc. worden teruggeschreven.
4
Op aandringen van de
Franse ambassadeur is vrijstelling toegestaan van de betaling van het kwart in
de konvooien en licenten voor de op 7 aug. goedgekeurde uitvoer van
vijftig paarden voor de
Franse
koning.1
5
Cornelio Berck, consul te Livorno, schrijft d.d. Livorno 27 juli in
antwoord op de brief van HHM d.d. 2 juni dat in dit jaar vanuit
Livorno geen schepen naar
Griekenland zijn
gevaren, behalve
Den Swarten Arent onder schipper
Jacob Janssen van Hoorn en een in
Algiers gekocht Frans scheepje.
Er valt geen resolutie.
6
Johannes Baers, predikant te Vreeswijk, verzoekt 200
gld. die hij schuldig is vanwege de ziekte van zijn vrouw.
Hem wordt 60 gld. toegekend.
7
Bij de hervatting van het beraad over de ordonnantie op het kwart van de konvooien en licenten hebben de heren van
Holland verklaard voor enige verandering van deze ordonnantie geen
last te hebben. Daarop zijn
Kelffken,
Schagen,
Vosbergen,
Rode,
Walta,
Varver en
Broersema
aangewezen
om op het stadhuis ten overstaan van de schepenen van
's-
Gravenhage en de gedeputeerden van de
Admiraliteitscolleges de verpachting te doen op de oude voet.
8
Eck en andere gedeputeerden van HHM hebben gerapporteerd dat
kapitein
Willem van
Brederode
en andere
officieren die op de vloot van
L'Eremite hebben
gediend, hun afrekening hebben meegebracht met afdoende rol van de
overleden bemanning.
Degenen met een dergelijke afrekening zullen een voorlopige betaling ontvangen. Totdat alle boeken zijn aangekomen en de definitieve afrekening is gemaakt, zal echter ook nog een bedrag worden ingehouden.
9
Van de Admiraliteit te
Dokkum
is een brief over het fiscaalschap ontvangen.
Met een beslissing wordt nog veertien dagen gewacht.
10
Aangevoerd wordt dat agent
Noordingen verzoekt de zaak van
Emden met zes dagen
uit te stellen omdat hij afgevaardigden van de graaf van
Oost-Friesland verwacht.
HHM besluiten de bezending naar Emden gedurende deze termijn uit te stellen, maar die wel al voor te bereiden.
11
De
Generaliteitsrekenkamer
schrijft d.d. 18 aug. dat, ondanks aanmaningen, de ontvangers die rekenplichtig zijn aan de Generaliteitsrekenkamer niet conform de verordening van HHM d.d. 21 jan. 1622 hun rekeningen binnen zes maanden na afloop van het jaar inleveren.
De ontvangers zal worden geschreven nog dit jaar de rekeningen tot en met 1625 in te leveren. In het vervolg moeten zij de resolutie van 21 jan. 1622 punctueel nakomen, op straffe van inhouding van hun traktement zodra de termijn van zes maanden is afgelopen.
122
De
Perzische ambassadeur heeft zijn verzoek om voorschrijven aan
Venetië ter bevordering van de belangen van de
daar
verblijvende kooplieden uit Perzië toegelicht.
Berck zal worden geschreven dit bij gelegenheid aan te bevelen.
De ambassadeur heeft eveneens verzocht naar Z.Exc. te mogen gaan om zijn afscheid te nemen. Ook verzoekt hij iemand in ambassade met hem mee te zenden.
Het afscheid van Z.Exc. wordt hem toegestaan. Met de
VOC
zal over het dragen van de kosten worden gesproken. Het punt van de ambassade wordt nog in beraad gehouden.
13
Namens
Joost Brasser is gevraagd wanneer HHM het kwart van de 30.000 rijksdaalder
in banco zullen verschaffen conform de resolutie van 8 aug. opdat
hij
zijn rekening kan opmaken.
De besluitvorming wordt tot morgen uitgesteld.
14
Naar aanleiding van zijn verzoek om verlenging van de commissie als extraordinaris commies van de konvooien en licenten is
Barent Tapkens voor zijn onkosten beloond met 150 gld. De
Rotterdamse Admiraliteit
zal
gevraagd
worden
te informeren naar de bereidheid van
Pieter
van
Goutswaert het ambt van adjunct commies-generaal te
aanvaarden. Hij is op 8 april 1625 in deze functie aangesteld maar
op
17 okt. 1625 daarvan ontheven voor de duur van zijn
burgemeesterschap
van
Rotterdam.
15
Govert Basson heeft verzocht de boeken van
Borre te
mogen leveren.
Hij mag een exemplaar voor de tafel van HHM leveren tegen 16 gld. 10 st.