16 - 11 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Carl van Cracou schrijft d.d. Elseneur [Helsingør] 29 oktober.
Vereist geen resolutie.
2
Voor
Hardersum wordt ordonnantie gedepêcheerd van 77 gld. 7 st. Hij
heeft
dit bedrag voorgeschoten en gedeclareerd op 13 oktober.
3
Culenborch en
Vosbergen rapporteren
dat advocaat
La Louette cautie verzoekt voor
het vonnis in de zaak van
Chappelaine. Hij probeert die zaak van de
andere te scheiden. De
Deense ambassadeur is bereid de
borg te stellen op
voorwaarde dat La Louette die beantwoordt met borgstelling voor
de
vonnissen aangaande de schepen Saint Jean
l'Évangéliste en Le
Fidèle
François.
HHM laten op het door La Louette ingeleverde rekest apostilleren dat de Deense ambassadeur afdoende cautie zal stellen mits hij hetgeen hem aan kosten, schade en rente is toegewezen ten aanzien van de twee bovengenoemde schepen na liquidatie mag compenseren.
Culenborch en Vosbergen melden eveneens dat
Abraham du Quesne nogmaals aandringt op de acceptatie van zijn nadere
bewijsstukken.
HHM laten op zijn rekest apostilleren dat dit zal gebeuren zodra de
ambassadeur van Frankrijk dat verzoekt.
4
De gedeputeerden te velde schrijven d.d. Emmerik 9 november. Zij sturen een aan hen gerichte memorie mee van de keurvorstelijke raden te
Emmerik
[Emmerich]. Die behandelt zowel de voedselvoorziening op het platteland
van
Kleef als de door de
hertog van
Palts-Neuburg gevorderde contributie.
HHM willen het advies van de RvS vernemen.
In een brief d.d. 13 nov. berichten dezelfde gedeputeerden dat de in
Rees gelegerde Engelse troepen geen geld ontvangen. Desgevraagd
verklaart
Calandrini dat de
compagnieën in de
steden aan de
Maas zouden worden ondergebracht.
Gewoonlijk komen de kapiteins het geld bij hem halen en in dit
geval
is dat zelfs gemakkelijker en beter.
HHM zullen terugschrijven dat de gedeputeerden moeten proberen het volk alsnog in de Maassteden onder te brengen. In het geval Z.Exc. dat niet goed vindt, moeten zij de kapiteins officieel meedelen hier het geld bij Calandrini te komen halen.
Van
Z.Exc. is een brief d.d. Arnhem 12 nov. ontvangen die geen
resolutie behoeft.
5
De commissie van
Pleuren is uitgebreid. Alle ossen die via
Holland
komen zullen als buit worden beschouwd. Degenen uit
Drimmelen die rijshout en
visgronden bij
Dordrecht hebben, moeten in het
vervolg elk 60 gld. per jaar betalen. Omgekeerd moeten die van
Dordrecht voor het halen van rijshout of vis uit de
Biesbosch dit bedrag ook betalen.
Het stuk gaat naar de RvS om te bezien wat hiertegen ondernomen kan worden.
6
Aissema schrijft d.d. Stade 25 okt. over de toestand aldaar.
Een kopie gaat naar de heren die bij Z.Exc. te
Arnhem zijn.
Omdat Aissema in zijn brief bericht dat de twee halve kanonnen met het wapen van
Hoorn zijn teruggestuurd, zal de akte van indemniteit bij Hoorn
opnieuw worden opgeëist.
7
Naar aanleiding van het bericht over de vijandelijke patassen stelt de
Amsterdamse Admiraliteit
voor haar fregat onder kapitein
Jeroen Ewoutsen niet naar de
Maas maar naar de kust van
Vlaanderen te zenden.
Aan de
Rotterdamse Admiraliteit
zal gevraagd worden hetzelfde te doen in het geval haar fregat op zee kan blijven.
In dezelfde brief raadt het Amsterdamse College aan het
Scheurtje
[Kanaal van Mardijck] af te sluiten en brandschepen tegen de vijand te
gebruiken.
Dit voorstel gaat naar
Haultain, luitenant-admiraal van Zeeland. Na
Marinus
Hollaer te hebben gehoord zal hij advies uitbrengen.
8
Die van
Gelderland krijgen de dicta van alle vonnissen die zijn uitgesproken
door de gedelegeerde rechters in de zaak van de
Admiraliteit te Rotterdam
. Van
het
gewezen
vonnis tegen de uit dit gewest afkomstige
Thomas
van Bemmel ontvangen zij de gehele extensie.
9
Predikant
Souterius verzoekt nadere visitatie van zijn boek.
Rantwijck zal dat doen.
10
Resident
Suriano compareert en overhandigt een brief van de republiek
Venetië met het verzoek twee door
Moins opgebrachte schepen te laten
restitueren.
Zij
zijn bevracht door en eigendom van Venetiaanse kooplieden. Hij
bedankt
voor de hem op 11 nov. bewezen eer.
Suriano wordt geantwoord dat de zaak in beraad is genomen. Kopie van het schrijven gaat naar de
Amsterdamse Admiraliteit
. Die dient zich van de situatie op de hoogte te stellen en ervoor te zorgen dat de Venetianen niet in strijd met de alliantie worden behandeld.
11
Het op 14 nov. vastgestelde antwoord zal door de
griffier aan
Thomassen worden
overhandigd. Hij zal
de ambassadeur ook diens defroyement aanzeggen.
12
Dionijs Geraerts mag een paard en
Thonis
Corstiaenssen
drie koeien en zeven hokkelingen naar
Bloemendaal
brengen, tegen Bosch' licent.
13
David Portius dringt nogmaals aan op de betaling van 7.500 rijksdaalder
die de
administrator van
Maagdenburg nog tegoed
heeft van de door
Christiaan IV
verstrekte
assignatie van 11.000 rijksdaalder.
HHM blijven bij hun besluiten van 13 en 17 oktober.
14
Rode deelt een schrijven van de
Gedeputeerde Staten
van Utrecht
mee. Zij zullen de brieven van HHM over de
subsidies voor de Admiraliteiten voorleggen [aan de
Staten
van Utrecht
] en naar een vruchtbaar besluit
streven.
HHM wachten het vervolg af.