09 - 11 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De gecommitteerden hebben verslag gedaan van hun bespreking met
Huissens over de financiële ondersteuning van de
Zeeuwse
Admiraliteit
.
Doublet wordt bij deze gelast de circa 29.500 gld. die uit
Groningen op de petitie voor de
Admiraliteiten
is binnengekomen toe te wijzen aan het Zeeuwse College.
Zeeland
zal worden verzocht zijn
quote in
het
subsidie voor de oorlog te water over 1626 eveneens aan de
Admiraliteit
toe te kennen. De overige provincies zal gevraagd worden hun quoten
in
deze subsidie over het lopende en de voorgaande jaren niet alleen
te
consenteren, maar ook op te brengen.
2
De RvS zal adviseren over het verzoek van de
heer van Heukelom zijn levensbenodigdheden uit
Bokhoven te
mogen halen.
3
Ter vergadering wordt de originele lijst, op 7 sept. aan die van
Hooge Zwaluwe en
Lage Zwaluwe verleend, getoond. De
licentmeester te
Dordrecht heeft de uitvoer van goederen niet afgetekend
en de
lijst bij zich gehouden.
Hij moet zijn handelwijze uitleggen.
4
Goudsmid
Oosterlingh vraagt betaling voor twee aan Z.Exc. geleverde schotels in
plaats van de twee die ter verering van de hertog van
Buckingham waren bestemd maar
gestolen werden.
Besloten wordt van 101 gld. ordonnantie te depêcheren.
5
De RvS dient advies te geven over het verzoek van die van
Tilburg en
Goirle eenzelfde akte als die van
Roosendaal te mogen ontvangen.
6
Adriaen Cornelissen uit Babyloniënbroek wordt niet toegestaan een
kaagschuit uit
Breda te laten komen.
7
Marten Franssen Versijl van der Goude uit de omgeving van Antwerpen mag zich met vrouw en kind in
de Republiek
vestigen.
8
Voor de
koningin van Bohemen zal aan de
Rotterdamse
Admiraliteit
worden geschreven Sir
Thomas
Liddale zo spoedig
mogelijk door kapitein
Emmekens
naar
Engeland te laten brengen.
Bij deze gelegenheid zal ook aan
Joachimi worden bericht wat op 4 nov. nader is besloten inzake de
vier Engelse regimenten. Hij moet voortdurend blijven aandringen op
een
definitieve en vruchtbare resolutie.
De Rotterdamse Admiraliteit zal worden geschreven Joachimi op dezelfde wijze als zijn voorganger te behandelen. In het geval hij vrij van konvooi werd voorzien van zijn levensbenodigdheden is het College gemachtigd dit privilege ook aan Joachimi toe te kennen.
De
ontvanger-generaal heeft laten weten dat Joachimi ongeveer 5.500 gld. op hem
heeft getrokken. Dit bedrag omvat een halfjaar traktement
inclusief
opgeld en het salaris van Joachimi's
secretaris.
Doublet zal de wissel accepteren en op zowel
Holland
als
Zeeland
2.000 gld. verhalen, conform de staat van oorlog. Joachimi zal worden geschreven in het vervolg zijn gewone traktement direct op de twee provincies te trekken en zijn buitengewone onkosten op de ontvanger.
9
Op rapport van thesaurier-generaal
De Bie wordt ordonnantie gedepêcheerd van een bedrag van 46 gld. 1
st. dat door de commandant
De Bije
is
gedeclareerd.
Het betreft de kosten gemaakt voor het uit het water vissen en
begraven
van
Samuel de Prins en voor de
begrafenis van
Poppius.
Ook wordt ordonnantie gedepêcheerd van 40 gld. 16 st. voor
Hendrick Mulder vanwege aan Prins verstrekte levensmiddelen over de periode
20 maart tot 30 juni.
Voor De Bije zal ook nog van 126 gld. ordonnantie worden gedepêcheerd. Hij heeft dit bedrag betaald aan
Abraham Wouters voor de door hem geleverde diensten met betrekking tot de
gevangen predikanten van 22 april 1625 tot 13 juli 1626. Het
verzoek
van de commandant om het in zijn vorige declaratie geschrapte
bedrag
van 104 gld. alsnog te mogen ontvangen is echter afgewezen.
10
Berck schrijft d.d. Venetië 23 oktober.
Behoeft geen resolutie.
11
Huissen heeft HHM verzocht een besluit te nemen over de volgende
punten.
