10 - 07 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Na hervatting van de resolutie van gisteren is besloten de inhoud daarvan aan de koningen van
Frankrijk en
Engeland
te schrijven.
Hun zal worden verzocht voorlopig het geweld te staken en een
neutrale plaats te
kiezen
voor een bijeenkomst van hun ambassadeurs om tot een oplossing te
komen. Een kopie van de brief zal ter onderschrijving aan de
ambassadeurs worden
gegeven. Tevens zullen de brieven aan de staatse
ambassadeurs
in beide landen worden gestuurd, om deze bij de koningen aan te
bevelen.
2
De gecommitteerden van de
Ommelanden verschijnen ter vergadering. Hun principalen nemen de
geschillen met de stad
Groningen zeer serieus.
Omdat
zij begrepen hebben dat de stad vast van plan is meer gedeputeerden
te
sturen, achten zij het eveneens gewenst nog enkele gedeputeerden af
te
vaardigen voor wie zij credentiebrieven geven. Aangezien
de
toestand in het land nu zodanig is dat de meerdere van de in hun
zaak gecommitteerde heren met het leger meegaan, verzoeken zij om
de
kwestie op een ander tijdstip te beslechten. Indien één partij
hierbij in gebreke blijft, zou aan
de
hand van de inbreng van de andere partij besloten moeten
worden.
Vervolgens zijn de gecommitteerden van de stad Groningen ter vergadering verschenen, die omstandig hun mening toelichten opdat de kwestie zonder uitstel kan worden afgehandeld. Daartoe hebben zij al het mogelijke aangevoerd. Zij verklaren niets tegen het verzoek van de Ommelanden te hebben en onderwerpen zich aan de wil van HHM.
De kwestie zal op 10/20 nov. worden hervat. HHM zullen dan naar bevind van zaken besluiten, of de ene of de andere partij nu wegblijft of niet.
3
Schagen en
Aelberts berichten over
het overleg met de gedeputeerden van de
Admiraliteit te Amsterdam
. Zij verzoeken drie
hoofdpunten:
I De betaling van hun aandeel in het subsidie van de oorlog te water, dat is verzocht sinds de afloop
van
het Bestand. Hiervan claimen zij nog 1.176.728 gld.
Wanneer het geld voor de subsidies door de provincies is opgebracht, laten HHM alles in het werk stellen om het College zijn deel te geven.
II De vrijlating van
Lancelot van
Nimmegen die nog
steeds
in
Arnhem wordt vastgehouden. Daarnaast zou
Gysbert Steens voor hun College
moeten
verschijnen
om zijn actie in deze te rechtvaardigen.
HHM schrijven de
Gedeputeerde Staten van het Kwartier Veluwe
de teerkosten van Van Nimmegen te
laten vergoeden en in hun rekening te verantwoorden.
III Geen consent te
geven voor de uitvoer van buskruit.
HHM staan vanwege de schaarste geen
uitvoer van buskruit meer toe.
4
Schagen en
Aelberts berichten inzake
het rekest van
Boudewijn de Man
c.s.
de aanwezige afgevaardigden van de
Admiraliteit te Rotterdam
gehoord
te hebben.
HHM besluiten dat de procedure tegen het opgebrachte schip mag worden voortgezet. De
fiscaal wordt verboden een eis tegen de kapitein te doen voordat HHM
nader over de zaak hebben besloten. De kapitein mag zonder
enig beletsel
zijn versie van de verovering van het schip verdedigen. De
goederen
mogen niet worden overgedragen aan anderen.
5
In een rekest geven de Bewindhebbers van de
VOC
in navolging van de resolutie van 20 mei een beknopt overzicht van de kosten van het eerste en laatste bezoek van de
ambassadeur van Perzië aan 's-
Gravenhage. Deze bedragen 33.558
gld.
18 st.
Antwerpen en
Rode moeten dit nader
onderzoek
en erover berichten.
6
Geweldiger
Stakenbeeck verzoekt extraordinaris vergoeding voor zijn inspanningen
bij het
bedwingen van de menigte tijdens de ceremonie van de Kouseband.
HHM geven hem 12 gld., evenals hun eigen deurwaarders en de boden van de Generaliteit.
7
In plaats van
Vosbergen en
Hertevelt, die met het
leger zijn
vertrokken, worden
Rode en
Aelberts gecommitteerd inzake de
door de
ambassadeur van Venetië
gereclameerde
parels.
8
Kapitein
Codde verschijnt ter vergadering. Hij doet rapport van zijn
ontvangst in
Barbarije
[Marokko], waar hij
in opdracht van
admiraal
Reael enige tijd met vier
schepen is
geweest om de gevangenen van
Alarbers af te halen. Codde
heeft
deze met hulp van het bestuur van
Salé gekregen.
Hij
dient zijn rapport tevens schriftelijk in.
9
Naar aanleiding van de gisteren ontvangen brief van de
Admiraliteit te Rotterdam
over de schepen van
Kerckhoff en
Bontenborch antwoorden
HHM dat zij
alles in het werk dient te stellen om geld te lenen voor de
afdanking
van de schepen.
10
Over het verzoek van
Abraham Janssen Palm zijn ordonnantie van de
Admiraliteit
te Rotterdam
te mogen omzetten in obligaties vragen
HHM advies aan het College.
11
De
Kleefse raden verzoeken d.d. Emmerik 1 juli de eis van de RvS om
hout te leveren voor de palissaden niet te hoeven nakomen.
