26 - 05 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De gecommitteerden hebben rapport gedaan van hun conferentie met de
Franse ambassadeur. Gisteren had men een tweede ronde willen houden, maar de
ambassadeur heeft ronduit verklaard hierop niet te zullen ingaan,
tenzij HHM een besluit zouden nemen over de op 22 mei
overhandigde brief van de
Franse koning inzake
markies
D'Estiaux.
Aangezien deze benadering direct ingaat tegen de
vrijheid van het land, is die door
Noortwyck
en
Haersolte
met
Z.Exc. besproken. Hij zou over de zaak D'Estiaux kunnen
beslissen, mocht hij dat dienstig vinden.
Noortwyck
en Haersolte hebben gemeld dat Z.Exc. net als
HHM
de verklaring van de ambassadeur vreemd vindt.
HHM besluiten ten eerste
Noortwyck en
Vosbergen naar de ambassadeur te sturen. Die moeten hem vertellen dat
zij de brief van de koning serieus hebben genomen en de kwestie
D'Estiaux ter beschikking hebben gesteld van Z.Exc. Voorts zal de
ambassadeur meegedeeld worden dat HHM het vreemd vinden dat hij
vanwege een particuliere aangelegenheid de voortgang onthoudt aan een
publieke zaak. Men zal hem vragen zich op dit punt te matigen en hoogst
belangrijke staatszaken niet door een dergelijke handelwijze te
belemmeren, anders zijn HHM genoodzaakt hierover bij de koning te
klagen via
Languerack.
Walta verklaart namens
Friesland
niet met
deze
resolutie in te stemmen.
2
Gabriel Roneroij, kwartiermeester van ritmeester
Hometz,
mag op een binnenlands paspoort één rijpaard naar
Geertruidenberg brengen.
3
Hieronimus van Uffelen wordt ontboden voor een gesprek over de bezending naar
Algiers.
4
Het verbaal van
Schagen over het huis
Terweel is ingediend.
HHM geven dit voor advies aan de RvS.
5
De
Admiraliteit te Rotterdam
schrijft d.d. 25 mei dat de
gouverneur van Grave minstens twee ponten vasthoudt, geladen met kolen en andere
waren
die door
Annetgen Mont,
vrouw van
Gillis Bartrem zijn ingevoerd
krachtens het octrooi
dat op 23
juli
1626 aan
Daem Hendrixen is
verstrekt. De Admiraliteit
verzoekt de gouverneur te gelasten zich niet met de kwestie te
bemoeien
en de berechting daarvan aan haar over te laten.
HHM vragen hierover bericht en advies van fiscaal
Van den Broeck.
6
Pieter Willemsen van Rossum, werkmeester en aannemer van het onderhoud van fort Voorn,
mag op
een binnenlands paspoort en tegen Bosch' licent zes paarden en
karren
naar
Voorn brengen. De RvS zal de kosten op
zijn loon
inhouden totdat hij de paarden en karren
weer heeft teruggebracht.
7
De RvS adviseert het op 6 mei ingediende verzoek van
Folpert Crom Matthyssen, burger van Gorinchem, af te
wijzen omdat de vijand de beesten zal afpakken.
Omdat de boeren onmogelijk contributie kunnen opbrengen als zij hun landerijen niet laten begrazen, besluiten HHM het verzoek toe te staan. Crom moet wel Bosch' licent betalen en garanderen dat de dieren niet naar de vijand zullen worden gebracht.
8
Soranzo dringt nog aan op restitutie van de
door ruiters van ritmeester
D'Ome
op
vijandelijk terrein veroverde parels.
HHM laten
Noortwijck,
Vosbergen en
Hertevelt nogmaals proberen
de kwestie te
schikken.
9
Duick heeft een overzicht gemaakt van de gedane subsidiebetalingen
aan de
Deense koning.
HHM laten dit door de
ontvanger-generaal onderzoeken om te zien of er nog iets aan moet
worden toegevoegd.
10
Op een paspoort van de
Infanta heeft
Herman Ubbinck 24
tolvoeder rijnwijn in
Keulen ingescheept voor de
prins van
Polen. Hij verwacht dat de invoer van deze hoeveelheid
niet op problemen stuit en wil twaalf tolvoeder
tegen
betaling van
's
lands rechten doorvoeren.
HHM gaan akkoord op voorwaarde dat hij voor de invoer Bosch' licent betaalt.
11
Naar aanleiding van het verzoek van
Johan Aventroot om commissarissen laten HHM
Crommom,
Rode en
Ter Cuilen hem
horen.
Tevens
zullen zij
Willem Schenck
horen.
12
HHM stellen een besluit uit over het verzoek van
Herman Heimans van Raveswaij hout te mogen invoeren.
13
Het verzoek van enkele burgers en kooplieden van
Doesburg en
Bredevoort de commandanten te machtigen
de inwoners van behoorlijk konvooi te voorzien bij het halen en
brengen
van goederen, is afgewezen.