04 - 02 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Z. Exc. vindt dat HHM op de gisteren ontvangen brief van
Reael moeten antwoorden dat de admiraal met zijn schepen naar
de kust van
Spanje moet gaan. Schepen die daartoe
niet
geschikt zijn moeten, indien mogelijk, naar de
kust van
Vlaanderen worden gestuurd.
HHM gaan akkoord.
2
Leonora de Bossu, weduwe van
Daniel de
Hertaing,
heer van Marquette, verzoekt het pensioen
van haar
man van
1.000
gld. per jaar op haar en haar twee zonen over te laten gaan.
HHM vragen de RvS om advies.
3
Bernt Tapkens verzoekt het traktement van de commies-generaal van de
konvooien in het Noorderkwartier te mogen ontvangen over de drie
maanden die zijn verstreken sinds
het overlijden van
Meinert
van
Huessen en zijn opvolger.
HHM vragen de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
om advies.
4
Enkele ordinaris boden hebben geklaagd dat
Aert Hendrixen het afzenden van de boden niet goed regelt.
Hendrixen moet opheldering verschaffen.
5
Johannes van de Broeck en compagnons geven te kennen dat 18 feb.
aanstaande hun
octrooi op de
haven van
Stora afloopt.
HHM verlengen de
periode voor nog eens twee jaar en dr.
Pinacker wordt gemaand zijn rapport op te
stellen en te overhandigen.
De heren van
Holland melden dat de kooplieden voorstellen
Hieronimus van Uffelen naar
Tunis en
Algiers te
sturen.
HHM stellen een besluit uit tot na het rapport van dr. Pynacker.
6
Resident
Aissema schrijft d.d. Hamburg 10 jan. onder andere met het verzoek
een op
ontvanger
Reael getrokken wissel
van 800
rijksdaalder te accepteren.
Doublet zal Reael de wissel doen accepteren en de betaling
regelen.
7
De rekesten van
Hendrick de Vos d.d. 10 sept. 1626 en 4 nov. 1626 worden opnieuw
bekeken.
Hij verzoekt betaling door de
ontvanger
van
de renten
op
Brabant van twee renten van elk 37 gld. 10 st. Uit de
bijgaande
stukken is gebleken dat een van de renten door de
Staten van
Brabant in
1578 is gegeven aan mr.
Jan de
Voocht.
In 1591 is de rente door zijn erfgenaam
Jasper
Heckes, schout van Winegem, verkocht aan
Cornelis
Joosten van Gilsen, burger van Breda. Van diens
erfgenamen
heeft de suppliant de rente in 1614 gekocht.
HHM besluiten op advies van
Noortwyck en
Beaumont, mede
gelet op
de rechtsgrond van de rente die meer dan
vijfendertig jaar in handen is geweest van inwoners van de
Verenigde Provinciën, het verloop
van deze rente aan de suppliant te betalen en
ook in
de
toekomst te voldoen. De andere rente zal nader worden bekeken zodra
de stukken worden ingeleverd.
8
Burgemeesters en vroedschap van de stad
Utrecht schrijven d.d. Utrecht 23 jan. o.s. dat zij alles in
het werk stellen om de plakkaten van HHM tegen de aparte
bijeenkomsten van
de
remonstranten uit te voeren. Zij worden echter gehinderd door het
voortdurende appèl bij het
Hof
en de
Staten
of hun gedeputeerden.
Zij vragen
HHM
deze kwestie vanwege de rust en
welstand
van het land naar eigen inzicht op te lossen.
HHM besluiten te antwoorden dat de stad met alle ijver dient voort te gaan met de uitvoering van de plakkaten, zonder appèl of surseance toe te staan. Dergelijke procedures strijden met het beleid en de noodzaak de gereformeerde religie tot rust te brengen,
Dit antwoord zal tevens aan de Staten of hun gedeputeerden worden gegeven. Zij dienen niet te gedogen dat de magistraat op enigerlei wijze wordt belemmerd of dat overtreders van de plakkaten worden aangemoedigd.
9
De neutralen hebben veel geklaagd over het plakkaat van retorsie omdat zij hierdoor niet alleen zijn uitgesloten van de handel met de vijand, maar tevens van handel met de Republiek. Zij achten dit zeer onredelijk omdat de vijand de handel tussen de neutralen en zijn eigen gebieden niet heeft verboden. HHM hebben dan ook overwogen het plakkaat ten gunste van de neutralen zo te herzien dat de handel met de Republiek wordt toegestaan. Dat heeft enige dagen geleden geleid tot uiteenlopende betogen. Uiteindelijk is besloten het onderwerp te bespreken in aanwezigheid van
Z.Exc. en de
RvS
. Met
uitzondering van
Zeeland zijn de provincies
geneigd de
herziening toe te staan. De gedeputeerden van deze provincie zijn
een
andere mening toegedaan en vinden om diverse redenen
dat
de last van hun
principalen
,
nu speciaal over deze belangrijke zaak
in vergadering, dient te
worden
afgewacht. Z.Exc. en de RvS zijn van
mening
dat hervatting van de handel met de neutralen behoort te
geschieden. Zij laten ter discretie van HHM op welke wijze de wens
van
Zeeland tot uitstel dient te worden behandeld.
HHM besluiten dat met ingang van maandag over een week de konvooien op de neutrale en contributie betalende gebieden zullen worden opengesteld. Goederen die uit neutrale landen per schip of wagen komen, ongeacht of deze nu over vijandelijk grondgebied komen of niet, zullen voor konvooi worden aangeslagen volgens de geldende lijst op de inkomende goederen. De uitgaande goederen zullen naar de neutrale landen mogen worden vervoerd mits konvooi wordt betaald volgens de lijst op de uitgaande goederen. De RvS zal de dorpen die licent moeten betalen, onderscheiden van de dorpen die konvooi moeten betalen. Indien in de tussentijd de resolutie van Zeeland bekend is, zal deze nader worden bekeken.