16 - 01 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Essen,
Noortwijck en
Walta
berichten dat de
graaf van
Oost-Friesland
volhoudt niet langer te kunnen blijven. Wel zou
hij enkele gedeputeerden, tezamen met die van de stenden, hier
naartoe willen sturen. In een door de graaf ingediende memorie
staat hetzelfde
en
wordt HHM verzocht de stad
Emden aan zijn
afspraken te houden omtrent
de erfhuldiging en financiële verplichtingen.
HHM besluiten de
gecommitteerden te verzoeken dit met Z.Exc. te
bespreken,
onder de vermelding dat HHM van mening zijn dat de graaf hier
zou moeten
blijven.
2
Op verzoek van de kerkenraad van de Franse kerk te 's-
Gravenhage krijgt predikant
Jan
d'Espaigne
ordonnantie van 400 gld. over 1626.
Een verzoek tot
verlenging
wordt vooralsnog
niet in behandeling genomen.
3
Op verzoek van
Alphertgen van Malborch, weduwe van
Adriaen de
Roij, worden
paspoorten verleend aan de augustijner monnik
Diderich de
Roij en student
Johan de
Roij,
beide
uit Aken, om gedurende vier maanden in deze
landen te verblijven. Als voorwaarde wordt bepaald dat zij hun
aankomst
te
Utrecht door de magistraat laten
aantekenen.
4
De graaf zu
Schwarzenberg, keizerlijk gezant te Brussel, heeft
Z.Exc. toestemming gevraagd tien of twaalf paarden
te mogen uitvoeren.
Dit wordt hem tegen betaling van Bosch' licent
toegestaan.
5
Ludovicq van Verssen schrijft d.d. Bayonne 16 dec.
1626.
6
Het verzoek van de magistraat van de stad
Grave voor hulp in het maken van onderkomens voor de soldaten
wordt
aan de RvS overgelaten.
7
Het verzoek van
David van der Heul om kwijtschelding van de boete waartoe hij door de
gedelegeerde rechters is veroordeeld, is afgewezen.
8
De matrozen van kapitein
Croeck weigeren na hun aankomst in
Vlissingen
opnieuw uit te varen, onder het mom dat er tien à
twaalf
absent zijn die eerst weer aan boord moeten komen.
Na overleg met
de
aanwezige gedeputeerden van de betreffende
Admiraliteit in het
Noorderkwartier
, wordt de
Admiraliteit van Zeeland
opgedragen
recht toe te passen opdat het schip weer zo snel mogelijk
zee kiest.
9
De
Admiraliteit van Zeeland
heeft op de brief van HHM d.d. 29 dec. 1626 geantwoord dat de twintig Spaanse gevangenen, die op 30 oktober van dat jaar zijn opgepakt, bestaan uit matrozen en een eenvoudig koopman.
HHM besluiten dat zij tot nader order tegen zo min mogelijk kosten voor het land blijven opgesloten.
10
Een voorstel om de Duinkerker of Spaanse schepen te nemen die zich in de
Bocht
[Golf van Biskaje] ophouden
zal aan de aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteiten worden
meegedeeld.
11
Een predikant schrijft uit
Wezel dat de
gouverneur daar
opdracht heeft de maatregelen waarmee van deze zijde de papen in
het Land van
Gulik
[Jülich] worden
gedreigd, toe te passen op de geloofsgenoten.
Hierover zal advies worden ingewonnen bij Z.Exc. en
de RvS.
121
HHM hebben
Marcus de
Perzische ambassadeur
laten aanzeggen dat
er geen andere manier is te vertrekken dan met de schepen van de
VOC
. Deze heeft geantwoord
hiermee
akkoord te gaan, op voorwaarde dat HHM iemand aan boord gelasten
voor
hem te zorgen opdat hij niet onheus wordt bejegend.
HHM gaan akkoord.
Wat betreft de memorie van de
Perzische koopman,
waarin een akte wordt verzocht voor het vervoer van dertig kisten
en de
verkoop of het vervoer van de overige veertig stuks, is
de VOC bereid de dertig kisten mee te nemen zonder akte. De
koopman mag met de veertig kisten doen wat hij wil, op
voorwaarde dat ze niet van hier naar
Oost-Indië,
Engeland of
Denemarken worden
gebracht. Op dit punt zal echter nog overleg plaatsvinden met de
bewindhebbers.
13
De akte voor de ingelanden van
Zevenbergen, zoals die volgens de resolutie van HHM d.d. 20 dec. 1626
is opgesteld, is na lezing goedgekeurd. Het verzoek om zowel de
gemachtigden als de ingelanden vrijdom te verlenen wordt
afgewezen.
14
Joost Brasser heeft dringend betaling verzocht van de derde termijn van
het geld door hem voor de
Deense
koning op
Constantinopel
[Istanbul] overgemaakt. De
ontvanger-generaal
Doublet heeft 13 jan. verklaard
hiervoor geen
middelen te hebben, aangezien de provincies in het opbrengen van de
subsidie voor de Deense koning in gebreke blijven.
Aangezien het geld 3
jan.
als wissel betaald had moeten worden, zal Doublet bij deze worden
gemachtigd geld te lenen zodat de derde termijn kan
worden betaald. De rente vanaf 3 jan. komt voor zijn rekening omdat
hij
vanaf die datum Brasser had moeten betalen,
zoals in het contract
van 8
augustus 1626 onderling is vastgesteld.
15
Op voorstel van de heren van
Holland is goedgevonden het plakkaat van 22 juli 1625 over de
bewapening en bemanning van de schepen te vernieuwen. Om de
bewapening
voor het
Noorderkwartier op gelijke voet
te
krijgen, dient het 42e artikel eruit te worden gelaten en in het
41e
artikel
Texel met de
Maas
gelijk te stellen.
2
16
Suriano heeft in de vergadering zijn afscheid genomen en HHM bedankt
voor de eer en vriendschap hem betoond. Hij stelt zijn diensten ter
beschikking en verzoekt te mogen worden vereerd met hun
opdrachten.
HHM bedanken hem en wensen hem goede reis. Zij verklaren dat
zijn
verblijf, evenals bij voorgaande gelegenheden, hun zeer aangenaam is
geweest. Hem zal daarom een gouden keten worden geschonken. Aan
zowel
Soranzo als Suriano
wordt de betaling van
de
maandelijkse subsidie dringend aanbevolen.
17
Opnieuw is overlegd over de hervatting van de handel, maar na enkele voorstellen tot overeenstemming stelt men een besluit uit.