10/05/1627

 
English | Nederlands

10 - 05 - 1627

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 De binnengekomen secretaris Junius meldt op last van Z.Exc. dat de markgraaf van Baden morgen naar Amsterdam wil vertrekken. Aangezien hij daar onbekend is, wordt voorgesteld hem door iemand te laten begeleiden.
Ten aanzien van de drie punten die de markgraaf heeft ingediend bij gecommitteerden besluiten HHM als volgt:
De eerste twee punten zullen in overweging worden genomen.
Inzake het derde punt - het vervoer naar Hamburg - is in Amsterdam opdracht gegeven hiervoor te zorgen. Tevens zal het jacht van de RvS samen met twee andere schepen worden klaargemaakt om de markgraaf naar Amsterdam te brengen. Men ziet er echter van af hem te begeleiden of anderszins onderweg te defroyeren.
HHM laten Noortwijck, Vosbergen en Ter Cuilen deze resolutie aan de markgraaf meedelen, nadat zij Z.Exc. hiervan op de hoogte hebben gesteld. De Admiraliteit te Amsterdam wordt bericht dat de markgraaf waarschijnlijk morgenavond zal arriveren. Het College moet iemand tot zijn ontvangst aanstellen. Deze persoon moet de markgraaf inlichten waar de schepen liggen, die conform de opdracht van 8 mei moeten worden gereedgemaakt, en verder in alles omtrent zijn afvaart goede bijstand verlenen.

Post prandium

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:

Resoluties:

2 Noortwyck, Vosbergen en Ter Cuilen berichten de vorige resolutie aan Z.Exc. te hebben overgebracht. Deze meent dat men de markgraaf in zijn herberg behoort te defroyeren, echter zonder de vertering van de paarden buitenshuis of anderszins op zich te nemen. Tevens dient men zich niet te bemoeien met zijn vertering onderweg of in Amsterdam.
HHM besluiten niet in enig defroy te voorzien. Wel zal de markgraaf worden vereerd met enkele grote vaten wijn ter waarde van 800 of ten hoogste 1.000 gld.

1 Walta ontbreekt op de presentielijst in S.G. 52, maar is wel vermeld in S.G. 3186.