04/06/1627

 
English | Nederlands

04 - 06 - 1627

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Vosbergen meldt in de propositie van de Ommelanden niets te vinden dat kennisgeving van de inhoud aan gedeputeerden van de stad Groningen belet, behalve één punt met betrekking tot Ernst Casimir.
HHM zullen een kopie van de bezwaarpunten aan die van de stad geven. Binnen drie dagen na ontvangst moeten zij hierop reageren.

2 De op de binnenwateren dienende scheepskapiteins verzoeken ter voorkoming van muiterij onder de matrozen enige betaling. Zij hebben drie jaar kostgeld en meer dan 28 maanden soldij tegoed. Tevens wensen zij niet te worden gekort met een halve stuiver per persoon per dag, zoals de Admiraliteit te Rotterdam probeert.
HHM apostilleren dat de kapiteins zich moeten wenden tot de Rotterdamse Admiraliteit. Aangezien op 2 juni is besloten de nalatige provincies te bezenden tot aansporing voor betaling van hun deel in de verzochte subsidies, wordt het College gevraagd de kapiteins hierin gerust te stellen en hun te verzoeken nog even geduld te hebben. Verder moet het College totdat er een betere regeling is getroffen de halve stuiver blijven betalen, aangezien de betaling nu zo achterblijft.

3 HHM lezen de conform de resolutie van 2 juni opgestelde conceptbrief over bezending van de provincies vanwege het subsidie voor de Admiraliteiten.
Zeeland en Utrecht moeten hiertoe op 24 juni bijeenkomen; Gelderland , Friesland en Stad en Lande op 30 juni, tenzij de provincies binnen veertien dagen aantonen hun subsidie te hebben betaald.

4 Soranzo heeft geklaagd dat in Woudrichem gelegerde ruiters hem zijn brieven naar Venetië hebben afgenomen.
De RvS dient een expresse te sturen om uit te vinden wat hiervan waar is en moet zo nodig maatregelen nemen.

5 De heren van Zeeland verzoeken hun propositie van 19 mei over vermindering van hun quote te behandelen.
HHM willen de kwestie uitstellen totdat alle provincies aanwezig zijn.

6 Ernst Casimir schrijft d.d. Groningen 21 mei dat uit Oost-Friesland en Oldenburg diverse waren naar het bisdom Münster en daarvandaan naar Lingen en verder worden gebracht. Hij vraagt hoe hierin te handelen.
HHM zullen dit bespreken zodra de besognes over de konvooien en licenten plaatsvinden.
Tevens wordt buskruit voor de nieuwe soldaten in Emden gevraagd.
HHM laten de RvS hierover besluiten.

7 De Admiraliteit in Friesland nomineert Hendrick Rienicks en Cornelis Janssen voor de vacante post van controleur in het fort Bellingwolderzijl.
HHM kiezen Cornelis Janssen, waarna deze de eed aflegt.

8 Een brief van Lecq aan Z.Exc.wordt meegedeeld. Hierin vraagt hij wat hij moet doen tegen de Engelsen die Nederlandse schepen nemen.
De heren van Zeeland schorten een besluit hierover op.

9 De Admiraliteit te Rotterdam houdt er mogelijk teveel jachten op na.
HHM willen van het College weten hoeveel jachten het heeft, hoe deze zijn bemand, wat deze maandelijks en per jaar kosten en waar en door wie de vaartuigen worden gebruikt.

10 Languerack heeft wegens port van brieven van 13 jan. 1625 tot 15 maart 1627 een wissel van 89 kronen tegen 128 groten per kroon getrokken.
Ontvanger-generaal Doublet moet de wissel aannemen en betalen.
Languerack schrijft d.d. Parijs 23 mei over verschillende zaken. In Frankrijk verbaast men zich over de trage besluitvorming inzake een nieuw alliantietraktaat.
HHM antwoorden hem omtrent de werkelijke stand van zaken en de door D'Espesses opgelopen vertragingen. Recent heeft deze ambassadeur zich nog voor een bespreking geëxcuseerd wegens zijn indispositie.
Met dit bericht zal Abbesteech worden teruggestuurd. Deze moet tevens Languerack verzoeken geen expressen meer te sturen, maar de brieven aan Mibassen te adresseren en door hem te laten doorsturen.

