11
Ter vergadering verschenen adviseert de
RvS
de propositie van
Amama te beantwoorden met een schrijven aan de
graaf van
Oost-Friesland. Daarin zouden HHM moeten stellen dat zij
hem op 1 juli
hadden
verwacht en dat zij, terwijl zijn komst uitbleef, tot het
besluit
zijn gekomen opnieuw gedeputeerden naar
Oost-Friesland te zenden. De graaf zal kunnen
begrijpen dat die resolutie niet ongedaan gemaakt kan worden,
vooral
omdat de gedeputeerden van de stenden en de stad
Emden
naar Oost-Friesland zijn vertrokken in de wetenschap dat zij zullen
worden gevolgd door de gecommitteerden van HHM. Daarom is het ook
van
belang dat de graaf in Oost-Friesland blijft om zo in de
afhandeling
van de geschillen behulpzaam te zijn.