91
Cornelis Iselendoorn verschijnt ter vergadering als procureur van
Willem
Brasser en
Simon Adriaensz. van
Groenewegen. De eisers verzoeken appèl wegens de
dagvaarding van de erfgenamen en kinderen van
wijlen
Maria de Coninck, weduwe
van
Barthout van Vloeswijck.
Iselendoorn heeft vastgesteld dat de uitspraak van de
Raad van
Vlaanderen
en het vonnis van het
gerecht
van
Axel,
Terneuzen en
Biervliet ongeldig is. Het
vonnis zou onmiddellijk nietig verklaard moeten worden, de eisers
zou
voorlopig clausule van inhibitie moeten
worden
verleend.
Van der Burch, procureur namens de gedaagden,
concludeert dat het appèl
niet ontvankelijk verklaard mag worden. Dientengevolge eist hij
onmiddellijke
approbatie
van het vonnis. Tevens maakt hij eis van kosten en geleden en
nog te lijden schade wegens het appèl van de
eisers.
Johan Barthout van Loo voegt zich
namens de steden
en ambachten van Axel, Terneuzen en Biervliet in deze
rechtszaak voor zover het gaat om de handhaving van hun
privileges en
volhardt niet in de eisen van de gedaagden. Bij repliek en dupliek
blijven de standpunten gehandhaafd.
HHM besluiten de verzochte inhibitie niet te verlenen en verordenen partijen de kwestie op hoofdzaken te beschrijven onder uiteenzetting van rechten.
1
Deze resolutie is door een klerk
ingeschreven in S.G. 52.