Ten eerste zou er een besluit moeten vallen over de door
Zeeland
in een eerder schrijven aangeroerde kwestie van de veel voorkomende fraude in de uitvoer van goederen naar vijandelijk gebied. Ten tweede wil de
Zeeuwse Admiraliteit
weten hoe te handelen bij uit vijandelijke havens afkomstige schepen die zijn gekocht en toegerust door Fransen voor de vaart op
Spanje. Het derde punt betreft de vraag of niet alle schepen die
havens in
Vlaanderen uit- of binnenlopen
rechtmatige buit genoemd zouden moeten worden.
Er vallen nog geen besluiten op deze punten. De heren van
Holland hebben een afschrift gevraagd.
12
De
Gedeputeerde Staten van Utrecht
sturen d.d. 28 okt. o.s. een kopie op van een schrijven waarin wordt gemeld dat kapitein
Pleuren bezig is de
Overbetuwe, de
Nederbetuwe en de
Tielerwaard
weer
onder contributie te stellen. Hij biedt acceptabele voorwaarden. De
ter
vergadering verschijnende raad van State
Van
der Lingen brengt namens de RvS hetzelfde naar voren.
De ambtlieden van de genoemde gebieden zal schriftelijk worden meegedeeld dat HHM dit niet gedogen. Als het gerucht op waarheid stoelt, dienen zij degenen die op de voorstellen ingaan streng en afschrikwekkend te straffen. Het
Hof van Gelderland
krijgt een afschrift van de kopie met het verzoek op gelijke wijze aan de ambtlieden te schrijven. Het Hof moet de eerder in
Gelderland publiek gemaakte plakkaten hernieuwen en eventueel
uitbreiden.
Bij deze gelegenheid is ook besloten te informeren naar het nakomen van de op 14 mei 1624 genomen resolutie inzake de liquidaties van Gelderland. Deze resolutie heeft het traktement dat sommige politieke ambtsdragers in Gelderland genoten voor onder meer het toezicht op de redoutes afgeschaft. De RvS wordt eveneens gemaand deze resolutie in zijn financieel beheer na te komen.
13
Op verzoek van resident
Suriano zal de
luitenant-admiraal van
Holland
worden geschreven
Soranzo na aankomst te
Calais
onmiddellijk naar
Vlissingen te doen
overbrengen, als dat tenminste niet strijdt met het
landsbelang.
Suriano vraagt eveneens de door kapitein
Moins ingebrachte goederen niet te verkopen.
Zijn memorie gaat naar de
Amsterdamse Admiraliteit
die daarop moet toezien en tevens moet regelen dat de merken van de goederen niet zichtbaar zijn om reclamaties te voorkomen.
14
Leck schrijft d.d. de Braeck 3 nov. dat hij te weinig schepen
heeft om iets eervols tegen de vijand te kunnen ondernemen.
Admiraal
Reael is nog in
Zeeland en zal worden geschreven
zo snel mogelijk zee te kiezen en een aantal dagen op de kust van
Vlaanderen te blijven voordat hij zijn instructie
zal uitvoeren. Z.Exc. zal dit worden bericht en hem zullen ook de
besluiten van 7 nov. naar aanleiding van de [op 2 nov.
geschreven]
brief van Leck worden meegedeeld.
15
Ten behoeve van agent
Van der Veecken zal ordonnantie worden gedepêcheerd van 200 gld. voor twee
aam wijn waarmee maarschalk
Spierinck bij zijn
vertrek is vereerd.
16
Saint Hilaire schrijft d.d. Nijmegen 5 nov. dat kolonel
Disdorp weigert de kosten van zijn
bewaking te
betalen. De magistraat [van
Nijmegen] en de
crediteuren verzoeken bovendien het rantsoen van Disdorp en
Rugemont niet ter beschikking te
stellen aan de
soldaten maar aan de auditeur.
Op het eerste punt is al beslist en het tweede wordt toegestaan.
17
Van
Saint Hilaire zijn nog twee brieven d.d. 6 nov. ontvangen. In de eerste
excuseert hij zich voor de rapporten die
Disdorp
over hem zal verstrekken. De tweede brief begeleidt twee
boeren uit
La Roche in de
Ardennen die in de uitwisseling van gevangenen
opgenomen zouden moeten worden. Volgens het meegezonden akkoord is
voor
allebei een losgeld van 530 rijksdaalder gesteld.
De eerste brief behoeft geen besluit. De tweede brief zal worden doorgestuurd naar degenen die gecommitteerd zijn tot de uitwisseling. Zij zullen de twee uit La Roche afkomstige mannen ondervragen over de totstandkoming van het akkoord.