19 - 11 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
11
De resolutie [inzake
Oost-Friesland] is hervat en goedgekeurd. De gecommitteerden is verzocht
spoed te maken met hun reis.
2
Commies-generaal
Sforcen heeft zijn declaratie van vacaties en reiskosten over de
periode december 1625 tot en met oktober 1626 ingediend. Het
betreft
een bedrag van 98 pond 6 sch. 1 d.
De declaratie gaat naar de
Zeeuwse Admiraliteit
die, na inspectie, een betalingsopdracht zal doen uitgaan.
3
Jan Adriaenssen de Costre uit Sluis verzoekt van het
geconfisqueerde land dertig gemeten te mogen hebben.
De RvS zal de
commies en de fiscaal van de confiscaties in
Vlaanderen hierover horen en dan advies uitbrengen.
4
Ten vervolge op het besluit van 22 okt. hebben de vlaskopers
Willem Claessen,
Huibrecht Corstiaenssen,
Steven
Willemsen,
Cornelis Ariaenssen
Wolff
en
Jan Aelbrechtz, allen uit
Steenbergen,
opgegeven
dat zij voor hun eigen behoefte elk een os en een koe naar
Steenbergen willen brengen.
HHM staan dit toe op een binnenlands paspoort.
5
Kapitein
Jacob Coppyer van Calslagen schrijft d.d. Woudrichem 17 nov. dat de licentmeesters in
Woudrichem en het Land
van
Altena paarden laten doorgaan.
De RvS wordt om een reactie gevraagd.
6
Resident
Aissema heeft een declaratie ingediend van onkosten door hem gemaakt
vanaf 5 juli 1625 tot 5 juli 1626.
Schagen en
Rode zullen de
declaratie bestuderen
en rapport uitbrengen.
7
Rode overhandigt ter vergadering het door hem en
Eck met
Philips
Chevais
gesloten
contract inzake de huishuur voor de
ambassadeur van
Venetië. De huur is voor zes jaar aangegaan vanaf 1 mei
jongstleden en bedraagt jaarlijks 1.500 gld. In dit bedrag zijn
enkele
vorderingen van eerdere jaren verwerkt.
De heren worden bedankt. Ordonnantie zal worden verleend van 750 gld. voor het per 1 november verschenen halve jaar en van 625 gld. voor de periode voorafgaand aan 1 mei.
8
De
koning van Zweden schrijft d.d. Stockholm 20 juni dat
Clavidus
Pudelsonius hem enig touwwerk heeft geleverd en dat hij
dus
van de gestelde cautie kan worden ontslagen.
Het schrijven gaat naar de Admiraliteit die verantwoordelijk was voor de uitvoer van de touwen om te bezien of de borg volkomen gezuiverd is.
9
Carleton voert ter vergadering aan dat hij op 4 nov. heeft toegezegd
een maand soldij voor de Engelse regimenten te zullen regelen in
het
geval zij in de
Maassteden zouden worden
ondergebracht. Nu de compagnieën nog in
Steenbergen,
Rees en elders gelegerd zijn en dienst doen,
veronderstelt hij dat HHM de troepen nog willen gebruiken en
dus
ook zullen betalen. Hij verzoekt de regimenten conform de
eerdere
resolutie alsnog in de Maassteden onder te brengen en dringt aan op
een
besluit over de Engelse officiers.
HHM zullen
Z.Exc. schrijven de compagnieën in de steden te legeren teneinde
dergelijke discussies te vermijden. In de zaak van de officiers zal
besluitvorming plaatsvinden.
10
Op verzoek van de pachters van de konvooien en licenten zal aan de
Admiraliteit te Amsterdam
en die in
Zeeland
worden geschreven hen tevreden te stellen. De Colleges dienen de pachters het hun van vorig jaar nog toekomende deel van de 40.000 gld. voor hun ambtenaren uit te keren en ook de boeten en confiscaties waar zij nog recht op hebben.
11
Op verzoek van
admiraal Reael d.d. Vlissingen 14 nov. zal
Lecq
worden geschreven niet langer op de kust van
Vlaanderen te blijven omdat zijn reis anders
tevergeefs zal zijn.
Post prandium
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
12
Van
Joachimi zijn twee brieven van respectievelijk 25 en 31 okt.
ontvangen. Hij bericht over diverse ontwikkelingen in
Engeland en over het plan twee van de nieuwe met
twee
oude regimenten naar de
koning van
Denemarken te
sturen. De andere twee nieuwe regimenten zouden naar
Ierland worden gestuurd.
Er valt geen resolutie.
13
De heer van
Soelen, ambtman van de Nederbetuwe, en de heer van
Hemmen, ambtman van de Overbetuwe,
schrijven
d.d.
6/16 nov. in antwoord op de brief van HHM van 9 nov. dat zij met
Gods
hulp hun kwartieren wel buiten contributie zullen houden. Soelen
vraagt ook om drie platbodems.
Tenzij zij daar argumenten tegen heeft, zal de
Rotterdamse Admiraliteit
hem die zenden.