HHM laten de Raad hierover besluiten.
12
HHM laten de RvS besluiten over een verzoek van
Jason Bilant1 om
betaling
van een ruiterloon, dat hij krachtens resolutie van 6 sept. 1625
nog
tegoed heeft. Daarbij is hem een dubbel loon toegezegd, terwijl
hij
slechts een enkel traktement heeft gekregen.
13
Hertoch, ruiter in de compagnie van de graaf van
Culenborch, verzoekt een
vergoeding,
omdat hij zo vaak in en uit
Breda is geweest
tijdens
het beleg.
HHM laten een beslissing over aan de RvS.
14
Tegen Bosch' licent en onder cautie mogen
Jan Geertsen Vermeer,
Jan Janssen Corten en
Lion Simonssen ieder twee merries
naar
Sprang brengen.
15
De
heer van Brederode verzoekt een geschikt schip te mogen hebben van de
Admiraliteit te Rotterdam
.
HHM vragen hierover advies aan het College.
16
HHM vragen de RvS advies over het door
Arnt Negeman verzochte pardon.
17
HHM vragen de RvS advies over het verzoek van juffrouw
Johanna Turck, weduwe van kapitein
Henry
Levigston. Zij wil haar drie zoons tegen een maandsalaris
laten aanstellen bij de compagnie van hun vader of een andere.
18
Die van
Etten verzoeken dat die van
Leur - de haven van
Etten - zoals eerder hun gewas mogen verschepen naar
Breda. Dit heeft de RvS vorige week laten
verbieden.
De RvS wordt advies gevraagd.
19
HHM stemmen in met de volgende uitvoer tegen Bosch' licent en onder cautie:
Barten Engels twee merries naar
Wouw;
Huibert Syberts,
Anneken Aerts,
Gysbert Wouters,
Hendrick
Adriaens Crijllaerts en
Jacob
Cornelissen ieder twee merries en laatstgenoemde nog twee
vaarzen naar
Besoijen;
Marinus
Cornelissen en
Claes
Janssen
ieder twee merries en drie vaarzen naar
Zwartenberg
onder
Etten; de
heer van
Onsenoort vier koetspaarden naar
Overmaas.
Heiman Ariaenssen en
Claes Aertsen van Neeten mogen op
binnenlandse paspoorten ieder twee merries naar
Geertruidenberg brengen.
20
De
Gedeputeerde Staten van Utrecht
berichten d.d. 26 juni hun quote in het subsidie voor de Admiraliteiten over 1625 te hebben betaald. Ook proberen zij geld te vinden voor de betaling van alle door
Utrecht
verschuldigde subsidies aan de Admiraliteiten.
HHM nemen geen verder besluit hierover.
21
Kapitein
Jan Comwel verzoekt zes koetspaarden voor de
graaf van Mongommeri, kamerling van Engeland,
te mogen uitvoeren. Ook vraagt hij verlof aan voor twee soldaten
van
diens compagnie, te weten
Louis
Paine
en
Thomas Hartley, om de paarden
over
te brengen.
HHM bepalen dat de uitvoer van paarden naar
Engeland is toegestaan, maar dat de soldaten hun compagnie niet mogen
verlaten.
22
Bericht wordt dat de zaak van generaal
Nispen uit drie punten bestaat:
I Een declaratie van verschillende hier ontboden personen, die daarvoor nog niet zijn betaald.
HHM achten het redelijk dat deze personen worden betaald. Daartoe zullen
Antwerpen en thesaurier-generaal
De
Bie de declaratie afhandelen.
II Een generale declaratie waarin de bovengenoemde bijzondere is opgenomen. Deze is opgesteld om ter verrekening aan de partijen te geven.
Culenborch stelt voor het geleide van de in zijn stad
Culemborg aanwezige
Carpentier op te zeggen, als HHM
dit
willen. HHM vragen de rentmeester van de graaf om Carpentier te
zeggen
de declaratie te betalen, omdat anders zijn geleide zal worden
opgezegd.
III Vanwege zijn grote inspanningen vraagt Nispen om een verering.
Een besluit hierover wordt uitgesteld.
23
Eck,
Schagen en
Schaffer berichten nader te hebben
gesproken met de afgevaardigden van
Dordrecht en
van de
WIC
over de verdeling van
het
kapitaal van de
Compagnie. Er zijn twee voorstellen gedaan: voor elke door die van
Dordrecht uit te keren 100.000 gld. mogen zij een bewindhebber in
de
andere Kamers aanstellen of zij krijgen op last van de Heren
Negentien voordeel bij de equipage. Die van Dordrecht zullen over
beide
voorstellen berichten.
24
Georg Friedrich markgraaf van Baden, verzoekt vanuit zijn
hoofdkwartier te Boizenburg d.d. 8 juni over de door hem
voorgestelde, maar ook door de
koning van
Bohemen aanbevolen afleidingsmanoeuvre, een speciale
resolutie te nemen.
HHM antwoorden de zaak in overweging te nemen wanneer zij hebben vernomen dat ook de koningen van
Frankrijk en
Engeland daarover hebben
besloten.
25
De
Admiraliteit te Rotterdam
antwoordt per brief dat de zaak van
Pieter Pieters Coorn geheel anders is dan deze op 3 juli heeft laten weten. Coorn
heeft niets tegoed.
Daarbij is de zaak gelaten.