14 - 06 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Fiscaal
Sille rapporteert ter vergadering dat kapitein
Rosa in
Woudrichem is aangehouden.
Hij
zegt niet te weten waar de ontvreemde brieven van
ambassadeur
Soranzo zijn gebleven
omdat hij dronken was. Tevens
zijn
vier ruiters opgebracht, maar die blijken onschuldig te zijn. Een
vijfde,
genaamd
Jan Lierop, die zijn
rapier tegen de
bode
heeft getrokken, heeft met verlof van de luitenant de stad
verlaten.
HHM machtigen de RvS kapitein Rosa en de ruiters in verzekerde bewaring hiernaartoe te
doen brengen en te berechten. Eveneens zal de luitenant
worden ondervraagd over het verlof voor Lierop.
2
De
Staten van Utrecht
antwoorden d.d. 29 mei o.s. op de brief van HHM van 4 juni. Zij kunnen de subsidies voor de Admiraliteiten over 1622, 1623 en 1624 niet betalen.
Zij dienen over veertien dagen een Statenvergadering te houden. HHM zullen die bezenden.
3
De
Heren Negentien
schrijven d.d. Amsterdam 12 juni. Zij verklaren uitvoerig hun gevangenen niet te kunnen vrijlaten, tenzij het zeker is dat hun gevangengenomen personeel tevens onder de wisseling zal vallen.
HHM antwoorden dat dit bij de huidige regeling niet kan omdat deze volgens het traktaat van 10 okt. 1626 geschied, waar zij buiten vallen. De commissarissen te
Roosendaal zijn echter gelast geen Spaanse gevangenen tot de nieuwe
regeling toe te laten, tenzij iedereen daaronder valt die in
dienst
van de compagnie is uitgevaren en in
West-Indië,
Brazilië of elders gevangenzit. Burgemeesters
Berckel en
De
Hoge melden in
hun
zojuist ontvangen brieven van 12 juni dat de
commissaris van de vijand ertoe
neigt
de gevangenen die zich aan
weerskanten
op het land bevinden (maar niet degenen die nog niet aan land zijn
gebracht) tot de nieuwe regeling toe te laten, inclusief de
gevangenen in Brazilië en West-Indië. Hij heeft in die zin aan
de
Infanta geschreven. Zij
geven in
overweging
of niet volgens deze bepalingen een akkoord kan worden
gesloten, ook als de Infanta de Westindische gevangenen wil
uitsluiten.
HHM sturen een kopie hiervan aan de Heren Negentien om te zien of zij dit dienstig achten.
In hun brieven verzoeken Berckel en De Hoge tevens paspoort voor
Pieter Sanches, koopman uit Duinkerke, om uit Roosendaal hier te komen
voor een afrekening.
HHM weigeren dit, evenals de aparte aanbeveling van Berckel en De Hoge voor de vrije uitvoer van een rijpaard voor de
predikant te Roosendaal.
4
Ontvanger-generaal
Doublet verschijnt ter vergadering en meldt dat
Joost Brasser uitsluitend bankgeld
wil
ontvangen.
De ontvanger-generaal zal zoveel mogelijk bankgeld bijeenbrengen.
5
Despesses verschijnt ter vergadering met het bericht dat de
prinses van Orléans in de kraam
is overleden.
Hij
heeft nader last gekregen vanwege het alliantietraktaat, maar de
conferentie moet twee of drie dagen worden uitgesteld wegens enige
particuliere verwikkelingen.
HHM condoleren de ambassadeur.
Rantwyck en
Hertevelt zullen hem
nog
een persoonlijk condoléancebezoek brengen.
Languerack wordt
geschreven rouwbeklag te doen bij de
hertog
van
Orléans,
de koning en
koningin en verder aan wie het
behoort.
De ambassadeur heeft tevens een brief van de koning d.d. Parijs 6 mei ten gunste van baron
De Leuville overhandigd, wegens betaling van diens traktement gedurende
zijn absentie sinds
aug. 1625.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
De ambassadeur verzoekt tevens voorschrijven aan de
Staten van Stad en Lande
voor
Catarina Hendricx, een française en weduwe van
Siccinga, voor de verkoop
van haar goederen in
Groningen.
HHM schrijven de Staten de vrienden van Siccinga te benaderen en daarna een billijke beslissing te nemen.
6
De
koning van Zweden verzoekt d.d. 21/31 maart om doorvaart van
1.200.000 pond kalmijn.
HHM gaan akkoord op voorwaarde dat hij 's lands rechten betaalt.
In een brief d.d. Stockholm 23 april verzoekt de koning uitvoer van honderdduizend pond buskruit en lont.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
7
Kapitein
Gerrit van Ylem is gearriveerd en fiscaal
Sille zal hem horen over de
tegen hem ingebrachte klachten.
8
Hoogbaljuw, burgemeesters en schepenen van
Sluis reageren d.d. Sluis 1 juni op
het rekest van
Abraham Willemsen
Bijerman, hun bij apostille van 14 mei in handen gesteld.
Bijerman
verzoekt octrooi een bank van lening in Sluis te mogen houden na
afloop
van het lopende octrooi van
Bartholomeus del
Corne.
In hun antwoord schrijven zij dat Del Corne de bank
niet goed van geld heeft voorzien en dat Bierman dit
beter zal dienen te doen. Ook moet hij volgens oud gebruik de
armen en
het
weeshuis gedenken.
Bijerman krijgt het octrooi gedurende zestien jaar op dezelfde voorwaarden als Del Corne. Deze
voorwaarden zullen worden opgezocht.
9
Twee gedeputeerden van de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
verschijnen ter vergadering. Na inspectie van de
IJssel achten zij het beter de oorlogsschepen daar te laten
liggen.
HHM laten dit advies schriftelijk inleveren.
Tevens delen de gedeputeerden mee dat de pachters van de veertigste penning deze belasting van hen vorderen voor een op de vijand veroverd schip dat zij tegen betaling hebben overgenomen. Zij willen graag een besluit hierover.
De heren van
Holland houden de zaak in beraad.
10
Burgemeesters en regeerders van
Enkhuizen schrijven d.d. Enkhuizen 11 juni dat in de
Golf van
Biskaje elf
goedbewapende Duinkerkers van de
koning liggen, samen met ongeveer
dertig
patassen. Deze schepen zouden van plan zijn achterlangs bij
Engeland om te varen en vanuit het noorden de
buizen
aan te vallen en zo de hele visserij te vernietigen. Zij vragen
bescherming
door voldoende oorlogsschepen waarvan, indien nodig,
zich enkele benoorden de buizen zouden moeten ophouden.
Hierover zal met Z.Exc. worden gesproken.
11
Buchner heeft in een memorie een
besluit
gevraagd over enkele punten.
Rantwyck en
Walta zullen met hem
spreken.