08 - 04 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM bespreken de propositie van 2 april van de
secretaris van de stad Danzig en lezen het conceptantwoord:
1
De Staten-Generaal hebben de propositie van de secretaris gezien en bedanken het stadsbestuur van
Danzig
[Gdansk] onder gelijkluidende betuiging van vriendschap en voorspoed.
De geruchten dat HHM de oorlog rond Danzig en omstreken hebben
aangemoedigd zijn bezijden de waarheid. Integendeel, HHM waren hier
vanaf het
begin tegen gekant. Zij beseffen terdege de schadelijke
gevolgen
die oorlog doorgaans met zich meebrengt voor de handel, iets
waarvan
ook zij
zelf nog dagelijks last ondervinden. HHM hebben de kwestie
dusdanig ter harte genomen dat over enkele dagen een officiële
delegatie naar de
koning van
Zweden,
de
koning van Polen en de
Raad van
Danzig zal worden gestuurd. Dit hebben zij reeds op 10 jan. in
brieven
aan de betrokkenen meegedeeld. Zij hopen dat hun voornemen tot een
goed
einde wordt gebracht en dat de belemmering van de handel zal
worden
opgeheven. HHM verwachten dat door middel van deze legatie Danzig
overtuigd zal zijn van hun goede bedoelingen, ongeacht de
geruchten die door anderen worden verspreid. HHM verzoeken de
secretaris dit alles over te brengen aan zijn lastgevers.
HHM gaan akkoord met dit antwoord. Tegelijk met het antwoord zal de secretaris een gouden keten van 300 gld. ontvangen; ook zal hij worden gedefroyeerd.
2
Wilhelmus Douglas biedt aan zijn uitvinding, waarmee met
grof
geschut drie schoten tegelijk kunnen worden gelost, te
demonstreren. Hij wil een
premie
van 5.000 gld.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
3
De
Gedeputeerde Staten van Groningen
nomineren d.d. 15 maart
Geert Roloffs in de
Admiraliteit in
Friesland
en verzoeken commissie te verlenen en het
Admiraliteitscollege te machtigen de eed af te nemen.
Vanwege de bezwaren tegen de machtiging, stellen HHM de kwestie tot morgen uit.
4
Ter vergadering verschijnen opnieuw
Z.Exc. en de
RvS
wegens de
kwestie
Oost-Friesland. De Raad uit zijn bezwaren tegen
het ontwerp van het afscheid voor de
gedeputeerden van
Emden en
Syriacus
Hisken.
HHM besluiten daarop met advies van Z.Exc. en de RvS het ontwerp als volgt aan te passen:2
De
graaf van Oost-Friesland is, na met afgevaardigden van zijn
stenden en van de stad Emden voor HHM te zijn verschenen om over
de bezetting van het graafschap tegen de rooftochten van die van
Lingen en over enkele onderlinge geschilpunten te
beraadslagen, vertrokken met het voornemen binnen drie maanden van
de
Infanta eenzelfde akte van
neutraliteit te verkrijgen
als hij al van HHM had ontvangen. Ondertussen zou men reeds
over
de uitvoering van de bezetting overleggen. Op dit punt
hebben
HHM echter gemerkt dat de raden van de graaf noch de
gedeputeerden van de stenden en de stad het eens konden worden.
Nadat
ook enkele gedeputeerden waren vertrokken, is door anderen
eveneens afscheid verzocht met de mededeling dat zij in andere
zaken niet
waren gemachtigd. Daarom achten HHM hun tussenkomst niet langer
nuttig, temeer daar het verkrijgen van de akte van neutraliteit van
Spaanse zijde onzeker is en ook de kwestie rond de wijn- en
bieraccijns is overgedragen aan de
Hoge
Raad
. HHM besluiten daarom de gedeputeerden niet langer op
te houden. Wel zal de bezetting serieus worden overwogen om, als
de neutraliteit mislukt, de nodige maatregelen ter verzekering en
welstand van het graafschap en Emden te kunnen nemen. Ondertussen
moeten de middelen tot betaling van het garnizoen in Emden en andere
lasten, blijvend worden opgebracht. HHM hebben met name de
Administratoren willen aansporen alles in het werk te stellen
betreffende de inning en besteding van de middelen. Het verzoek van
Emden om op krediet van HHM ten minste 50.000 gld. te mogen lenen,
omdat zij door de wekelijkse betaling van de soldij aan het garnizoen
hun eigen huishouding niet op orde krijgen, is vanuit de gebruikelijke
affectie voor de stad ingewilligd. HHM hebben tevens de goede
bedoelingen van het stadsbestuur inzake het bewaren van de rust en
vrede in de stad waargenomen en sporen burgemeesters en raden aan hun
door akoorden gewettigde macht en gezag hiertoe verder te gebruiken.
