26 - 04 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De pachters van de konvooien en licenten schrijven dat een edelman van het geschut,
La Riviere, samen met een zoetelaar en zonder behoorlijke laadcedel,
enkele kostbare goederen in het
schip
van
Lans Hermanssen heeft
geladen. De pachters vragen het schip
te mogen confisqueren.
Het rekest gaat naar de
Admiraliteit te Rotterdam
om recht te doen conform 's lands bepalingen.
2
Oosterwyck zal worden gezegd zich van een bevoegd predikant te
voorzien.
3
Pieter Adriaenssen Oostdijck en tien consorten mogen twintig
paarden naar
Goes brengen voor bebouwing
van
hun land, mits ze niet ergens anders worden gebracht.
4
Coenraet van der Hert, soldaat onder kapitein
Arckel, en
Hendrick Rolenburch, sergeant van
kapitein
La Roche de Crequij en consorten
hebben van de
commies op het fort
Crèvecoeur circa
zestien last
rogge
gekocht.
Tijdens het bakken bleek de rogge bedorven, waardoor zij het brood
konden weggooien. Zij verzoeken de koop ongedaan te maken, maar
de RvS maakt hiertegen bezwaar.
Het rekest gaat weer naar de RvS. Na informatie te hebben ingewonnen moet de Raad een billijk besluit over de zaak nemen.
5
De heren van
Holland berichten over een brief van het stadsbestuur van
Amsterdam aan de
Gecommitteerde
Raden
van Holland. De Amsterdammers
klagen hierin over het munten van een halve
schelling in
Utrecht.
HHM sturen generaal
Van der Meiden naar Utrecht om te bewerkstelligen dat de stempel wordt
ingetrokken en tevens te vernemen hoeveel schellingen er reeds zijn
gemunt. Hiervan worden die van Amsterdam bericht. Ook wordt
Amsterdam
gevraagd hoeveel schellingen daar zijn binnengekomen.
6
Over de ingediende memorie aangaande de kosten van het fort bij het huis
Terweel die op ongeveer 29.300 gld. worden geschat, wordt advies
aan de
RvS gevraagd. De Raad zal hierover eerst nader met Z.Exc.
beraadslagen.
7
HHM nemen geen besluit over brieven met
verscheidene
berichten d.d. 7/17 april van resident
Aissema aan
Duick en d.d. 7/17
april van generaal
Morgan aan
Z.Exc..
8
Op het bericht dat
Ploos is gearriveerd uit
Utrecht en morgen
terugkeert, is hij ontboden. Hem wordt gevraagd de betaling van de
achterstand
in
de subsidies voor de Admiraliteiten, waarover reeds veelvuldig is
gesproken, aan te bevelen. Dit opdat deze worden opgebracht en
betaald aan ontvanger-generaal
Doublet. Ploos is tevens verzocht te willen
helpen bij het intrekken van de
stempel van de in Utrecht gemunte halve schelling.
Hij
belooft in beide zaken goed over te brengen en warm aan te bevelen.
9
De
VOC ter Kamer Amsterdam
schrijft dat op 3 mei enkele bewindhebbers zullen arriveren. Zij hebben instructies inzake de klachten van de Turken over de
Rode Zee en ook goede informatie bestemd voor orateur
Haga
HHM zullen dit afwachten.
10
Het stadsbestuur van
Gouda recommandeert d.d. 23 april
door uitwisseling de in
Duinkerke
gevangenzittende
Job Michielsen,
Willem
Gerritsen en
Pieter
Arienssen vrij te krijgen.
HHM zullen hierop acht slaan indien er uitwisselingen van gevangenen zijn.
11
Adriana van Schagen, vrouwe van Sonsfelt, verzoekt maandelijks een mud zout,
een kwart zeep, een kinnetje azijn, één okshoofd wijn
en andere
waren
voor haar huishouding naar haar huis in
Sonsfeld
te mogen brengen. Ook vraagt zij om haar en de ingezetenen van
Drongelen toe te staan hun gewassen naar
steden aan weerskanten
te brengen en geen inbreuk te laten plegen op haar
veer
en
visserij aldaar.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.