22 - 05 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De
koning van Groot-Brittannië schrijft d.d. 4 april ten gunste van kapitein
Sackville. Hij verzoekt Z.Exc.
Sackville van zijn dienst te ontheffen omdat de
koning hem zelf wil gebruiken. In zijn plaats
kan
Gaudij bij de compagnie worden
aangesteld.
Aangezien Sackville zijn post zal verlaten, zullen HHM een ander bekwaam officier in zijn plaats stellen.
2
Gysbrecht Janssen verzoekt vanwege zijn
aan
boord van een schip opgelopen verlamming eenzelfde behandeling te
krijgen als de andere
verminkte soldaten in dienst van het land.
HHM verwijzen hem naar de
Admiraliteit te Amsterdam
.
3
Jonker
Philips van Leefdael, heer van Meuwen, verzoekt van zijn huis te
Baak
in het
graafschap
Zutphen vrij twaalf
hokkelingen, twee koeien en
een
vaars naar
Meeuwen
te mogen brengen.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
4
Gerrit Robrechtsen de Haen uit Dordrecht mag naar
Zevenbergen de helft van twaalf last
koolzaad
brengen, die
Cornelis
Jacobs, de vorige echtgenoot van zijn vrouw, in
Dordrecht had opgeborgen.
Wel
dient hij Bosch' licent te betalen en te garanderen dat het
koolzaad
niet elders beland.
Jacobina Salomons, weduwe van
Frans Damen,
mag twee
last
koolzaad, die zij in
Dordrecht in veiligheid heeft
gebracht, naar
Zevenbergen brengen. Wel
dient
zij Bosch' licent te betalen en mag het niet elders
terechtkomen.
Dit geldt eveneens voor
Jan Janssen van der Heiden voor vijf last.
5
De baron van
Groesbeeck, heer van Hoemen, mag tegen Bosch' licent tien
of
twaalf paarden naar
Heumen en daarvandaan op ieder moment naar
Luik brengen.
6
Anna Pots, weduwe van kapitein
De
Breder, is op haar
verzoek eenmalig 20 gld. gegeven.
7
Het verzoek van de
heer van Batenborch om zeventig à tachtig malder tarwe en zestien malder
raapzaad naar 's-
Hertogenbosch te mogen brengen,
is
afgewezen.
8
Paul de Wilm en
Jan de Wilm verzoeken
opnieuw
de materialen, die zij conform de resolutie van 14 mei tegen
betaling van 's lands belastingen naar de
Deense
koning
mogen brengen, vrij van licent te mogen uitvoeren. Anders kunnen
zij beter in
Hamburg inkopen, tot nadeel van de
Nederlandse
handel.
HHM blijven bij de genoemde resolutie.
9
De
Admiraliteit te Rotterdam
schrijft d.d. 14 mei over de voorschriften van haar officieren langs de
Waal met betrekking tot de magere ossen die over de Waal en
andere
rivieren worden aangevoerd om vetgemest en dan weer
teruggestuurd te worden. Tevens wil zij weten hoeveel Bosch' licent
dient te worden betaald voor paarden en runderen, opdat alom
hetzelfde
tarief
geldt.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
10
Naar aanleiding van de op 19 mei ontvangen brief van
Carl Carlssen van Cracou schrijven HHM de
Admiraliteit te
Amsterdam
en
de
Admiraliteit in het
Noorderkwartier
de voor het konvooi naar de
Sont bestemde schepen aldus te gebruiken.
Inzake de in beslag genomen schepen wordt pas een besluit genomen
als
duidelijk is wat de gezanten ter plaatse kunnen uitrichten.
11
De gecommitteerden van HHM rapporteren over hun afzonderlijke ontmoetingen met de aanwezige afgevaardigden van de
Admiraliteit te Rotterdam
en met de pachters van de konvooien en licenten. De kwestie heeft betrekking op het vonnis van de Admiraliteit over enkele door schipper
Jacob Matthyssen opgebrachte goederen. Elk van de twee partijen heeft een
ander verhaal.
HHM besluiten voor aanstaande dinsdag fiscaal
Van de Broeck te ontbieden om hem hierover nader te horen.
12
Pompeius van Dulmen, klerk van de RvS, verzoekt net als de andere klerken die
door het staatse leger worden gebruikt, 50 st. per dag te krijgen
over de periode die hij in
Emden heeft
doorgebracht.
HHM blijven bij de eerdere resolutie, waarin hem 30 st. per dag is toegekend.
13
Jan Janssen, boekverkoper in Amsterdam, krijgt octrooi om gedurende zes
jaar
exclusief de door mr.
Albert Girard
Samielois herziene
editie van de Fortificatie
1 en de
Geometria
2
van
Marolois te
mogen drukken.
14
Naar aanleiding van de op 11 mei ontvangen brief van de Bewindhebbers van de
WIC
vaardigen HHM
Feit en
Schagen af naar de
vergadering van de Heren
Negentien.
15
HHM laten
Noortwyck,
Brouwer,
Hertevelt,
Walta en
Ter
Cuilen de memorie van de gezant
Sigismund Buchner afhandelen. Zij dienen te
bedenken hoe de
Deense koning
aangaande het
subsidie het best kan worden tevredengesteld.
16
Schagen doet rapport van de situatie bij het tussen
Aardenburg en
Sluis gelegen fort
Terweel.
HHM vragen hem dit op schrift te zetten.
17
De
Franse ambassadeur compareert en meldt dat de
Franse koning een expresse heeft
gestuurd over
de
zaak van markies
D'Estiaux. Hij
verzoekt
deze kwestie prioriteit te verlenen, zodat hij
D'Estiaux zo spoedig mogelijk kan terugzenden. Hiertoe levert de
ambassadeur een brief in
van
de
koning d.d. Parijs 6 mei, waarin deze HHM verzoekt om zijnentwil
de fouten van markies D'Estiaux te
vergeven, hem te pardonneren voor het ombrengen van de jonge
markies
De Courtomée en hem weer in
dienst te
nemen.
HHM zullen hierover nader overleggen met Z.Exc. en de RvS.
18
Cornelis Montens, raad van de Nassause Domeinraad, mag tegen Bosch'
licent naar
Princenhage bij
Breda
veertig vuren balken, honderdvijftig revels, tweehonderd Deense
delen, vierhonderd latten, vijftigduizend stenen, tien hoed kalk en
vijftig
last delen brengen. Wel dient hij te garanderen dat de
materialen nergens
anders zullen worden gebracht en moet hij verbodemen.
19
HHM lezen het nader advies d.d. 18 mei van de superintendenten van de beden van
Brabant op het verzoek van
Johanna Eems
de
Bloiere. De rente waarvan de suppliante een
derde deel
vordert,
is deugdelijk en wordt al lange tijd door HHM aan de erfgenamen
uitgekeerd. Omdat zij echter pas vele jaren na sluiting
van
het
Bestand in de Republiek is komen wonen, mag zij de
rente niet opeisen.
HHM stellen een besluit nog uit, maar de meeste provincies hebben het verzoek afgewezen.