De tekst van het afscheid is vervolgens goedgekeurd en bekrachtigd. Tevens zal commandant
Erentreiter worden geschreven de Administratoren de helpende
hand te bieden bij de inning van de vervallen middelen tijdens de
drie maanden waarin Rudolf Christian in
Brussel neutraliteit voor
zijn
graafschap probeert te verkrijgen.
De geschilpunten tussen de graaf en Emden die dr.
Amama op 31 maart heeft ingebracht, gaan voor advies
aan de
RvS. De Raad zal de gedeputeerden van Emden ondervragen
of en in
hoeverre zij voor deze punten zijn gelast. Als dit niet het geval
is,
dan
zal de RvS met de aanwezige heren die naar Oost-Friesland zijn
geweest, de punten bestuderen en vergelijken met de eerdere
traktaten en de laatste uitspraak. Eventuele discrepanties zullen
eruit worden gehaald en daarnaast zal een procedure worden bedacht voor
het tot elkaar brengen van de
graaf en de stad.
5
De
RvS
maakt bekend diverse onregelmatigheden te hebben ontdekt bij de uitgifte van attestaties voor de diensten van trekpaarden en dergelijke. Ter afschrikkinging heeft de Raad hiervoor in het openbaar straffen laten voltrekken in 's-
Gravenhage. Tevens is hij gewaar geworden dat enkele ambtenaren van
de konvooien en licenten, met name in
Tiel,
grote
slordigheden hebben begaan. Deze kunnen niet worden getolereerd,
zodat de Raad ook hiertegen een vonnis heeft opgesteld dat hij wil
doen
uitvaardigen.
HHM laten de kwestie hierbij.
6
Commies
Schagen is vanwege de resolutie van 15 maart verschenen en door
door
De
Bie en
Vosbergen gehoord over de tegen
hem geuite beschuldigingen van
Cornelis
Oostermans. Schagen heeft zijn verantwoording
schriftelijk
ingediend.
HHM geven die met de andere stukken voor advies aan de RvS.
7
HHM resumeren de kwestie van het gezantschap naar
Frankrijk. Zij achten de bezending wenselijk, maar een besluit over de
deputatie van personen wordt uitgesteld.
8
Overste
Gent stuurt d.d. Soest [in Westfalen] 13 maart kopieën van
een briefwisseling tussen hem en de
Kleefse raden
over de handelwijze van
Soest
[in Westfalen]
tegen edelman
Knippinck. Deze zou in strijd met
de privileges
van de stad enkele handwerkslieden naar de
Soester
Börde hebben gebracht. Vanwege het
algemeen
belang vraagt Gent HHM om richtlijnen.
Op advies van Z.Exc. en de RvS besluiten HHM de Kleefse raden te vragen hoe de kwestie ervoor staat en ondertussen te regelen dat Soest hiervan geen schade ondervindt.
9
Beaumont bericht dat
Soranzo
tevredener is over de resolutie
van eergisteren dan over het eerdere besluit. Soranzo houdt
echter vast aan
volledige
restitutie van de schepen en alle ingeladen goederen, zonder
onderscheid in de eigenaren te maken.
Indien men hiermee niet akkoord gaat, verzoekt hij tenminste de
verkoop van de vijandelijke goederen op te schorten of deze
bepaling uit de
resolutie te schrappen.
HHM besluiten geen veranderingen in de resolutie aan te brengen.
10
HHM schrijven de
Admiraliteit in Amsterdam
zo spoedig mogelijk twee oorlogsschepen gereed te maken voor de ambassadeurs die naar de koningen van
Zweden en
Polen
gaan.