20 - 04 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De
heer van Oosterwijck is ter vergadering ontboden. Na bekendmaking van de
resolutie
van
gisteren heeft hij de legatie aanvaard. Hij zal
zich
binnen drie weken voor de reis klaarmaken. Omdat hij
namens
Holland
en
Zeeland
ordinaris raad in het
Hof van
Holland
is, verzoekt Oosterwijck of hij in die
kwaliteit aangesteld mag
blijven.
HHM verklaren dat deze provincies hiervoor ongetwijfeld toestemming zullen geven, aangezien zij met zijn legatie hebben ingestemd. De instructie zal tegelijk met de credentiebrieven worden opgesteld.
2
Fiscaal
Kinschot heeft gezegd alle stukken met betrekking tot
Jan Kuisten aan het
Hof van
Holland
te hebben overgedragen.
HHM verzoeken hem het Hof te willen manen de kwestie zo spoedig mogelijk af te handelen.
3
HHM laten
Nobel en
Rode de
declaratie van de heren die in
Oost-Friesland
zijn geweest
onderzoeken en hierover berichten.
4
De
Admiraliteit te Rotterdam
nomineert per brief voor het konvooimeesterschap in
Tiel
Hendrick van Bentheim,
landschrijver in de
Nederbetuwe, en
Adriaen van
Rymsdijck,
burgemeester
van Tiel. Voor het ambt van controleur nomineren zij
Adriaen
Brants, burger van Rotterdam, en
Bruin
Vosch, schepen van Tiel.
HHM verlenen Bentheim en Vosch commissie. Zij leggen de eed af.
5
De heren van
Holland melden dat de Deventer goudgulden wordt nagemaakt. Hoewel
van hetzelfde gewicht, bevat de munt niet meer dan tien
karaat
elf grein fijn goud per mark. Hierdoor is zij vergeleken met de
echte goudgulden ruim een derde
minder
waard. Eveneens wordt de Kamper goudgulden nagemaakt. Ook al weegt
de kopie evenveel,
zij bevat
slechts vijftien karaat 7½ grein fijn goud
per
mark. Hierdoor is zij een zesde minder waard. Tevens wordt de
Utrechtse
schelling nagemaakt. Zij is weliswaar van hetzelfde metalen
gehalte,
maar weegt doorgaans elf of twaalf aas per stuk minder en is dus
tenminste 10
p. minder waard. In
Utrecht
wordt ook een halve schelling gemunt, waarvoor de muntmeester aan
brassage per mark fijn zilver 22 st. krijgt. De muntmeesters
in
Brabant krijgen hiervoor echter maar 6 st. 18 mijt
per
mark
fijn zilver van de halve schelling.
HHM vragen de generaalmeesters van de
Munt
om advies.
6
Christiaen Kircherten en
Johan Kruijtwijch,
burgers van Keulen,
verzoeken paspoort om tussen neutrale plaatsen te mogen handelen
in paarden en magere
ossen.
HHM laten appointeren dat het neutralen vrij staat van de ene neutrale plaats op de andere te handelen, mits het grondgebied van de vijand of de door hem bezette plaatsen niet worden betreden. Daarom worden dergelijke sauvegardes niet gegeven en eveneens niet nodig geacht.
7
Kapitein
Saldaingne verzoekt opnieuw om betaling van de maanden traktement
gedurende
zijn schorsing.
HHM vragen hierover advies aan de RvS, die hierover met Z.Exc. zal overleggen.
8
Catalina van der Graeff, echtgenote van
Nicolaes van der
Mast,
verzoekt om haar man
de vrijdom van de stad
Delft toe te kennen, opdat
hij
voor het onderhoud van zijn gezin zijn brouwkoren op de markt kan
kopen. Ook vraagt zij of hij zich binnen één uur reikwijdte
van de stad zou mogen
begeven.
HHM besluiten dat Van der Mast op de marktdagen in de stad koren mag inkopen en zijn zaken regelen. Tevens mag hij, wanneer dat nodig is, zich op een half uur gaans van de stad begeven als hij zich maar discreet gedraagt en geen kwaad spreekt van de regering of de rechters, op straffe van het verlies van deze concessie.
9
Orateur
Haga schrijft d.d. Constantinopel [Istanbul] 13 feb. en stuurt
kopie van de vertaling van de brief van de
pasja van Jemen over
de
vijandelijkheden van de
VOC
op
de kust van
de
Rode Zee. Tevens stuurt hij kopie van de door
hem
geschreven open brief aan de admiralen, kapiteins en commiezen van
de
schepen van de VOC die daar zouden kunnen komen. Hiermee wil hij
verdere
vijandelijkheden, die de vriendschappelijke
banden
met deze gebieden evenals zijn eigen positie en
die van alle Nederlanders aldaar kunnen benadelen, voorkomen.
HHM sturen de
Kamer Amsterdam
van alles kopie. Aangezien de Bewindhebbers op eerdere brieven niet hebben geantwoord, krijgen zij last om binnen twee weken een afvaardiging te zenden om HHM van alles op de hoogte te stellen en met hen in overleg te treden.
10
Orateur
Haga schrijft d.d. Constantinopel [Istanbul] 13 feb. en stuurt
de kwitantie
van de
prins van Transsylvanië
wegens de
ontvangst
van de 17.647 dukaten voor de
Deense koning.
HHM sturen hiervan kopie naar resident
Aissema en bewaren het origineel.
Joost Brasser meldt in zijn brief dat orateur Haga aan
de orateur van de
prins van Transsylvanië twee derde van het aan hem
overgemaakte geld heeft betaald in rijksdaalders. Omdat hij het
geld
niet heeft omgewisseld in dukaten zal hij ook geen opgeld innen,
waartoe op 12 april was besloten.
HHM laten het hierbij en stellen Aissema hiervan op de hoogte.
11
Berck schrijft d.d. Venetië 2 april. Hij heeft in het schip
Den David enkele van zijn meubelen
geladen
ter
waarde van 3.390 gld. en in het schip De
Roos meubelen ter waarde van 1.697 gld. Hij wil van
HHM weten
of hij deze dient te verzekeren.
HHM besluiten dat dit, gelet op de hoge assurantiepremie van circa zestien procent, voor het land onvoordelig is. Daarom zal men het risico aanvaarden.
12
De
RvS
deelt een aan hem gerichte brief mee van de heren
De Rovre en
Gruis die de
fortificatiewerken aan de grenzen inspecteren. Zij
berichten
over de kwestie van de bezetting van de
Overbetuwe,
Nederbetuwe en
Tielerwaard. Zij hebben
tot
extra beveiliging voor 28.010
gld. 32 nieuwe redoutes aanbesteed,
die in de loop van juni klaar zijn. Daarna rest nog slechts deze
te
bemannen
en het volk van sloepen te voorzien, zodat ze de vijand kunnen
naroeien. Hiertoe zijn vijftig sloepen nodig.
13
De binnengekomen raden ter
Admiraliteit van Rotterdam
Heeckeren en
Ruijsch berichten naar
aanleiding van de resolutie van 13 maart over hun
werkzaamheden in het visiteren van de
oorlogsschepen op de
Waal. In het kort komt het
erop neer dat de 107
matrozen
van de schepen verdeeld kunnen worden over acht redoutes. Iedere
redoute kan worden voorzien van twee sloepen, waarmee 's nachts de
wacht
op de
rivier kan worden gehouden.
HHM geven het rapport met de brief van
De Rovre en
Gruis aan de RvS. De
Raad moet met Z.Exc. de stukken onderzoeken en adviseren wat er
het
beste kan worden gedaan.