20 - 02 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Sommelsdijck en
Gruis melden dat de RvS
niet op de hoogte is van de stand van zaken betreffende de
consenten van Zeeland. Zij weten dat de deputatie van die provincie
vertrokken is om de kwestie bij hun
Staten
aan te bevelen en ook dat die op 4 maart
zullen vergaderen.
De RvS lijkt het nuttig de Staten door een bezending te manen tot
het dragen en opbrengen van de consenten en het aanvaarden van de
repartitie van de
ongerepartieerde troepen.
HHM zien ook de noodzaak van een bezending en laten de RvS hiervoor een instructie opstellen. De
Gecommitteerde Raden van Zeeland
zullen alvast van de bezending op de hoogte worden gesteld zodat zij de verschillende steden kunnen vragen hun gedeputeerden te sturen met volkomen last op alle punten.
Rantwyck en Sommelsdyck worden tot de bezending
gecommitteerd.
2
Mayken Dingemans mag voor de bebouwing van haar land en tegen Bosch'
licent
twee merries, twee
vaarzen en een koe naar het Land van
Zevenbergen
brengen. De dieren mogen niet
naar
elders worden vervoerd.
3
Lochteren en
Schagen rapporteren over
de spijtbetuiging van de Gorcumse licentmeester
Dirck de
Rover vanwege het doorlaten van wat paarden.
Alle stukken
in de kwestie zullen aan de
Admiraliteit te
Rotterdam
worden gestuurd, die naar bevinden zal
beslissen.
41
Ambassadeur
Moussa Beeck is op eigen initiatief in de
vergadering verschenen om zijn afscheid te nemen. Hij zal thuis
een gunstig verslag uitbrengen dat HHM, als zij daarvan horen,
tevreden
zal stemmen.
HHM
wensen hem een goede reis en verzoeken de Republiek bij zijn
koning aan te bevelen.
5
De heren van
Holland brengen ter vergadering het aan hen gerichte verzoek van
De
Grenu commissie te krijgen als kolonel.
Maurits heeft hem 28 feb. 1625
hiervoor een
akte gegeven. Sinds die tijd betaalt
Holland
hem 300
gld. per
maand
en nu wil hij net als de kolonels
Pinsen,
Didem en
Varick ook formeel een
regiment.
De RvS wordt om advies gevraagd.
6
Het verzoek van
Reyer Beuckelaer van der Burch, konvooimeester te Delfshaven, zijn restanten met
ordonnanties te mogen betalen is afgewezen.
7
De
Admiraliteit te Amsterdam
schrijft d.d. 18 feb. dat de reclamant van de Venetiaanse goederen die door kapitein
Moins zijn
opgebracht, in 's-
Gravenhage wordt opgehouden door
de
ambassadeur. De
Admiraliteit begrijpt niet dat er geen vorderingen zijn.
Beaumont zal dit de ambassadeur melden.
8
In zijn brief d.d. Tremsbüttel 15 jan. verzoekt
Christian Wilhelm, administrator van Maagdenburg,
Leo
van
Aissema bij voorvallende gelegenheden als zijn agent en
resident te laten optreden.
HHM erkennen Aissema in deze functie.
9
De pachters van de konvooien en licenten klagen dat de goederen die zij in beslag nemen en in 's lands pakhuizen opslaan, meestal weer worden vrijgegeven of slechts aanleiding geven tot kleine boetes voor de fraudeurs. Zij verzoeken de goederen pas vrij te geven wanneer HHM hierover zijn ingelicht.
HHM besluiten de Admiraliteiten te schrijven dat zij recht en justitie moeten plegen in navolging van de ordonnantie op de konvooien en licenten. De verpachting heeft volgens deze bepalingen plaatsgevonden en de goederen mogen de pakhuizen pas verlaten als de zaak goed is onderzocht en afgedaan. De pacht mag hierdoor niet bedorven raken en de middelen mogen er geen nadeel van ondervinden. Ook de provincies moeten in deze zaak tevredengesteld worden, opdat zij de subsidies voor de Admiralitescolleges blijven verstrekken.
10
Bode
Gerrit Janssen doet nadere instantie.
Hij krijgt 24 gld.
vanwege het wachten op
Languerack, maar voor het meenemen van
Hueskercken
wordt niets toegestaan.
11
Voor deurwaarder
Van Herdersum wordt van 136 gld. 13 st. ordonnantie gedepêcheerd. Het
betreft gedeclareerde voorschotten over de
periode van 23 dec. 1626 tot 19 feb. 1627.
12
Te
Amsterdam zou een ingenieur van
Spinola
gevangen zijn genomen.
Boom zal de
magistraat
schrijven om te vernemen wat hiervan waar is. Men dient de
gevangene in
verzekerde bewaring te stellen.