11 Aelbert Balthasar Barents verzoekt de koning van Denemarken duizend centenaar buskruit, driehonderdduizend pond lont, vijfhonderd kurassen en vijftienhonderd haakbussen te mogen bezorgen.
HHM staan de uitvoer van de wapens toe, mits 's lands rechten worden betaald. Een besluit over het buskruit en de lonten wordt uitgesteld totdat is vernomen hoe het met de voorraden in de magazijnen is gesteld en of het land wat kan missen.
Om dezelfde reden wordt een besluit uitgesteld over het verzoek van Carleton tot uitvoer van buskruit voor de koning van Groot-Brittannië.

12 De koning van Groot-Brittannië schrijft ten gunste van Mongo Hamilton, opdat deze kapitein wordt toegestaan zich als sergeant-majoor van een Schots regiment in dienst van de koning van Denemarken te begeven. Dit wordt eveneens door Buchneer voorgestaan, zelfs indien Hamiltons gage gedurende diens absentie komt te vervallen.
HHM wijzen dit af vanwege hun eerder genomen resolutie over absente officieren.

13 De RvS adviseert d.d. 1 juni dat het op 31 mei door de magistraat van Amsterdam aanbevolen verzoek van Richart Gerarts ter Horst uitsluitend bij grote uitzondering en eenmalig kan worden toegestaan.
HHM stellen een besluit hierover uit.

14 De memorie van de administrator van Maagdenburg is gelezen, alsmede het conform de resolutie van 1 juni daarop geformuleerde antwoord.1
De reis van de administrator dient de publieke zaak en hij hoopt dat Z.Exc. en HHM hem in alles zullen ondersteunen. Hiertoe zou aan Engeland, Frankrijk, Venetië en Betlem Gabor moeten worden geschreven dat de administrator van het subsidie uit de Republiek voor de Deense koning 21.850 rijksdaalder geassigneerd krijgt, met medeweten van resident Foppy von Aissma. De resident heeft voor de administrator op verzoek van de koning reeds een wissel van 5.000 rijksdaalder op Venetië getrokken. Daarom zou men graag zien dat HHM dit geld overeenkomstig de wisselbrief in Hamburg voldoen en door de resident van het subsidie voor de koning en volgens de assignatie laten korten. De overige 16.850 rijksdaalder van de assignatie zou in Hamburg overgemaakt moeten worden op de koopman Leenhardt von Sorgen. De administrator kan hiermee wel zijn positie in Silezië consolideren, maar daarenboven verzoekt hij de Staten-Generaal tegen een obligatie een geldbedrag ter beschikking te stellen. Ook verzoekt de administrator HHM de punten uit het bondgenootschap met de koning, speciaal het maandelijks subsidie, beter dan tot nu toe na te komen. Als het subsidie iedere maand meteen door resident Aissema aan de koning werd overgemaakt, zou hij hiervan volgens de administrator veel meer profijt hebben. Verder zou het HHM in hogere achting van de koning brengen. De administrator vraagt, gezien de grote gevaren, geheimhouding van zijn reis. Hij wil graag gekonvooieerd door oorlogsschepen naar Frankrijk worden gebracht.
HHM verklaren zeer tevreden te zijn dat de administrator voor de gemene zaak naar Silezië afreist. Zij wensen hem hierin veel succes. Als bewijs van hun vriendschap zullen zij niet nalaten zijn zaak bij Frankrijk en Engeland, Venetië en de prins van Transsylvanië te bepleiten met behulp van brieven en door hun ambassadeurs, opdat hij niet van hulp verstoken blijft. HHM laten de 5.000 rijksdaalder betalen die Aissema ten behoeve van de koning wil trekken. Tevens zal de koning in Hamburg voor 30 juni zeker de resterende 16.850 rijksdaalder ontvangen die de administrator nog van hem krijgt, maar ook nog ander geld. De koning kan de 16.850 rijksdaalder hieruit doen betalen. HHM zullen tevens alles in het werk stellen opdat de koning beter dan tot nog toe van het maandelijks subsidie zal zijn voorzien. Met de lening van geld tegen een obligatie kunnen HHM niet instemmen. Zij zijn zelf al vaak genoeg genoodzaakt om geld te lenen om hun eigen zware lasten te dragen. Zij verwachten dat de administrator met deze verklaring genoegen zal nemen.
De brief aan de koningen van Frankrijk en Engeland, de republiek Venetië en de prins van Transsylvanië, die conform dit antwoord aan de administrator is opgesteld, is gelezen.

1 De in het Duits gestelde propositie en het antwoord van de Staten-Generaal zijn geïnsereerd in S.G. 3186.