29 - 04 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De
Kleefse stadhouder en raden schrijven d.d. Emmerik [Emmerich] 19
april met
credentie op
dr.
Winant van Heimbach. Hij
verzoekt
commissarissen
die hij van enkele, door hem te proponeren punten op de hoogte wil
stellen.
HHM committeren
Noortwyck,
Vosbergen en
Boetzeler.
2
HHM geven de onderschepte sauvegardes voor de
Tielerwaard,
Acquoy,
Beesd,
Spijk,
Rhenoy en
Mariënwaard voor onderzoek en advies aan
de
RvS. De Raad zal hierover met Z.Exc. overleggen, opdat
behoorlijke straffen kunnen worden uitgevaardigd.
3
Hieronimus van Uffelen is ter vergadering verschenen en meegedeeld dat hij naar
Algiers zal worden gezonden.
Feith en
Vosbergen zullen met hem
de instructie bespreken.
4
HHM hebben beraadslaagd over enkele punten van de gezanten die naar de
koning van Zweden en de
koning van Polen
gaan. Zij
laten ontvanger-generaal
Doublet de
gezanten
allereerst 6.000 gld. voor hun reis geven. Als zij meer geld
nodig hebben, dan kunnen zij wissels trekken op ontvanger
Reael in Amsterdam. HHM verzoeken
de heren
van
Holland hem opdracht te geven de
wissels te accepteren en ten laste van de Generaliteit te
betalen.
De gezanten zal akte van indemniteit worden gegeven, zoals voor alle ambassadeurs gebruikelijk is. Zij ontvangen echter geen commissie omdat zij niet worden gestuurd om namens de Republiek een verdrag te sluiten: zij worden in de instructie voldoende geïnstrueerd inzake hun onderhandelingen.
Ter bescherming van de gezanten is besloten de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
te schrijven direct twee schepen klaar te maken en naar
Texel te sturen voor konvooi tot aan de
Sont. De
twee schepen mogen
echter niet
afkomstig zijn uit de blokkade van de kust van
Vlaanderen. De
twee
schepen
en ook de twee die de
Admiraliteit te
Amsterdam
gereed heeft, dienen alleen tot transport
en
konvooi van de gezanten. Z.Exc. dient als admiraal-generaal akte
te
verlenen waarin de kapiteins wordt gelast de
gezanten te gehoorzamen en hun opdrachten uit te voeren.
De credentiebrieven worden goedgekeurd. De gezanten dienen de Staten-Generaal aan te duiden als "celsi ac praepotentes domini ordines". Om nijd te vermijden, zullen de gezanten in twee groepen worden gesplitst, een voor het bezoek aan de koning van Zweden en een voor dat aan de koning van Polen. Zij zullen niet gezamenlijk bij één koning verschijnen, zelfs niet wanneer de Poolse koning in
Danzig
[Gdansk] mocht zijn. De
griffier zal
het
contact met hen
onderhouden.