13 - 11 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM hebben de [gisteren ingediende] deductie [over de heerlijkheden in
Vlaanderen] gelezen en vragen advies aan de RvS.
2
Van konvooimeester
Repelaer is een schrijven ontvangen in antwoord op de brief van HHM
d.d. 9 november. Hij heeft op verzoek van die van
Hooge
Zwaluwe en
Lage Zwaluwe niet aangetekend
wat er is gehaald, omdat ieder
die
iets nodig heeft goederen in kleine hoeveelheden haalt. Zij zullen
alles opgeteld op de lijst laten aftekenen.
Hem zal worden geantwoord zich aan de regels van het land te houden en niet in te gaan op particuliere verzoeken.
3
HHM hebben het advies van de RvS d.d. 11 nov. over de betaling van kapitein
Bruncarts gelezen. Mede gelet op hetgeen de
koning van
Groot-Brittannië over deze zaak heeft geschreven en ook
omdat HHM op de hoogte zijn van de ziekte van Bruncarts zal hem de
zes
maanden soldij worden uitgekeerd. De RvS zal ordonnantie doen
passeren.
Het aanbod van Bruncarts buiten kosten van het land een nieuw
regiment Engelsen over te brengen wordt in dank aangenomen. Indien
de
Republiek gedwongen is nieuw volk aan te nemen zal aan het aanbod
worden gedacht.
4
Jan Loes, soldaat in de compagnie van kapitein
Engelbrecht
Charles, verzoekt schadevergoeding van niet minder dan
300
rijksdaalder. Hij is bijna een geheel jaar door de vijand gevangen
gehouden contra
Rougemont.
Het rekest gaat naar de bij de uitwisseling betrokken commissarissen. Zij moeten proberen de schade vergoed te krijgen.
5
Corstiaen van Heuckelom klaagt dat enkele soldaten hem van het platteland willen
weghalen.
De RvS zal over de klacht beslissen.
6
Hugo Antoni, voormalig commies in Bahia de Todos os Santos en
veroordeeld tot drie jaar tuchthuis, is pardon verleend voor zijn
poging de uitvoering van het vonnis te ontlopen. Ook is hij van
dat
vonnis ontheven en mag hij zich vrij en ongehinderd hiernaartoe
begeven. Hij mag hier eveneens, zij het in alle stilte en
bescheidenheid, verblijven.
7
De ingelanden en ingezetenen van
Doel
[Beveren],
Sint Anna en
Ketenisse
verzoeken hun waren vrij uit de Republiek te mogen halen.
De magistraat van de stad
Sluis verzoekt verlenging van het op 22 nov. 1621 verkregen recht
op het inkomen uit de oude domeinen in het kwartier van Sluis.
Prior en conventuelen van het klooster van
Sint Agatha in het Land van
Cuijk verzoeken
levensmiddelen te mogen halen.
De RvS zal over deze verzoeken advies uitbrengen.
8
Jan van Raveswaij, auditeur te Woudrichem, verzoekt pardon voor
Adriaen Goverts die de vijand wat
zout heeft
geleverd.
Theophile Thibaut verzoekt mandement van revisie met clausule van relief
inzake een door de
Rotterdamse
Admiraliteit
op
22 maart 1625 uitgevaardigd vonnis ten gunste van notaris
Cornelis Ingelo en
Adriaen Adriaenssen
Gouda, burger van Delft.
HHM willen over beide verzoeken het advies vernemen van de Rotterdamse Admiraliteit.
9
Elisabeth van Dorven, weduwe van
Thomas Aertsen
Rovers, mag
voor de bouw van haar huis tegen Bosch' licent en onder cautie de
in
haar rekest gespecificeerde bouwmaterialen naar
's-
Gravenhage doen brengen.
10
De magistraat van
Zevenbergen is tegen Bosch' licent en onder cautie toegestaan een
molensteen te halen.
11
Het verzoek van
Pierre Marin om financiële ondersteuning is afgewezen.
12
Claes Janssen, die als extraordinaris bode met brieven voor
Joachimi naar
Engeland is
geweest,
is op zijn declaratie 138 gld. toegekend.
13
De
Admiraliteit te Amsterdam
schrijft d.d. 10 nov. haar schepen naar de kust te hebben gestuurd.
Vereist geen resolutie.
14
Berck schrijft d.d. Venetië 23 okt. op ontvanger
Houffyser te Amsterdam 2.3581½
dukaten te
hebben
getrokken tegen 103 1/3 groten de dukaat op uso, te betalen per
23
dec. 1626.
Doublet zal de wisselbrief door Hoeffyser laten accepteren en
betalen en hem dit bedrag vervolgens vergoeden.
15
Namens
Estienne Goret en
Thomas Chenu is
aangedrongen op
afhandeling van hun zaak.
Aangezien het
Admiraliteitscollege te Dokkum
de zaak niet afhandelt, zal de raden formeel worden geschreven conform de toezegging van hun gedeputeerden d.d. 's-Gravenhage 27 aug. te handelen door die uit te voeren binnen veertien dagen na uitgebrachte insinuatie.