21 - 12 - 1626
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Joachimi schrijft d.d. Londen 15 dec. dat op 10 dec. drie Engelse
schepen een treffen hadden met de Spaanse patassen ter hoogte van
de
Scilly Eilanden. Zij hebben er één
van weten te
veroveren.
Aan
Z.Exc. en de Admiraliteiten in
Rotterdam
en in
Zeeland
zal worden
geschreven de
binnengekomen schepen onmiddellijk naar de kust van
Vlaanderen te sturen en uit te kijken.
2
De predikanten die te
Loevestein gevangenzitten verzoeken vrijgelaten te worden.
Tegen het toestaan van dit verzoek rijzen bezwaren.
3
Pieter Pouwels van Abbekerck verzoekt pardon vanwege het feit dat zijn volk tegen zijn
wil twee schepen uit
Lübeck heeft genomen.
Na te
zijn
verschenen voor de
Admiraliteit in het
Noorderkwartier
is hij op last van dit College in
hechtenis genomen, maar daaraan vervolgens ontsnapt.
HHM willen het advies van de aanwezige raden ter Admiraliteit in het Noorderkwartier vernemen.
4
De pachters van de konvooien en licenten wordt mandement van revisie toegestaan voor een op 10 nov. gewezen vonnis inzake de inbeslagname van vier pakjes naalden. De
advocaat-fiscaal, commies-generaal
Abbas en
de pachters
vormen de partij aan de ene, en
Tryntgen
Clercks
die
aan de andere zijde.
De pachters verzoeken daarnaast te regelen dat er 's vijands licent wordt geheven van de uit
Terceira afkomstige suiker. Bovendien vragen zij HHM toestemming om
de binnenlandse paspoorten ook te mogen zuiveren.
Over beide kwesties willen de heren van
Holland nog geen beslissing nemen.
5
De gedeputeerden van
Holland houden het verzoek van
Jacob Olpherts
de Jonge,
commies-generaal van de konvooien en licenten, in beraad. Omdat de
handtekeningen van de cherchers op de binnenlandse paspoorten niet
als
alom bekend verondersteld mogen worden, stelt hij voor die van een
zegel te doen vergezellen.
61
Ambassadeur
Moussa Beeck is gisteren in 's-
Gravenhage aangekomen en
heeft gelogeerd in een tuinhuis.
Mortaigne zal hem morgen naar het huis van juffrouw
Van
Hoffdijck brengen en berichten dat, indien de ambassadeur
dat wenst, HHM hem audiëntie zullen verlenen.
7
Guillaume Bartelotti verzoekt namens diverse kooplieden uit
Florence en
Genua te verordenen
dat
de
Amsterdamse Admiraliteit
de
door
Moins opgebrachte goederen
restitueert.
Het verzoek gaat voor een passende behandeling naar de Admiraliteit.
8
Van 1003 gld. wordt ordonnantie gedepêcheerd voor
Eck,
Beveren en Marten
Aelberts en van 221 gld. 12 st.
voor
Hardenbroeck en
Weede. Het
betreft de declaraties van de kosten die zij hebben gemaakt voor de
inspectie van de rivieren bij 's-
Gravenwaard en
IJsseloord.
9
Namens
Suriano wordt aangevoerd dat de ambassadeurs van
Frankrijk,
Engeland,
Venetië en de Republiek in
Constantinopel
[Istanbul] tevergeefs
hebben geprobeerd
Husain, pasja van Tunis, terug
te laten
roepen.
Zij vinden het daarom nodig dat hun meesters aan de
Grote
Heer schrijven met het verzoek de pasja, die veel onheil
op
zee laat aanrichten, te verwijderen.
10
Raden van State
Huigens en
De Rover delen ter
vergadering het
antwoord mee dat ontvanger
Hamel
heeft gekregen
van
Rybaucourt. Hij had conform de
resolutie van 27
nov.
aan de hoogschout, schepenen en raad van
's-
Hertogenbosch geschreven de aanstelling van de
te
Breda zetelende baljuw van Zuid-Holland
ongedaan
te maken. De raden delen ook twee brieven mee die de ontvanger van
de
vijandelijke contributies heeft geschreven aan de drost en de
magistraat van
Heusden en
Altena.
Daarin wordt deze zijde gewaarschuwd dat een benoeming van een
baljuw
over de
Meierij van 's-Hertogenbosch zal worden
beantwoord met een gelijke aanstelling in het Land van
Heusden en het Land van
Altena.
Z.Exc.
heeft
de raden laten weten dat over deze zaak aan de Finantie van
Brussel geschreven zou moeten worden. Wel vindt
hij
dat de RvS moet vasthouden aan het eerder genomen besluit en dus
moet
voortgaan met de aanstelling van de baljuw.
HHM houden de zaak tot morgen in beraad.
11
Naar aanleiding van de op 15 dec. aan de RvS overhandigde brief van de
licentmeester te Emmerik [Emmerich] brengen
Huigens
en
De
Rover naar voren dat Z.Exc. aan enkele kloosters akte
voor
het halen van levensbehoeften heeft verleend. Hij weet niet meer om
welke kloosters het gaat en raadt aan de licentmeester om de namen
te
vragen.
Huigens en De Rover melden voorts dat volgens de RvS in het lossen voor de bierschepen geen uitzondering moet worden gemaakt. De Raad zal nog aan de commandanten te
Emmerik en
Rees vragen welk
financieel nadeel de
schippers in kwestie zouden kunnen ondervinden.
HHM stellen het nemen van een besluit uit.
12
De provincies zal behalve de resolutie van 18 dec. inzake de absentie van Engelse officiers ook de lijst worden toegezonden van tien van hen die op 19 sept. toestemming voor een langer maar onbezoldigd verblijf in
Engeland hebben gekregen.
13
Gerapporteerd wordt dat Z.Exc. kolonel
Morgan bereid heeft gevonden met de vier Engelse regimenten naar de
koning van Denemarken te
vertrekken. Het is
echter
van belang dat HHM de kolonel zelf horen. Ook dient acht geslagen
te
worden op het feit dat tot die regimenten enkele officieren
behoren
met compagnieën en taken in de oude regimenten.
Morgan zal nader worden gehoord en de RvS zal regelen dat de officiers met compagnieën in de oude regimenten inzake absentie worden behandeld conform de resolutie van 18 december.
14
Aissema schrijft d.d. Stade 22 nov. over de situatie aldaar.
Behoeft geen resolutie.