27 - 03 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De kwestie van de sluiting van de licenten is hervat. De provincies willen met onmiddellijke ingang gedurende twee maanden een handelsverbod op alle rivieren, inclusief de
Eems en de
Wezer. Ondertussen zal de
koning van
Frankrijk
worden gevraagd in te stemmen met een handelsverbod op
Calais en andere aan de
Somme gelegen plaatsen. Als men van Z.M. de
sluiting niet gedaan krijgt, zullen de provincies niet aan deze
resolutie gebonden zijn.
Groningen
verklaart zich in dit geval akkoord op welbehagen van de
principalen
.
HHM stellen een definitief besluit nog uit.
2
De extraordinaris gedeputeerden van
Holland
hebben de provincies in alle ernst gevraagd hun quoten
in de achterstallige subsidies voor de Admiraliteiten te
voldoen. Eveneens zou het subsidie voor de
koning van Denemarken niet langer mogen
worden opgeschort.
Resident
Aissema schrijft d.d. Stade 2/12 maart ter bevordering van het
maandelijkse subsidie voor de Deense koning.
De provincies zullen opnieuw ernstig worden gemaand het geld zonder verdere vertraging te voldoen.
3
De officiers van de Franse regimenten hebben nadere aangedrongen op betaling van hun extraordinaris traktement over 1625, aangezien het secours van de
Franse koning over dat jaar is betaald.
HHM besluiten de betaling bij de eerste gelegenheid te doen. Verder zal met het geld dat uit
Frankrijk komt, de helft van de
traktementen over 1626 worden betaald. De andere helft zal betaald
worden
zodra de tweede termijn is voldaan.
4
Conform het advies van de RvS d.d. 24 maart wordt het op 19 nov. 1626 ingediende rekest van
Jan de Costre afgewezen. Gezien zijn miserabele omstandigheden zal de
ontvanger van de confiscaties in
Vlaanderen hem echter jaarlijks de helft van de zuivere opbrengst
van
de pacht van de gemeten doen toekomen, ingaande met die over
1626.
5
Dirck Leendertsen en consorten klagen dat de
Admiraliteit te
Rotterdam
hun goederen, die zij van
Gouda
naar
Goes wilden brengen, heeft geconfisqueerd
omdat
de schipper had verzuimd een binnenlands paspoort te nemen.
De Admiraliteit dient te reageren en in de tussentijd wordt de zaak opgeschort.
6
Bericht wordt dat de compagnie van voormalig kolonel
Sidnei met instemming van wijlen prins
Maurits op
honderdvijftig man is gelaten en dat Z.Exc. hierin geen
verandering wil
aanbrengen. Dit betekent dat luitenant-kolonel
Herbert
geen uitbreiding kan krijgen, tenzij hij van compagnie
verandert.
7
Conform het advies van de RvS d.d. 15 maart is besloten de honderd rekruten voor elk van de vijf compagnieën die in
Emden liggen, bij hun compagnie te laten zonder hiervoor nieuwe
officieren aan te stellen. Wel zal bij elke compagnie een
sergeant en een korporaal worden aangesteld. De RvS dient exacte
monstering van de compagnieën te laten doen door commissarissen
van
Friesland
en
Groningen
. Elke kapitein zal per
soldaat 4 gld. aan loopgeld
krijgen voor de rekruten die zij boven hun ordinaris getal buiten
Emden hebben gelicht. Voor het onderhoud van elke soldaat krijgen
zij
tot het tijdstip van monstering tevens 4 st. per dag. Voorts zal de
RvS
over de middelen tot betaling van deze vijfhonderd man advies
uitbrengen.
8
De
Staten van Zeeland
verzoeken in hun brief d.d. Middelburg 12 maart in alle provincies dezelfde grondslag voor de heffing op tabak te gebruiken.
De heren van
Holland nemen dit in beraad.
9
Naar aanleiding van de resolutie van 12 maart adviseert de
Admiraliteit te Rotterdam
dat het verzoek van de executeurs-testamentair van
Moij Lambert gegrond is.
HHM machtigen het College de ordonnanties van Lambert ten bedrage van 21.842 gld. 8 p. om te zetten in obligaties.
10
Joachimi schrijft d.d. Londen 3 maart dat de
koning verzoekt de
compagnie
ruiters van baron van
Monschau
in
dienst
te mogen nemen.
Dit zal met Z.Exc. worden besproken.
Tevens wil de
graaf van Buccleugh een nieuwe akte van HHM en Z.Exc. teneinde het eerste
Schotse regiment dat vacant komt te krijgen.
Ondertussen wil hij vanaf 1625 2.000 gld. per
jaar als pensioen.
Eerst zullen de retroacta worden nagezien.
In een brief van 6 maart schrijft Joachimi dat de koning ritmeester
Balfour graag een compagnie haakbusschutters wil laten lichten
van
volk dat nog niet in dienst is. De compagnie zou naar
Engeland
moeten worden gebracht.
Hierover zal met Z.Exc. worden gesproken. De met deze brief meegezonden approbatie van de in
Titchfield gesloten alliantie zal worden bestudeerd, evenals de
bijbehorende declaratie van onkosten.
11
De voerlieden van
Gestel bij
Eindhoven en van
Oerle en
Valkenswaard in de
Meierij van 's-Hertogenbosch
verzoeken een gelijkluidende akte te mogen ontvangen als op 2
sept. 1626 aan
de dorpen bij
Breda is gegeven. Daarmee kunnen zij met hun
karren de
goederen
uit de steden brengen en halen.
Broechem
[Ranst],
Ranst en andere bij
Antwerpen gelegen dorpen verzoeken hun levensmiddelen uit
dezerzijds steden te
mogen halen.
De gevangen predikanten op slot
Loevestein verzoeken buiten hun kamers in de open lucht van het fort te
mogen
wandelen.
Al deze verzoeken zijn afgewezen.
12
HHM zijn uitgenodigd morgen de begrafenis van griffier
Aerssen bij te wonen. Zij zullen dit in rouwkleding doen.
13
Wytske van Scheltinga, weduwe van
Hendrick van
Huiden, krijgt
open akte van aanbeveling waarmee zij zich tot elk gerecht kan
wenden ter verkrijging van justitie.
14
De heren van
Holland overhandigen een aan hen aangeboden memorie van
Ludolph van Linsenich
met het
verzoek
die door de RvS nader te laten onderzoeken. De RvS zou moeten
berichten of Linsenich van enige ontrouw kan worden beticht die
tot
zijn ontslag zou moeten leiden.
De meeste provincies zijn geneigd het vorige advies van de RvS - Linsenich te voorzien van een andere functie - te volgen. Toch gaat de zaak opnieuw naar de RvS voor nader advies.
15
Secretaris
Huigens heeft namens de RvS een aan de Raad gerichte brief van
kapitein
Moulert overhandigd. Hij
meldt dat diverse karren met waren uit
Holland
vanuit
Nijmegen
naar
Gennep
zijn vervoerd en vraagt om
richtlijnen.
De RvS zal hierover beslissen.